Jera On Air 2023 – het verslag van de vrijdag

Jera On Air 2023 – het verslag van de vrijdag

Wie de eerste kletsnatte dag van Jera On Air had overleefd, kon nog uitkijken naar twee volwaardige festivaldagen. Dat deze twee dagen de zon heel de dag aanwezig was, was voor vele bezoekers een opluchting. De weide die de dag voordien zo geleden had, was door de organisatie aangepakt. Houtschilfers in combinatie met het uitstekende weertje hebben de weide gered. Op die tweede dag Jera stonden weer een hele hoop bands die je echt niet mocht missen. Ook onze agenda was goed gevuld want met Slope, Paledusk, Distant, Ghostkid, End, Attila, Kublai Khan TX, Loathe, Bizkit Park, The Interrupters, Random Hand, Fever 333, Sleep Token, Candy, Papa Roach, De Hardheid, Hatebreed, Fleddy Melculy en Rancid betekende het weer van de ene naar de andere stage hollen. Het was duidelijk dat een groot deel van de festivalgangers zin hadden in die eerste volwaardige festivaldag. Rond kwart voor twaalf kon je met de stroom meewandelen richting inkom van het festival. Aan die inkom had de organisatie voor iedere bezoeker een bonnetje te geef, dit ter compensatie van het leed van de dag eerder.

Slope – Buzzard – 12:00 – 12:30

Wie ervoor koos om vroeg naar de festivalweide af te zakken, kon kiezen tussen een thuismatch van de Hollandse punkband GirlsGirlsGirls of innoverende hardcore van het Duitse Slope. Ik koos ervoor om richting de Buzzard zonder barrière te trekken, daar Slope met Street Heat een waar pareltje onder de schouder heeft. Deze plaat werd uitgebracht in de lente van 2021, en behoort tot mijn persoonlijke favorieten. Het was al een tijdje geleden dat ik het kwintet aan het werk zag. Ze stelden toen zeker niet teleur, maar je voelde dat de band meer in z’n mars had. Op Street Heat laat de band wél horen tot wat het allemaal in staat is. Ik stelde me niet de vraag of dit een stevige ochtend work-out ging worden, maar hoe zwaar die juist ging zijn.

Toen ik de timetable voor het eerst onder ogen kreeg, was het vroege uur waarop Slope moest aantreden iets wat me meteen opviel. Akkoord, de Duitsers hebben nog niet veel op het palmares staan, maar als opener… dat vond ik precies wat overdreven. Het intieme tentje waar Slope zijn kunstje kwam tonen stond goed gevuld en dat nog voor de band opkwam. Wanneer het introductietapeje begon leek het zelfs even te klein te worden. Al vanaf de eerste noot zat het spel op de wagen. Er zijn maar weinig festivals waarbij de opener dit teweeg kan brengen. Jera On Air heeft een geweldig toegewijd publiek, dat werd hier nog maar eens onderstreept. Geen lamentabele shows zoals op veel andere festivals. Hier staat, als het goed gebracht wordt, elke tent in vuur en vlam zélfs zonder pyrotechnische middelen.

Slope bracht met zijn innovatieve hardcore probleemloos de hele tent aan het bewegen. Hoe grijs, grauw en koud het de dag ervoor was, zo hard straalde het zonnetje op de eerste volwaardige festivaldag. Dat de mensen er des te meer zin in hadden, resulteerde in een wel zeer onstuimige Buzzard. Een dagje eerder brachten de Duitsers met Freak Dreams een nieuwe single op de markt, eentje welke absoluut niet mocht ontbreken in de set. Hij zat in het midden verstopt en kon zich probleemloos meten met de andere bommetjes. Ook hier hanteert Slope zijn succesformule vanop Street Heat, eentje waar duidelijk nog geen sleet op zit. Hopelijk mogen we de volgende telg snel verwelkomen.

De set stond bol van de hoogtepunten en kende geen enkel dipje. Purple Me, Trainsurfing en vooral afsluiter 9 to 5 zorgden voor ware huzarenstukjes, en dat als openingsact. Dat beloofde voor de rest van de dag. Het publiek had er duidelijk zin in. Een meer dan winnende combinatie met een uitstekend presterende Slope on stage. Tot een volgende keer mannen! (B.W.)

Paledusk – Eagle – 12:30 – 13:00

Na de pletwals van Slope nam ik even de tijd om wat voedsel te gaan zoeken. Het moest echter van een kraampje komen waar geen wachtenden stonden, want op de grote Eagle was Paledusk al van jetje aan het geven. De Japanners waren, tot ze bij een lading namen van Jera zaten, een nobele onbekende voor me. Ze maken metalcore welke tal van andere genres overhevelt, wat op album een spectaculair geheel oplevert. Ik was benieuwd hoe de cocktail aan genres ging uitdraaien op een festival als Jera On Air. Toen ik de grote tent binnenwandelde en achteraan postvatte, merkte ik meteen op hoe luid het geheel stond.

Oordopjes waren hier, en eigenlijk gedurende het hele festival, wel een vereiste. Al was het maar om je oren te beschermen tegen de chaotisch cocktail die Paledusk hier serveerde. Het leek wel alsof alles gewoon op zijn maximum werd gezet, om vervolgens te knallen. Het zorgde er echter voor dat het geheel schel en monotoon overkwam. Laat Paledusk nu zo’n band zijn die echt moet beschikken over een uitmuntende sound, dit om de gelaagdheid van zijn nummers in de verf te zetten. Het meesterlijke kantje dat de band zo kenmerkt verdween hierdoor als sneeuw voor de zon. Paledusk zelf genoot wel, al voelde het op momenten net wat te georkestreerd aan.

Georkestreerd, zo kan je deze show nog het best bestempelen. Wat meer spontaniteit had het wat kunnen rechttrekken, al bleef het geluid dan wel hetzelfde. I’m Ready To Die For My Friends was met straatlengtes voorsprong het meest vreselijke nummer dat ik op Jera heb moeten aanhoren, en Darker Still van Parkway Drive was er ook bij deze editie. Wat een gedrocht van jewelste was die track van de Japanners. Het moet wel gezegd worden dat de frontrow een hele set lang genoot. Ikzelf besloot dat het met I’m Ready To Die For My Friends wel welletjes was geweest. Genoeg tering herrie op een half uurtje tijd. De breakdown die helemaal achteraan het nummer verstopt zat, trok het geheel eventjes recht, maar werd weer even snel onderuit gehaald. Een show om zeer snel te vergeten dus. (B.W.)

Distant – Buzzard – 13:00 – 13:30

Wat ik in twee jaar Jera heb geleerd is, dat je op dit festival bij shows van bands van eigen bodem moet proberen present te zijn. Tusky, Hang Youth, No Turning Back en Heideroosjes zorgden voor hoogtepunten van voorgaande edities. De Rotterdamse deathcoreband Distant kon wel eens de volgende in dit rijtje worden. Zij stonden geprogrammeerd in de intiemere Buzzard, waar de organisatie het genre wel meerdere keren plaatste. Een dag eerder mocht Chelsea Grin de keet afsluiten, en dat deed het uitstekend. Als Jera zijn elan wil bevestigen, dan zou het nu nog staffer uit de hoek moeten komen. Net zoals bij Slope eerder op de dag, was het tentje te klein en stonden nieuwsgierigen tot ver buiten de tent gepositioneerd om toch maar een glimp van dit vijftal op te vangen.

De publieksopwarmer spoorde iedereen aan om ook in de voorgevormde pit plaats te nemen. Het Jera publiek is goed gehoorzaam en besloot dan ook om een stapje voorwaarts te zetten. Nog voor de eerste noot uit de boxen knalde, maande Distant de aanwezige aan om de pit open te breken. En ja hoor, het spel zat wederom op de wagen. De armen en benen vlogen duchtig in het rond, en dat allemaal nog voor de band goed en wel gestart was. Je wist dat Distant enkel de bal hoefde binnen te tikken. Een intikkertje werd het niet, het werd een wereldgoal van formaat.

Openen deed de band met Paradigm Shift, volle gas planché dus. De Hollanders mogen kiezen wat ze willen, het zal altijd volle neut zijn. Distant staat voor power, rauwheid, agressie, tempo, bommetjes,… . Een hele set lang werden we daarmee verwend, wat voor een wel zeer intensieve pit zorgde. Eigenlijk was het hele tentje aan het bewegen. Vaak kiezen bands ervoor om tussen de nummers door, een babbeltje te slaan met het publiek, om zo hun dankbaarheid te laten zien. Distant liet die interactie voor wat het was en koos ervoor om een hele set lang te knallen. Blijven raggen, met de zweetparels op je voorhoofd, dat is pas dankjewel zeggen.

Het half uurtje passeerde in no-time, waardoor ik maar weinig kon neerkrabbelen in mijn notitieboekje. Na de set stond er, alles kapot, intensiteit, wat een vocal en Heirs Of Torment op mijn papiertje. Die laatste had de eer om deze onvergetelijke set af te sluiten en deed dat met verve. De pit werd een zone waar alleen de sterkste bleken te overleven. De stagedivers en crowdsurfers kwamen echt van overal. Een spektakelstukje! Ondanks het feit dat deze review eerder aan de korte kant is, zorgde Distant toch voor één van de beste shows van het weekend. In het najaar is de band op tournee met Lorna Shore en andere toppers. Toch eens kijken voor een ticketje in de AB in Brussel. (B.W.)

Setlist:

  1. Paradigm Shift
  2. Exofilth
  3. Hellmouth
  4. Heritage
  5. Oedipism
  6. Heirs Of Torment

Ghostkid – Vulture  – 13:00 – 13:30

Volgende in de schijnwerpers stond GHØSTKID, helemaal uit Duitsland, met hun vlammende post-hardcore punk. Ondanks de hitte en het vroege begin van de tweede dag van het festival, brachten ze energieke riffs die de eerste mosh pits openden in een volgepakte Vulture-tent. Ze trapten af met het opwindende nummer FØØL, waarin leadzanger Sebastian Biesler zijn aanstekelijke growls liet horen en naadloos rap, screams en cleane vocalen combineerde. Het duurde niet lang voordat het publiek begon te springen en helemaal losging, net als een van de officiële fotografen die de linkertoren van het podium beklom om een foto te maken. Wat deze ervaring echt bijzonder maakte, was echter dat de bassist en gitarist van het podium sprongen en zich onderdompelden in de mosh pit terwijl ze nog steeds op hun snaren speelden. Echt buitengewoon. De set ging verder met meer favorieten van het publiek zoals START A FIGHT, HOLLYWOOD SUICIDE en YØU & I, en werd afgesloten met hun meest populaire nummer, SUPERNØVA. Gedurende hun optreden zijn duidelijk invloeden te horen van iconische acts zoals Bring Me The Horizon en Annisokay, naadloos vermengd met de intense sferen van hyper-pop en industriële muziek. (ML)

End – Eagle  – 13:30 – 14:00

Met Chelsea Grin, Slope en Distant werd mijn persoonlijke lijstje met toppers op Jera 23 weer wat langer. Het viel me wel weer op dat ik, net zoals de voorgaande jaren, een voorkeur heb naar de shows in het tentje zonder barrière. Na Distant was het snel even een drankje oppikken en me richting de Eagle begeven. Daar stond met End een band geprogrammeerd welke volgens de internationale pers als één van de meest beloftevolle kan beschouwd worden. Net zoals Paledusk, wat eerder vandaag tegenviel, stond ook End geprogrammeerd in de grote Eagle.

Net zoals bij de Japanners, mistte ik een stukje van de set van End. De Amerikanen zijn een superband met leden die we kennen uit andere projecten als The Dillinger Escape Plan, Counterparts, Shai Hulud en Fit For An Autopsy. Allemaal klinkende namen uit verschillende scènes, dus kon het toch niet anders dan dat dit een heerlijke show zou worden? Voor het festival had ik een playlist met al de bands welke ik echt niet wilde missen, een soort van opwarmertje. Wanneer End hier de revue passeerde was het één van de mindere, maar alleen al voor de antecedenten die de band kan voorleggen wilde ik het voor geen geld van de wereld missen.

Ik was benieuwd hoe dit chaotische allegaartje zou uitdraaien, zeker na de flop van Paledusk. Wat meteen opviel als ik mijn plekje nog aan het zoeken was, was dat het geluid hier veel beter stond dan bij zijn voorganger. Net wanneer Pariah zou gaan exploderen had ik mijn spotje gevonden om van dit pareltje te genieten. Want ik ga er geen doekjes omwinden, dit was een echte topper. Het was jammer dat ik een deeltje van de set had gemist, want ook het einde zou ik aan mij laten voorbijgaan. Attila zijn verjaardagsfeestje zou immers starten wanneer de laatste tonen hier uit de boxen knallen. Maar zover waren we nog niet, eerst kon ik nog enkele nummers meepikken van dit muzikaal hoogstaand geheel.

Wat een daadkracht straalde dit collectief uit! Iets wat zich tussen de palen van de grootste stage vertaalde in een indrukwekkende pit en dat zo vroeg op de dag. Het deelde de ene mokerslag na de andere uit en dit aan een verschroeiend tempo. Qua intensiteit kon deze zich meten aan de uitputtingsslag van Distant. Ook muzikaal behoorde deze tot de betere van het weekend. Hopelijk kondigen ze snel een zaalshow aan, want dat ik deze band wil terugzien staat als een paal boven water. (B.W.)

Attila – Vulture – 14:00 – 14:45

Een show die met stip in onze agenda stond aangeduid was die van de Amerikaanse nu-metal/partycoreband Attila. Zij kwamen de verjaardag van About That Life vieren, een plaat die me terug katapulteert naar mijn studentenjaren. Doorheen de jaren ben ik de band wat uit het oog verloren, daar de sound ook veranderde. Dat het viertal deze voor mij iconische langspeler kwam vieren, leek me een evidentie op een onvergetelijke show. Draaide deze verjaardag even op een sisser van jewelste uit. Al vanaf de eerste seconde viel het op dat Fronz, de frontman van Attila wel heel fel ondersteund werd door het betere tapewerk. Je zou dan denken dat dat opbeurende werk gebeurt bij de intense rapcore stukken, maar dat was, niet zo nadrukkelijk het geval. Fronz staat ervoor bekend om liever lui dan moe te zijn, maar wat het hier op Jera vertoonde tart zowat alle verbeelding.

Dat het voor mij niks werd moge duidelijk zijn, maar het publiek liet het allemaal niet aan zijn of haar hart komen. Er werd stevig gefeest, wat op Jera betekent dat er een onstuimige pit was en dat het publiek dankbaar reageerde. Zelfs wanneer de elektriciteit het begaf, bleef het publiek enthousiast. De tijd tikte genadeloos weg en je wist dat de band keuzes diende te maken… . Voor het festival liet het weten dat het de plaat in zijn totaliteit zou komen spelen, daar was echter geen tijd meer voor. Toen de techniek het toeliet om weer te starten koos het voor About That Life. In geen tijd was de energie weer terug. Ook de pit presteerde weer op zijn gekende niveau. Dat het vervolgens koos om met de nieuwe single Bite Your Tongue af te sluiten blijft onbegrijpelijk.

Wat met Callout, The New Kings en Party With The Devil? Deze werden gewoon achterwegen gelaten om het nieuwste materiaal te promoten. Gelukkig voor Attila was er eerder op de dag I’m Ready To Die For My Friends van Paledusk, anders had het met deze Bite Your Tongue zeker mee kunnen dingen voor vreselijkste song op Jera 2023. Mijn verwachtingen waren zonder twijfel veel te hoog, zeker voor een band als Attila, waar het partygehalte altijd primeert. Als de band me al niet meer kan overtuigen met zo’n plaat dan denk ik dat het beter is om ze vanaf nu over te slaan. (B.W.)

Kublai Khan TX – Eagle – 14:45 – 15:30

Na de pletwalsen van Slope, Distant en End, en de tegenvallende shows van Paledusk en Attila waren de batterijtjes leeg (lees: voetjes, rug en andere) en toe aan wat rust. Dat of eender ander synoniem staat niet in de woordenboek van Jera, want ook nu moest ik me haasten naar de andere stage om weer maar eens een topper van formaat aan het werk te zien. Kublai Khan TX zijn volledige set heb ik niet gehaald. De zon zorgde ervoor dat je genoeg moest hydrateren, en de drankenstand in een tent waar een band aan het spelen was, vond ik vaak iets te druk. De Amerikanen stonden relatief vroeg geprogrammeerd, maar kregen de eer van de organisatie om op de grootste stage te spelen. Toen wij binnenwandelde stond deze goed gevuld en zag je in de verte een woelige pit. Net zoals bij End knaagde het idee dat ik ook van deze show een groot deel had gemist.

Want het kleine stukje dat ik heb mogen aanschouwen was meer dan spectaculair. De band straalde zelfvertrouwen uit en had genoeg energie om Jera nog maar eens knock-out te slagen. Het zorgde ervoor dat wanneer de band een nieuwe song startte, het publiek aan een nieuwe ronde van een boksmatch begon. De grote Eagle heeft de reputatie dat het, zeker voor hardcorebands, op een vroeg uur gelijk staat aan een energieloze show. Na END bewees nu ook Kublai Khan TX dat dat helemaal niet het geval is. Een hele set lang stormde Matt Honeycutt, frontman van Kublai Khan TX van de ene kant naar de andere.

In 2022 brachten de Amerikanen Lowest Form Of Animal op de markt, het eerste werkje na de pandemie. Natuurlijk kregen we hiervan een voorstelling, met Swan Song als waar hoogtepunt. Er was al een hele set lang een woelige pit, maar wat dit veroorzaakte was hemels. Het start met een stukje dat door de fans luidkeels kan worden meegebruld, wat ook gebeurde op Jera. Na zo’n half minuutje vloog de ene na de andere breakdown je om de oren. Die zijn, zoals we gewend zijn van Kublai Khan TX, anders dan bij de hedendaagse hardcore. Ze zijn vaak een tikkeltje trager en worden dan ook nog eens langer uitgerokken. Resultaat: een pit die wel zeer turbulent was.

Wat een heerlijke hardcoreshow! Mijn lijstje met bands die ik in een zaal wil zien blijft maar aandikken. Kublai Khan TX staat wel zeer hoog op dat lijstje, want wat het hier liet zien was fantastisch. De set kende geen dipje, waardoor de pit zich naar hartenlust kon uitleven. (B.W.)

Any Given Day – Buzzard – 15:30 – 16:15

Het concert van Any Given Day was een indrukwekkende vertoning van opzwepende melodische metalcore op het Buzzard-podium, die deed denken aan de stijl van de late Killswitch Engage. Voordat ze begonnen, spoorde zanger Dennis Diehl het publiek vol passie aan om de moshpit te openen en push-ups te doen, waar enthousiaste fans niet aarzelden om aan mee te doen. Vervolgens namen ze ons mee op een reis door het verleden en trakteerden de fans op een nummer van hun oudste album, Never Say Die. De band speelde speels een versie van Seven Nation Army voordat ze losbarstten in Apocalypse, wat resulteerde in een van de grootste circle pits binnen de tent. Direct na het klassieke meezingnummer Diamonds leidde Diehl’s waanzinnige energie ertoe dat hij crowd surfte en zong te midden van het publiek, en sloot de show af met een ongelooflijke climax. (ML)

Loathe – Buzzard – 17:00 – 17:45

Loathe bestormde het Buzzard-podium en liet de zenuwslopende breakdowns, dodelijke grooves en nevelige pitch-shifts van Aggressive Evolution los. Ondanks dat we als sardientjes in de kleinste tent stonden, wisten we ons naar voren bij het zijpodium te wurmen en voegden we ons bij de razende pit. Het werd al snel duidelijk dat hun imposante aanwezigheid een groter podium verdiende, zoals de Eagle- of Vulture-tenten. Bassist Feisal El-Khazragi hanteerde moeiteloos meerdere instrumenten terwijl hij zijn gutturale vocalen aan de mix toevoegde. Halverwege de set ging het vlammende ‘eavy Is The Head That Falls With The Weight Of A Thousand Thoughts los met een woeste combinatie van krachtige blast beats, intense tremolo riffs en zwaar vervormde, galmende screams van de charismatische Kadeem France. Het emotionele hoogtepunt werd bereikt met het hartverscheurende Two-Way Mirror, een nummer dat alle harten in de betoverde menigte tegelijkertijd raakte. Loathes muzikale bereik doorkruiste het hele spectrum, waarbij ze moeiteloos overgingen van momenten van mosh-opwekkende woede naar introspectieve passages vol met de beklijvende essentie die doet denken aan de legendarische Deftones. Hun kenmerkende hoekige gitaren, aanstekelijke springerige gedeeltes van gestoorde, verdraaide en progressieve nu-metalcore slappers creëren een boeiende en krachtige muzikale ervaring van begin tot eind. Terwijl de laatste noten nog nagalmden in de lucht, liet Loathe het beest los met “I Let It And It Took Everything…”, waardoor we meer wilden. (ML)

Bizkit Park – Hawk – 17:15 – 18:00

Ik kan heel kort zijn in de recensie van het optreden van Bizkit Park op Jera On Air. Dit was een van de gekste feestjes die ik ooit heb gezien. Voordat de eerste noten klonken, was de Hawktent al tot de nok toe gevuld en stonden mensen in de brandende zon te proberen een glimp van het podium op te vangen. Toen de eerste noot klonk, barstte de tent direct uit in een waanzin van lichamen; mensen klommen het podium op en gooiden zichzelf terug in de menigte, sommige opblaasbare zwembandjes werden meegedragen door het publiek, mensen sprongen vanaf het balkon. Deze waanzin duurde de volle 45 minuten dat Bizkit Park speelde en het publiek verlangde naar meer, dus ze moeten naar hun tienjarig jubileumshow in AB Brussel op 10 maart. (YV)

The Interrupters – Eagle – 17:45 – 18:30

Met het zonnetje dat al een hele dag goed zijn werk deed, was de dansbare SKA/punk van The Interrupters een wel zeer welgekomen optie. Even geen stomende breakdowns, maar heerlijke sing-alongs en skanken maar. Dat ook Jera On air zin had om zijn beste dansmoves te showen, kon je opmerken aan de opkomst. De Eagle stond aangenaam gevuld en rond kwart voor zes was iedereen er klaar voor. Essentieel voor een optreden is de band, en die liet op zich wachten. Zo’n vijf minuten en retard begonnen de Amerikanen aan hun feestje. Als je weet dat het dat deed met Take Back The Power vanop de debuutplaat, dan kan je je voorstellen wat er gebeurde.

Inderdaad, de Eagle barstte zowat uit zijn voegen. Waar je ook keek, iedereen had een glimlach op het aangezicht en de meeste onder hen konden gewoonweg niet blijven stilstaan. Ook Aimee Allen, de frontvrouw die de drie gebroeders Bivona in bedwang moet houden, had er duidelijk zin in. Ze dartelde over de stage en dit zonder aan kwaliteit qua zang in te boeten. Straf, want de dame deed dit drie kwartier lang. Langer dus als de gemiddelde bezoeker, want toen de band in het midden van hun set besloot om twee nummers te spelen van de nieuwste telg In The Wild, werden de dansbenen eventjes wat rust gegund.

De sfeer tijdens In The Mirror was nog meer dan goed, al viel het wel op dat het uitbundige wat weg was. Wanneer The Interrupters besloten om daarna ook nog eens Raised By Wolves te spelen, zakte de sfeer even onder nul. Van SKA was er dan even geen spraken meer. Plotseling veranderde een wel zeer talentvolle band naar een doorsnee rockbandje. Het moet wel gezegd worden, dat het geluk nog altijd van het kwartet afspatte. Het is zo’n band die altijd, waar ze ook worden uitgenodigd, zeer dankbaar is. Dat was ook op Jera, niet anders, al voelde het toch hier en daar wat te fel vooraf uitgeschreven. Dit was niet mijn eerste show van de band, en in het verleden was één van de kenmerken hun spontaniteit. Dat ontbrak echter wel.

Jera On Air was ingedommeld na het wel zeer commerciële Raised By Wolves. Je voelde aan alles dat er hier een bommetje nodig was om het geheel weer wat power te geven. Zo’n song die vanaf de eerste noot iedereen weer aan het bewegen krijgt. Zowat al de songs vanop de eerste drie platen dus. She Got Arrested was een meer dan uitstekende keuze, en zorgde ervoor dat iedereen weer begon te bewegen. Family, één van de publiekslievelingen, zat achteraan de set verstopt. Even leek het alsof hier een afsluiter aan het spelen was. De grootste stage stond goed gevuld en de lyrics van deze oertrack werden luidkeels meegezongen. Wanneer de track aan het uitbollen was, dacht ik dat de set erop zat, daar de band vijf minuutjes te laat was gestart.

Maar nee hoor, She’s Kerosene had de eer om deze feestelijke set af te sluiten. En dat deed het, mede door de eerder opgebouwde energie tijdens Family, uitstekend. Iedereen die hier present tekende, kon goed gemutst de avond aanvatten. Jammer dat er een dipje in de set zat, maar desalniettemin zorgde het hier toch voor een heerlijke show. (B.W.)

Random Hand – Buzzard Stage – 18:30 – 19:15

Met Random Hand stond er vlak na The Interrupters nog meer SKA op de agenda. Die keuze begrepen we niet goed, daar het genre toch minder present is op het festival. In tegenstelling tot zijn grote broer maakt Random Hand geen combinatie tussen Punk en SKA. De Britten slagen erin om twee uitersten bij elkaar te brengen. SKA en hardcore, iets wat voor velen onverenigbaar is, om precies te zijn. Ze stonden geprogrammeerd in de intiemere Buzzard. De shows die ik er vooraf bekeek puilde het tentje steevast uit. Dit was echter niet het geval, vreemd toch, zeker met in het achterhoofd het feit dat The Interrupters net voor een volle Eagle speelde. De ruimte die er eens was in het tentje, werd dankbaar ingenomen door skankers en violent-dancers.

De opkomst was misschien niet zoals we gewoon zijn van het tentje, maar de intensiteit was dat wel. Wanneer Random Hand de stage opkroop, begon iedereen weer zijn beste dansmoves boven te halen. De breakdowns die zo nu en dan in het geheel versmolten zitten, zorgde ervoor dat ook de hardcoreboys zich moeide in het gewoel. Zij pasten zich echter aan aan het “dronkenmanssfeertje” dat er toch een hele set in de lucht hing. Wat duwen en wat trekken in de pit, een karrevracht aan stagedivers en crowdsurfers tekende ook present. Om maar aan te geven dat zij die present tekenden het allemaal naar hun zin hadden. Alhoewel… .

Persoonlijk bleef ik hier en daar wat op mijn honger zitten, en dat blijf ik tot op de dag van vandaag vreemd vinden. Misschien was het de “overload” aan SKA, wat ik ten zeerste in twijfel trek. Datgene wat Random Hand hier serveerde was van een totaal andere categorie dan The Interrupters. De nummers welke ik kende, voelde wel beter aan dan de eerder onbekende. Play Some SKA dat al vroeg in de set verstopt zat én waarvan ik de breakdowns en dergelijke wist zitten, voelde een pak beter aan. Het zorgde voor nog wat meer energie in de Buzzard. Nogmaals, al die wrevel die ik voelde tijdens deze show, dat was eerder een persoonlijk probleem.

Want zowel band als publiek genoten duidelijk met volle teugen. Na een half uurtje besloot ik dat het welletjes was geweest en koos ik ervoor om eens richting merchtent te trekken. Wat ik zeker weet is dat, wanneer onze wegen nog eens kruisen, ik de band zeker nog eens aan het werk wil zien. Misschien dat ik me dan wat beter moet voorbereiden en dat het dan des te beter gaat aanvoelen. (B.W.)

  1. Tales Of Intervention 
  2. Pack It Up
  3. Play Some SKA
  4. Bones
  5. Lifejackets
  6. Anthropology
  7. The Cycle
  8. Not A Number
  9. After The Alarm
  10. Scum Triumphant
  11. Anger Management

FEVER 333 – Eagle – 19:15 – 20:00

Op het Eagle-podium kwam vervolgens de revolutionaire FEVER 333, bekend om zijn elektrificerende optredens en krachtige sociaal-politieke boodschappen, en ze maakten hun reputatie meer dan waar. Leadzanger Jason Aalon Butler straalde energie uit en domineerde het podium samen met een nieuwe bandopstelling die perfect aansloot bij zijn creatieve visie. Ze brachten zeker een hernieuwd gevoel van passie, vergezeld van een visueel verbluffend op maat gemaakt podium. Butlers dynamische vocalen verweven zich naadloos met de aanstekelijke mix van punkrock, hiphop en hardcore van de band, waardoor er een atmosfeer ontstond die doordrenkt was van pure adrenaline.

Bekend om hun krachtige sociaal-politieke boodschappen, brachten ze een indringende boodschap over de worstelingen waarmee immigranten te maken hebben, waarbij ze het publiek eraan herinnerden dat ze allemaal One of Us waren. Vervolgens verrasten ze ons met een opwindende cover van Blur’s Song 2, waarin ze hun eigen unieke stijl inbrachten. Bassiste April Kae voegde extra groove en verleidelijkheid toe aan het optreden, waarmee ze het publiek betoverde.

Het explosieve anthem Prey for me resoneerde met het publiek en zorgde voor nog meer wilde moshpits en crowdsurfing. De energie op het podium was overweldigend, met bandleden die zich op de grond gooiden en onvermoeibaar sprongen. Het was een waar spektakel van waanzin. In een spontaan moment klom Butler op een van de imposante barstructuren aan de voorkant en sprong met een salto in het verbijsterde publiek, terwijl hij bleef zingen en schreeuwen. Terwijl het optreden zijn hoogtepunt bereikte, sloot FEVER 333 af met het krachtige Hunting Season, wat een onuitwisbare indruk achterliet op iedereen. De combinatie van hun elektrificerende optreden, krachtige boodschap en onverschrokken podiumacties maakte het een onvergetelijke ervaring. (ML)

Sleep Token – Vulture – 20:00 – 20:45

We begaven ons meteen naar het Vulture-podium om eens te meer getuige te zijn van de meteorische opkomst van een van de meest succesvolle bands van de afgelopen jaren: Sleep Token. Gehuld in mysterie blijven ze het publiek betoveren met hun raadselachtige aanwezigheid en hun unieke mix van atmosferische rock, pop en metal. Hun optreden deze keer was ronduit betoverend, terwijl ze ons meenamen op een transcendent muzikaal avontuur en etherische melodieën en zware riffs verweefden met een sfeer van intrige. De krachtige vocalen van Vessel en de spookachtige instrumentals creëerden een buitenaardse sfeer die het publiek zoals altijd verbijsterd achterliet. De snelle opkomst van de band werd duidelijk in de enorme vraag naar hun merchandise, aangezien de merchandise-stand tijdelijk moest sluiten om bij te vullen!

Ondanks de verzengende hitte in hun gewaden leverde Sleep Token een onberispelijke podiumproductie af, waarbij geen detail over het hoofd werd gezien. De breakdown van Hypnosis van het geliefde album This Place Will Become Your Tomb (2021) raakte ons dit keer harder en we konden het niet laten om mee te doen in de moshpit en ’te aanbidden’. In een van de laatste nummers betoverde Vessel ons door tegelijkertijd te zingen en keyboard te spelen.

Het grootschalige slotstuk kwam met het triomfantelijke Higher, dat een onuitwisbare indruk op ons allemaal achterliet. Het was indrukwekkend om hun onwrikbare toewijding aan hun kunst te aanschouwen, zelfs onder uitdagende omstandigheden. (ML)

Candy – Buzzard – 21:30 – 22:15

Wanneer je je programma uitstippelt voor het festival zijn er altijd wel bands bij waarvan je niet goed weet wat te verwachten. Candy was voor mij zo’n naam. De ene keer was ik ondersteboven van de indrukwekkende sound, de andere keer was de skipbutton sneller ingedrukt dan dat de tweede noot uit mijn muziekspeler knalde. Dat ik niet de enige nieuwsgierige was, werd duidelijk aan de opkomst. Rond half tien stond het kleine tentje goed gevuld. Wanneer Candy op het podium stond, veranderden al die vredelievende mensen van daarnet in een stelletje wilden.

Eerder op de dag deed End het al eens voor. Chaos zo brengen dat het toch gestructureerd voelt. Er zit geen logica in de ontplooiing van de muziek van Candy. Het is de ene tempo-versnelling/vertraging na de andere, iets wat in de pit voor extreme taferelen zorgde. Zij die de muziek wel meester waren, wisten wanneer de orkaan zou toeslaan. Meer nog, vaak waren het de orkanen zelf! Ikzelf stond net buiten het tentje, waar ik goed zicht had op de pit. Dus ook op de mensen die naar buiten kwamen gestrompeld. Voor één man was strompelen echter geen optie meer. Een man die als een bezetene rond zich sloeg maakte de baan vrij voor twee andere, welke de gewonde naar buiten droegen. Eenmaal buiten, en in de goede handen van de organisatie/EHBO, kwam de man weer bij.

Candy liet het allemaal niet aan zijn hart komen en bleef maar knallen. Wie een dipje had en schrik had om vroegtijdig af te haken, moest hier present tekenen. De adrenaline die van dit geheel spatte was ongezien. Zonder twijfel leverde de Amerikanen hier één van de meest intense shows van het weekend af. Zelf gaven de mannen ook alles. Heel de band leefde zich uit en genoot duidelijk van de wel zeer woelige pit. Een half uur na de start besloot Candy dat het wel welletjes was geweest. Met nog een kwartier op de teller gingen de mannen de backstage in, waarvan ze niet meer terugkeerde. Doodzonde, want in dat kwartier had de band nog harder kunnen toeslaan. Maar misschien is het maar beter dat ze vroegtijdig stopte, deze wedstrijd had al genoeg slachtoffers gemaakt. Weer een naam op mijn lijstje erbij voor de niet te missen zaalshows. (B.W.)

Papa Roach – Eagle – 22:15 – 23:15

De voorlaatste act was een epische headliner set van de onvergelijkbare Papa Roach. Hun tijdloze hits zoals Last Resort (recentelijk gecoverd door Falling in Reverse), Between Angels and Insects en Blood Brothers (die herinneringen oproepen aan de goede oude dagen van het Tony Hawk’s Skater Pro game) resoneerden bij fans van alle leeftijden, wat zorgde voor een overvolle en enthousiaste menigte in de Eagle-tent. Papa Roach verspilde geen tijd en zette de toon met de explosieve opener Kill The Noise, begeleid door een vuurwerkshow.

Gedurende de avond brachten ze een spervuur van energieke, meeslepende nummers, waardoor golven van nostalgie ontstonden bij trouwe fans en nieuwe fans werden betoverd door hun onmiskenbare podiumaanwezigheid. In het midden van de set verrasten ze ons met een krachtige cover van Firestarter van de legendarische Prodigy. Alsof dat nog niet genoeg was, kwamen de leden van Hollywood Undead het podium op om het aanstekelijke Swerve te vertolken.

Naarmate het optreden zijn climax naderde, was het tijd voor het pronkstuk van hun discografie en waarschijnlijk een van de meest populaire moderne rock/metalnummers aller tijden: Last Resort. Dit tijdloze anthem vertegenwoordigt de blijvende erfenis van Papa Roach en overstijgt generaties, waardoor het een hoeksteen van hun carrière is geworden. Frontman Jacoby Shaddix beheerste het podium met een onweerstaanbare magnetisme en stortte zijn hart en ziel in elke tekst. FEVER 333-frontman Jason Aalon Butler maakte een memorabele verschijning en deelde de microfoon tijdens dit epische slot. (ML)

De Hardheid – Hawk Stage – 22:15 – 23:15

Wie van een show in de kleinste stage van het festival voor de volle honderd procent wou genieten, moest vroegtijdig afzakken. De dag voordien belandde ik er voor een stukje van Nøfx, om even wat anders te hebben dan Parkway Drive. Echter een spotje binnen was geen optie, en het geluid buiten was door de intimiteit van de stage, op z’n zachtst uitgedrukt niet optimaal. Toen de Amerikanen van Candy een kwartier voor tijd besloten om er de brui aan te geven, dacht ik wel genoeg tijd te hebben om rustig de oversteek te maken. Als Belg heb ik duidelijk de aanhang van de Hollandse SKA band onderschat. Wie dacht dat het tentje de dag eerder zijn maximum capaciteit had bereikt, was verkeerd. Voor De Hardheid waren de meeste mensen bereid om toch nog wat te wringen om er alsnog bij te horen. Ik koos net zoals de vele andere voor een spotje buiten.

De sfeer was ook daar uitstekend, tot ver buiten de tent stonden mensen in groepjes te dansen en te pilsen. Bier en dansen, dat zijn de perfecte ingrediënten voor een show van De Hardheid. Al viel het ook wel op dat er tijdens deze show ook hier en daar van een pretsigaret genoten werd. Een grotere stage had hier echt wel op zijn plaats geweest. Deze iconische SKA band hield een kortstondige reünie, een spotje op Jera On Air kon dus niet ontbreken. Dat het laat op de avond was, dat is normaal voor een band met zoveel jaren ervaring op de teller. Maar dat het zijn kunstje op de kleinste stage moest tonen, dat was toch jammer. Er waren meer dan gegadigden genoeg die deze reünie voor geen geld van de wereld wilde missen.

Met negen man stonden ze op het kleine podiumpje, er was nauwelijks ruimte om te bewegen, maar dat deed de band toch! Samen met het publiek maakte ze er een ongezien feestje van. Dit festival staat gekend voor zijn energie, maar wat De Hardheid hier teweeg bracht, was toch van een ander niveau. Er waren maar weinig bands welke zijn publiek zo in zijn macht had als de De Hardheid. Een kolkende Hawk bestaande uit skankers, two-steppers en punkrockers verenigde zich tot een kolkende pit. Qua feestgehalte was dit zonder twijfel één van de beste van het weekend.

De setlist die de Hollanders zijn publiek voorschotelde, was een aaneenrijging van hits. Tot enkele maanden terug kende ik de band enkel van naam, maar doordat ze door Jera werden aangekondigd, kwam ik in aanraking met hun wonderlijke muziek. Toen ik tussen het publiek stond merkte ik dat de Hollanders deze hitmachine wel naar waarde schatten. Zowat alles werd luidkeels meegeschreeuwd en een hele set lang wist de band zijn publiek tot het uiterste te drijven. Tijdens ’t vrouwtje besloten een hoop dames om zich te wagen aan een sprongetje in het publiek of om al crowdsurfend naar voor te gaan. De leuke taferelen volgde elkaar in een sneltempo op.

Kutmuziek was één van de weinige nummers welke ik, in een ver verleden, al eens had beluisterd. Even moest het geskank plaatsmaken voor het betere duw en trekwerk. Geen agressieve pit, alles bleef beschaafd zoals dat gaat tijdens een SKA-optreden. Iedereen moet er een goed gevoel aan overhouden, de cohesie maakte het alleen maar spectaculairder. Uitgelaten maar met respect voor een ander, dat is de sfeer tijdens De Hardheid. Er was zelfs een man in een rolstoel welke zich waagde aan het betere crowdsurfwerk. Je zag de man maar ook de mensen onder hem duidelijk genieten. Een episch momentje op Jera.

Iets voor elf besloot ik om me richting Vulture te begeven waar Hatebreed bijna ging starten. Het was met pijn in het hart, want dit was echt een geweldige ervaring. Hopelijk hebben de Hollanders de smaak weer te pakken, en komen er nog enkele extra data. Ook tijdens het schrijven van deze review werd ik nog bedwelmd door die warme gloed. Dankjewel De Hardheid voor deze onvergetelijke herinnering. (B.W.)

Hatebreed – Vulture Stage – 23:00 – 00:00

En voor je het goed en wel besefte waren we al aan de afsluiters van de avond beland. De Amerikaanse hardcore-/metalcoregigant Hatebreed had de eer om de Vulture af te sluiten. Zo’n vijf minuten voor aanvang van de show was de opkomst aan de magere kant. Je kon probleemloos de eerste rij bereiken, iets wat in het verleden anders was. Het eerste kwartier van de setlist stond gelijk geprogrammeerd met het einde van de set van Papa Roach, waar de tent wel uitpuilde. Klokslag elf uur begon Hatebreed aan zijn set, al was het duidelijk dat Jamey Jasta schrok van de magere opkomst.

Openen deed het collectief met Live For This. Jasta zijn geschreeuw ging door merg en been en ik denk zelfs door de wanden van de Eagle want plotseling begon het volk toe te stromen. Mensen vlogen naar voor, iets wat de volgende tien minuten bleef aanhouden. Wie de fans van Hatebreed kent weet dat ze dat op hun manier doen. Het zorgde ervoor dat zowat heel de tent veranderde in een kolkende massa, en terecht! Al duurde het wel even voor Hatebreed op kruissnelheid presteerde.

Dit was mede te wijten aan een twijfelende geluidstechnicus. Tijdens de derde track Tear It Down werd er nog wat gesleuteld aan het geluid, wat het zeker niet slechter maakte. De basslijnen kwamen beter tot zijn recht en ook de drum kwam wat ruwer over. Jasta zelf lag ook hier en daar wat in de knoop met zichzelf, iets wat we niet gewoon zijn van de man. Dit jaar viert de band de twintigste verjaardag van Rise Of Brutality, wat ervoor zorgde dat er meer nummers van deze plaat gespeeld werden. Het leek wel alsof Jasta zijn stem had getraind voor deze oudere krakers, want die verliepen vlekkeloos.

De setlist bestond uit veertien nummers, elf nummers hiervan staan op één van de eerste vier langspelers van Hatebreed. Het werd dus echt een trip down memory lane, met alleen maar klassiekers, een setlist waar een fan dus alleen maar kan van dromen. Before Dishonor, één van de nummers vanop de debuutplaat, wist in combinatie met wederom een uitstekende crowd, het meest mijn aandacht te trekken. Het leek wel alsof iedereen in de Vulture zijn of haar frustraties van zich wilde dansen. Ook Hatebreed zag dat de crowd uitzinnig was en bleef maar pompen. In de pit was het knallen of er bij neervallen.

Zoals we Hatebreed kennen spatte de dankbaarheid van het collectief. Tussen het gebabbel door liet Jasta weten dat het volgend jaar dertig jaar Hatebreed mag vieren met een nieuwe langspeler en bijhorende tour. Zien we Hatebreed volgend jaar weer in ysselsteyn? Na een set als vandaag hebben we niet liever. Want ook deze keer zorgde ze voor een bom aan energie. (B.W.)

Rancid – Eagle – 00:00 – 01:00
&
Fleddy Melculy – Hawk – 00:00 – 01:00

Wanneer je naar een festival gaat, weet je dat je keuzes zal moeten maken. Soms zijn die hartverscheurend, de andere dan weer voor de hand liggend. Eentje waarover ik maar bleef peinzen, was de clash tussen de Amerikaanse punkgigant Rancid en de iets minder gigantische maar minstens zo spectaculaire Fleddy Melculy. Voor een groot deel onder de festivalbezoekers was de keuze snel gemaakt, Rancid. Maar het feit dat onze Belgische trots de kleine Hawk mocht afsluiten, dat sprak mij ook wel aan. Omdat het me een dagje eerder zo was bevallen, besloot ik ook deze headliners met elkaar te mixen. Ik koos ervoor om na Hatebreed in lichte looppas richting de Eagle te trekken, waar ik net op tijd binnen stormde. In het begin van deze maand bracht Rancid met Tomorrow Never Comes de tiende studioplaat op de markt. Voor het festival bekeek ik de set van de Amerikanen om te weten wanneer de titeltrack van deze plaat de revue zou passeren.

Want dat is zo’n bom aan energie, die wilde ik echt niet missen. Ook de Amerikanen beseffen dat het een pareltje is en besloten er deze tournee de set mee te openen. Ik was dus blij als ik zag dat het spektakel op Jera On Air nog moest starten. Een paar seconde duurde het vooraleer Rancid besloot om doormiddel van Tomorrow Never Comes deze heerlijke punkshow te openen. Tim Armstrong en Matt Freeman dartelde over de stage en ook Brandon Steineckert ramde als een bezetene op z’n drums. Lars Frederiksen was dan weer enthousiast op zijn manier. Rancid had er duidelijk zin in en speelde vanaf de eerste minuut retestrak.

Ik stond zo te genieten, dat het me pas tijdens Radio, de derde song van deze indrukwekkende set opviel dat de Eagle helemaal niet vol stond. Rancid is dan misschien geen commerciële naam als The Offspring of Rise Against, maar ik dacht dat muziekminded Jera deze act wel meer naar waarde zou schatten. Wat ik wel vanaf mijn spotje kon vaststellen is dat de Hawk voor Fleddy Melculy veel te klein was. Het kriebelde om ook daar eens te gaan kijken, maar de Amerikanen speelden zo strak, dat het toch nog even duurde vooraleer ik me aan de oversteek waagde. Ze bleven de ene na de andere klassieker afvuren en zette de mainstage onder hoogspanning. We waren zo’n twintig minuten ver in de set toen het besloot om met East Bay Night een eerder onbekende track te spelen. Het was voor mij het moment om eens richting Hawk te trekken.

Zoals ik al van ver kon zien was het tentje daar veel te klein. Net zoals bij De Hardheid eerder op de avond, stonden de nieuwsgierigen tot ver buiten de tent. Als ik aankwam kon ik alleen maar constateren dat dat niet meer dan terecht was. Fleddy Melculy staat sinds zijn geboortedag garant voor een feestje. Daar Rancid een pak beter presteerde dan de vorige keer dat ik de Amerikanen aan het werk zag, op Groezrock 2016 om precies te zijn, nam ik me voor om me slechts tot drie nummers van Fleddy Melculy te beperken. Ik werd verwend met Freddie, Stop en Niks, een drieluik waar ik vooraf voor had getekend. Op de vorige editie mochten de Belgen de Eagle openen na de late cancel van Loathe, en dat deden ze meer dan behoorlijk. Ze zorgden ervoor dat de grootste stage van het festival aardig gevuld was. Dat ze nu plotseling in de kleinste stage moesten aantreden, blijft op zijn minst opmerkelijk.

Fleddy Melculy en zijn leger des heils zullen er niet slechter door geslapen hebben. Het is natuurlijk een eer om je set om middernacht te mogen starten op Jera, er zijn er maar weinige die dat kunnen zeggen. Dat het een optreden ging worden zeer dicht bij de fans, ook dat schrikt Fleddy Melculy niet af. Sterker nog, ze doen niet liever. Het is een band die graag connecteert met zijn publiek, en dat altijd op een magistrale wijze doet. Dat was ook nu niet anders, iets wat op Jera dan altijd zal uitdraaien op een feestje. Ook deze band was op geen foutje te betrappen, Fleddy Melculy en Rancid, twee groepen die het niveau van de top probleemloos halen.

Niks is één van mijn favoriete nummers van deze formatie, het was fijn om de mini-set hier mee af te kunnen sluiten. Althans dat was wat ik dacht, hoe groot de lokroep ook was van de Amerikaanse punkers, een potje Ik Ben Kwaad kon ik toch niet afwimpelen? Het was niet volgens de planning, maar toch bleef ik nog even hangen om ook deze ware krachtpatser nog mee te maken. De Hawk ontplofte, crowdsurfers kwamen van overal en ook de moshpit werd duidelijk woeliger. De volgende keer mag Fleddy Melculy gerust weer op een groter podium, daar hebben ze wel de aanhang voor. Het was met een wel zeer wrang gevoel dat ik richting Rancid trok, al was het maar uit medeleven voor deze punkgigant.

Want hoe vol de Hawk stond, zo leeg stond de Eagle, en dat voor een naam als Rancid. Waar waren al die enthousiastelingen naartoe die zo aan het dansen waren tijdens de set van The Interrupters? Zij die wel nog stonden te genieten van één van de grootste punkbands op onze aardknot, deden dat op de tonen van Old Friend. Het duurde niet lang vooraleer ik me weer in de juiste gemoedstoestand bevond. Ook het tweede deel van de set van de Amerikanen die ik kon meepikken, bleef het de ene klassieker na de andere afvuren. Wie dacht dat de sfeer op zijn hoogtepunt was gekomen moest Olympia WA. nog meemaken. Om nog maar te zwijgen over het kippenvel momentje tijdens The Wars End.

Frederiksen stond even alleen op het podium om deze ballad op zich te nemen. De rauwe stem van de man vulde de weide probleemloos. Je zag dat ook de mensen buiten, aan de drankenstanden toch even beroerd werden. Wat de set nu wel kon gebruiken, was een adrenalineinjectie van jewelste. Rancid heeft er zo wel enkele in zijn uitgebreide repertoire. Dat het koos voor de snedige track Something In The World Today was eerder opvallend, maar bleek achteraf een geniale zet. Het is misschien niet de meest gekende song van de band, maar hij zorgde voor de nodige power die toch welgekomen was. Wat volgde was een Rancid dat weer begon aan datgene waarvoor ze garant staan: klassiekers afvuren.

Met Time Bomb en Ruby Soho had de band twee van de grootste publieksfavorieten achter de hand gehouden om de set op een wonderbaarlijke manier af te sluiten. De mensen konden de nacht al dansend inzetten en goed gehumeurd richting tentje trekken. Het was dan misschien niet de grote publiekstrekker als Parkway Drive en Floggin Molly wel bleken te zijn. Wat betreft sfeer en kwaliteit hoefde de Amerikanen zeker niet onder te doen. Wie er bij was genoot duidelijk met volle teugen, de rest is bijzaak. (B.W.)

Setlist Fleddy Melculy

  1. Let’s Go
  2. Vandaag Nog Wel 
  3. Nee
  4. Fuck Uw Vrienden
  5. Dudedeedurtwo
  6. Freddie
  7. Stop
  8. Niks
  9. Ik Ben Kwaad
  10. Fake
  11. Geen Vlees, Wel Vis
  12. Feestje In Uw Huisje
  13. Apu Van De Nightshop
  14. Geen Tijd Voor Spijt
  15. Pinker
  16. Varken
  17. T-Shirt van Metallica / Fleddy Melculy

 

Jera On Air 2019: het verslag: dag 1

Jera On Air 2019: het verslag: dag 1

Na een dagje werken was het eindelijk zover, Jera On Air. Het festival was makkelijk bereikbaar en ook aan de camping was het nauwelijks aanschuiven. Wel nieuw vanaf dit jaar, iets waar veel fans hun onvrede hebben over geuit, is de befaamde brug om naar de camping te gaan. Mensen met een bolderkar moesten een heuse tocht ondernemen om heelhuids de tentenweiden te bereiken. Nadat we ons tentje hadden opgegooid, zo gaat dat anno 2019, was het even genieten van de avondzon om vervolgens richting Bury Tomorrow te trekken.

Bury Tomorrow – Vulture Stage – 23:30 – 00:30
Pré-party


 

Steeds vaker kiezen gerenomeerde festivals om een pré-party te organiseren. Hiermee probeert de organisatie de stormloop aan de camping wat te verspreiden. Ook op Jera On Air had er eentje voorzien, voor zij die vroegtijdig naar Ysselsteyn reisden. Kleppers als Bury Tomorrow, Deez Nuts, SHVPES en Our Hollow, Our Home werden geboekt om het festival op gang te trekken. Ook werd er, in samenwerking met Dynamo een emonight georganisseerd met coverbands van My Chemcal Romance, Panic! At The Disco en meer. Daar ik tot laat had moeten werken, en nog een hele reis had moeten ondernemen alvorens op de camping te arriveren, heb ik alleen Bury Tomorrow aan het werk kunnen zien.

Openen deed de band verrassend met No Less Violent afkomstig van de nieuwste telg Black Flame. Het vijfde studioalbum verscheen vorig jaar in de zomer op de markt, maar wist me nooit echt te overtuigen zoals hun voorgaande langspelers. Ook op Jera wisten de nieuwste nummers mij alles behalve te overtuigen. Ze zijn zeker niet slecht, maar ten opzichte van de klassiekers is het wat povertjes. Met uitzondering van Knife Of Gold haalden de prille nummers veel te vaak weer de vaart uit de setlist. Meesterwerken als Earthbound en Lionheart deden Ysselsteyn even op z’n grondvesten daveren.

Het was de vijfde maal dat ik Bury Tomorrow aan het werk zag, maar spijtig genoeg wel de slechtste keer. De vier voorgaande keren wisten ze me telkens te verrassen met hun catchy sound, deze keer was het te plat en zelfs wat rommelig. De Britten beseften het maar al te goed dat ze hier een meer dan belabberde prestatie aan het neerzetten waren. Al vroeg in de set begon de gevestigde waarde naar uitvluchten te zoeken zoals: “Het is allemaal al lang geleden”. In werkelijkheid zo’n dikke twee maanden na de show op Impericon Festival te Oberhausen.

Uitvluchten welke niet mogen gebruikt worden door een band met naam en faam als Bury Tomorrow. De Britten zijn uitgegroeid tot één van de belangrijkste bands binnen het genre, welke op Jera ondermaats presteerde. Gelukkig was er het tweeluik van Man On Fire en Lionheart welke de kenmerkende sfeer van Bury Tomorrw kon overbrengen. Even werd de Vulture Stage een slagveld waarbij de armen en benen duchtig in het rond vlogen. Na dit sterke tweeluik koos de band om met de titeltrack van Black Flame af te sluiten. De energie welke even de bovenhand nam, en voor een uitgelaten menigte zorgde, was weg voor je het goed en wel besefte.

Daniel Winter Bates nam tussen de nummers door uitgebreid de tijd om zijn publiek te woord te staan. Iets wat de man altijd al heeft gedaan, het heeft ook zijn charmes. Bates blikte ondermeer terug op zijn vorige passage op Jera On Air, en sprak over hoe geweldig deze pre-party wel niet was. Na de show kwam de frontman nog naar het publiek toe om een babbeltje te slaan en op de foto te gaan. Iets wat Bates al vanaf het begin doet, de appreciatie voor zijn fans is nog steeds groot, mooi om te zien.

Bury Tomorrow mocht de openingsavond afsluiten maar presteerde fel onder de verwachtingen. Het gitaarwerk, één van de sterke punten van de band, kwam er niet door waardoor ook dit te wensen overliet. Mijn eerste Jerashow had alles om een show te worden om nooit te vergeten, met een ronkende naam. De Britten waren het buskruit vergeten, jammer. Na de show was het genieten van de sfeer op de camping maar vooral uitkijken naar de eerste volwaardige festivaldag met als opener Drug Church.

Setlist:

  1. No Less Violent
  2. Earthbound
  3. More Than Mortal
  4. Knife Of Gold
  5. The Age
  6. Cemetry
  7. My Revenge
  8. Man On Fire
  9. Lionheart
  10. Black Flame

Drug Church – Vulture Stage – 12:00 – 12:30


Vrijdagochtend was het aangenaam ontwaken in Ysselsteyn. Een stralend zonnetje schreeuwde je de tent uit om aan een fantastische festivaldag te starten. Op de middag mochten de Amerikanen van Drug Church en de Fransen van The Amsterdam Red Light District de festiviteiten op gang trekken. De Amerikanen maken een unieke combinatie van punk en hardcore, een combo welke veel bands hanteren, maar er zijn er maar weinig die er zich mee weten te onderscheiden. Drug Church staat bekend om zijn energieke liveshows en ik was benieuwd of ze al zo vroeg op de dag een tikje konden uitdelen.

Foto door Shoot Me Again

Klokslag twaalf uur knalden de eerste noten uit de boxen. Wie deze band enkel vanop plaat kent, zal raar hebben opgekeken. De Amerikanen hebben de reputatie om de o zo netjes opgenomen muziek, live zeer nonchalant te brengen. Dit zorgt er voor dat, waar de mannen ook spelen, ze altijd een unieke show weten af te leveren. Ook op Jera On Air zorgde Drug Church voor één van de hoogtepunten, dit door de overtuiging waarmee Patrick Kindlon, Nick Cogan, Cory Galusha, Chris Villeneuve en Pat Wynne op een podium staan. Het publiek was nog niet goed wakker en/of had het al te warm. Het zorgde voor een makke menigte, maar wel eentje die het geheel wist te appreciëren. Na elk nummer werd er oprecht geapplaudisseerd, misschien dat de kleinere Buzzard stage voor wat meer furie had kunnen zorgen. De lelijke barrière werd al vroeg op de dag een duidelijk pijnpunt van de Vulture Stage, welke bij verschillende shows voor energieverlies zorgde.

Foto door Shoot Me Again

Frontman Patrick Kindlon had het duidelijk naar zijn zin. Of dit komt door de opkomst of door de genomen pretmiddelen laten we ter zijde. Net zoals bij de bevriende band Culture Abuse, waar zanger David Kelling steevast stomdronken het podium beklimt, stel ik me de vraag of het al dan niet geacteerd is. Hoe dan ook weet het, samen met de nonchalante punk/hardcore, een gezicht te geven aan het toegankelijk geheel. Wie present tekende voor Drug Church,één van de eerste shows op de eerste volwaardige festivaldag, zal deze show niet snel vergeten.

Foto door Shoot Me Again

Met Drunk Tank en Weed Pin had de band dé twee knallers achter de hand gehouden, om het publiek nog één keer te verwennen. Het werd duidelijk dat deze band te vroeg op de dag, én in de verkeerde stage werd geprogrammeerd. In de Buzzard Stage had het dichter bij het publiek gestaan, waardoor de intensiteit gevoelig had gestegen. Nu werd het een meer dan vermakelijke introductieshow. Eentje die vele zieltjes, waaronder ikzelf, zal overtuigd hebben om aanwezig te zijn bij een volgende passage van Drug Church in Nederland of België.

Counting Coins – Buzzard Stage – 13:00 – 13:30


Het broeierig warme weer zorgde na de shows steevast voor een stormloop naar de drankstanden. Er waren voldoende biertogen, spijtig genoeg ook in de tenten, waardoor aanschuiven nauwelijks moest gebeuren. Het zonnig weertje zorgde ervoor dat de mensen wel zin hadden om wat te dansen maar een stevige work-out behoorde echter niet tot opties. Slechte condities voor een hardcoreshow maar de gedroomde voor een ska optreden. Counting Coins weet de twee tot één dansbaar geheel te smelten. Of het publiek voldoende energie voor de dag kon brengen was de vraag, want het was bloedheet in de kleinste stage.

Foto door Shoot Me Again

Al vanaf de eerste noot wisten de Britten de frontstage vlotjes aan het dansen te krijgen. De trompet van Will Chalk zorgde ervoor dat vele mensen geneigd waren de beentjes te strekken. Wel enkel de beentjes, de armen bleven mooi naast het lichaam. Harry Burnby had het duidelijk naar zijn zin en huppelde van de ene kant van de stage naar de andere. Wanneer een frontman als een bezetene zijn beste dansmoves showt, is het publiek ook sneller geneigd te dansen. De Buzzard Stage werd even een lokaal dansclubje. Naast de hemelse trompetlijnen verzorgde Chalk ook nog eens de backing vocals. Hij had hiervoor een micro tot zijner beschikking, maar koos steevast voor het microotje aan het uiteinde van z’n blaasinstrument.

Foto door Shoot Me Again

Counting Coins maakt zeer aanstekelijke muziek, iets wat duidelijk werd gesmaakt door de opkomst. Toch had ik het, mede dankzij de beklemmende temperaturen, na een kwartiertje wel gezien. Ik ben blijven staan in de hoop nog iets speciaal te mogen aanschouwen. Dat was ook het geval. Net voor het laatste dansmuziekje, begon de band prompt platen uit te delen, waardoor er plots ook mensen die doorgaans niet in de pit vertoeven plotsklaps der midden instonden. Gelukkig voor hen was het dansen beperkten tot wat enthousiast heen en weer gehuppel.

Foto door Shoot Me Again

Counting Coins leverde hier een leuke show af. Het was één van de weinige shows welke positieve elementen mocht ervaren aan dit warme weer. Door de warme temperaturen hadden veel mensen zin in wat ska, en dat kregen ze ook..

Manu Armata – Buzzard Stage – 14:00 – 14:30


De Nederlanders van Manu Armata werden enkele dagen voor het festival opgebeld door Jera On Air. Doordat de Amerikaanse hardcoreband Candy op het laatste nippertje zijn komst annuleerde, kwam er een spotje vrij op de affiche. Aangezien Manu Armata net naast een spotje greep van de jaarlijkse wedstrijd, was het de meest logische vervanger én terecht. De mannen brachten vorig jaar met All I Have een knaller van een ep’tje op de markt en verdiende het gewoon om hier op Jera voorgesteld te worden.

Foto door Shoot Me Again

Net voor aanvang stond de kleinste stage goed gevuld voor deze lokale helden. Ondanks het warme weer werd er door een aantal mensen stevig gedanst met een leuke moshpit als gevolg. Eentje die makkelijk een hele set kon standhouden. Manu Armata was dan ook duidelijk in vorm en vuurde de ene na de andere breakdown op de aanwezige af. Breakdowns welke je even terug katapulteerde in de tijd met strakke two-stepritmes om een knoerd van een bommetje in te leiden.

Foto door Shoot Me Again

Met Keep Breathing en Let It Out werden er “slechts” twee nummers gespeeld van All I Have. Manu Armata koos voor een setlist, welke een voorstelling werd van het intussen uitgebouwde repertoire. Het werd duidelijk dat ze in Nederland fan zijn van deze band, elk nummertje werd even enthousiast onthaald. Nu wordt het tijd om ook de rest van Europa en de wereld te overtuigen. Tussen de nummers door had de band voldoende ruimte gelaten voor hier en daar een babbeltje te maken met het publiek. Persoonlijk begreep ik er niets van, al kan het feit dat ik een Belg ben hier iets mee te maken hebben. De muziek die de mannen uit Harlingen voorschotelde sprak de taal van de muziek en was simpelweg geweldig.

Foto door Shoot Me Again

Manu Armata verbaasde vriend en vijand met een heerlijke hardcoreshow. Achteraf ben ik een shirtje gaan kopen bij Eric Van Miltenburg, de gitarist van de band. De grijze en blauwe shirtjes waren in een large volledig uitverkocht. De reden hiervoor was dat er in de toekomst toch geen grote show op de agenda stond, dat was toch het geval tot een weekje voor Jera On Air. Ook nog dit: dikke respect voor de bassist Geert Geit Braaksma. De man speelt altijd met een masker, en dat was ook deze keer, ondanks het zeer warme weer, niet anders.

Setlist:

  1. Self-Reliant
  2. Ashamed
  3. From The Heart
  4. Remain
  5. Keep Breathing
  6. Let It Out
  7. Inanimate
  8. Cyco Vision
  9. No Victory
  10. Close To The Heart
  11. Unworthy

Harm’s Way – Buzzard Stage – 17:00 – 17:30


De warmte was genadeloos, ook op de “friste” dag van het festival. De temperaturen liepen vlot richting 30 graden waardoor een pauzemoment zo nu en dan moest worden ingepland. Normaal stond de Duitse hardcoreband Regulate op de planning maar een stoeltje op de gezellige camping besliste hier anders over. Harm’s Way was de volgende band op de agenda, een band van het recordlabel Metal Blade Records. De verwachtingen waren hierdoor hooggespannen, en deze hebben ze niet helemaal kunnen inlossen.

Foto door Shoot Me Again

Versta me niet verkeerd, de Amerikanen leverden hier een meer dan degelijke hardcoreshow af. Alleen was de setting niet optimaal. Wederom gooide de weersomstandigheden roet in het eten. Harm’s Way maakt een donkere hardcorevarriant, wat lomer, sluwer. Enkel had het publiek al een hele dag een loom gevoel en had het nood aan energie. De momenten dat de Amerikanen het gaspedaal vol indrukten, barstte de Buzzard nagenoeg uit z’n voegen.

Foto door Shoot Me Again

Alleen werd dit te weinig gedaan, waardoor verschillende mensen gedurende de set besloten om de show te verlaten. Harm’s Way heeft laten zien wat het in zijn mars heeft en heeft me kunnen overtuigen dat ik deze band eens een laatavondshow moet gunnen.

Setlist:

  1. Temptation
  2. Human Carrying
  3. Capacity
  4. Last Man
  5. Unreality
  6. Infestation
  7. Call My Name
  8. Breeding Grounds
  9. Become A Machine

Madball – Vulture Stage – 18:05 – 18:50


Madball zal altijd voor een boost van je ticketverkoop zorgen. Deze levende hardcorelegende gaat nagenoeg elk jaar uitgebreid op tournee doorheen Europa, door zijn status staat zowat elke stage aangenaam gevuld voor Freddy Cricien en co. De oudere hardcorefans, welke na enkele jaren nog eens een festivalletje bezoeken willen deze kleppers uit hun jeugdjaren zeker niet missen. Ook de jeugdige festivalganger wil Madball altijd aan het werk zien, om ze af te vinken op het lijstje van must see bands.

Ook op Jera wisten de Amerikanen voor een massale opkomst te zorgen, daar de tent net voor aanvang goed gevuld was. Het werd doorheen de dag al duidelijk dat er, zoals altijd, vele Madballfanaten present hadden getekend. Dit viel op aan de vele T-shirtjes, shortjes en petjes op de weide. Ysselsteyn was klaar om Madball met open armen te ontvangen. Zoals we gewend zijn van deze band werd er van de eerste minuut stevig gemosht. Een sfeer die de band met sprekend gemak kon aanhouden, en toch wist het viertal me voor de tweede keer op rij niet te overtuigen. Net zoals bij de vorige passage in de Muziek-O- Droom te Hasselt wist de nieuwste telg niet te bevestigen.

Voor zij die de band al meermaals aan het werk heeft gezien kan het geheel sowieso wat beginnen tegen steken. De band beschikt over zo’n uitgebreid repertoire en toch valt het steeds terug op datzelfde hoopje nummers. Het was mijn vijfde show en het zal even duren vooraleer ik deze krachtpatser nog eens aan het werk zal zien. Het was zeker niet slecht maar uiteindelijk bleef ik achter met een wrang gevoel.

Jera On Air had het duidelijk wél naar zijn zin, getuige de appreciatie tijdens en na de nummers. Set It Off wist de boel voor de zoveelste keer te doen ontaarden, de moshpit tijdens deze show was gigantisch. Tijdens dit nummertje vermenigvuldigde de crowdsurfers per seconde en ook de intensiteit in de pit steeg gevoelig. Voor het grootste deel van het publiek zal deze show ongetwijfeld één van de hoogtepunten van het weekend zijn geworden. Madball was zeker niet slecht maar het begint wat te veel van het goede te worden.

The Interrupters – Eagle Stage – 18:50 – 19:35


Eerder op de dag leverde Counting Coins een meer dan degelijke skacoreprestatie af. The Interrupters mochten een paar uur later het feestje nog eens overdoen, dit keer met onvervalste SKA. De Amerikanen zijn op korte tijd uitgegroeid tot één van de belangrijkste bands binnen de huidige scene. Vorig jaar brachten de Amerikanen het derde studioalbum op de markt, wat wederom een instant klassieker is geworden. Een dagje eerder speelden Aimee Allen, Kevin Bivona, Justin Bivona en Jesse Bivona nog in de Melkweg te Amsterdam. The Eagle Stage stond goed gevuld en had z’n beste dansschoentjes nog maar eens bovengehaald. De hitte was wat gaan liggen waardoor zowat iedereen, tot zelfs ver buiten de tenten, iedereen aan het dansen was. The Interrupters zette hier met ogend gemak een heerlijke show neer.

Foto door Shoot Me Again

Openen deden de Amerikanen met A Friend Like Me vanop de debuutplaat Interrupters. In het punkcircuit is deze track en zowat al de andere vanop deze schijf, op vijf jaar tijd uitgegroeid tot een ware cultklassieker. Dat werd ook duidelijk in Ysselsteyn, want de hele Eagle Stage zong de tekst uit volle borst mee. De band wist bij iedereen een glimlach op het aangezicht te toveren en wist eenieder te overtuigen om de beentjes in het rond te zwieren.  De muziek die de Amerikanen hier voorschotelde was van een zeer hoog niveau en verdiende niet anders dan deze enthousiaste menigte.

Foto door Shoot Me Again

Wat voor een hemelse setlist hadden de Amerikanen hier weten samen te stellen. Het werd een wandeling doorheen de drie platen Interrupters, Say It Out Loud en Fight The Good Fight. Het werd duidelijk dat de nieuwste nummers welke de revue passeerde, Title Holder, Gave You Everything en She’s Kerosene zich perfect staande weten te houden tussen de ondertussen klassiekers. The Interruperters heeft drie beresterke platen om op terug te vallen, waardoor deze band nooit zal teleurstellen. De publiekslievelingen A Friend Like Me, She Got Arrested en Family werden zo hard meegeschreeuwd dat Allen nauwelijks hoorbaar was. Deze show stond bol van de kippenvelmomentjes.

Foto door Shoot Me Again

Klein minpuntje aan deze onvergetelijke show was de cover van Rancids Timebomb. Versta me niet verkeerd, ook dit was fantastisch en wist de sfeer zeker niet onderuit te halen maar het duurde veel te lang vooraleer ze effectief begonnen aan deze tijdloze klassieker. Er werd gehint naar een zeer invloedrijke band voor de punk- en hardcorescène, waarna de band een miniem stukje van Metallica door de boxen knalde. Dat bleek het niet te zijn waarna de band de legendarische riff van Linoleum van Nofx speelde. Wederom incorrect om vervolgens bij Timebomb uit te komen. De tijd die de band hier verloor met palaveren had nuttiger kunnen gebruikt worden.

Foto door Shoot Me Again

Dit was de tweede keer dat ik The Interrupters aan het werk heb gezien. De vorige keer was was in 2015, waar de band een stage van Groezrock mocht openen. Ook toen wisten de Amerikanen een memorabele show af te leveren, maar deze keer was het nog beter. De progressie dat de band heeft weten te boeken zorgde voor een nog strakker geluid. Ik ga alvast de sociale media van de band goed in de gaten houden, want dit is zowat de enige punk-skaband die me als verstokte hardcoreliefhebber heeft weten te overtuigen om eens naar een zaal show af te zakken. The Interrupters staat gelijk aan tonnen kwaliteit én een energieke show.

Ignite – Vulture Stage – 21:05 – 21:55


Na de energieke set van The Interrupters heb ik ervoor gekozen om wat voedsel te nuttigen, wat hier in Nederland echt van topkwaliteit was. Hollanders gierig? Kom dan maar eens naar de porties kijken die hier worden verkocht. Ook het eten was hier in Ysselsteyn van zeer hoge kwaliteit. Achteraf was het iets te gezellig op de camping, maar voor Ignite verlaat je dat stoeltje maar al te graag. Zoals veel bands op deze affiche is Ignite een band die zelden iemand heeft teleurgesteld. De Amerikanen weten als geen ander punk en hardcore tot één geheel te smelten, wat ook opvalt aan de fans van Ignite. Zo liepen er verschillende mensen op de weide met merchandise van de band. De ene gecombineerd met een shirtje/shortje/petje van Nofx, dan andere dan weer van Gorilla Biscuits, heerlijk toch.

Foto door Shoot Me Again

Het was de vierde keer dat ik de Amerikanen aan het werk zag, maar deze show op Jera On Air zal ik niet snel vergeten. Daar de band een mengeling serveert van punk en hardcore leunt het vaak wat meer naar één van de twee. De drie vorige passages was dat steevast naar de punkkant, maar deze keer koos de band ervoor om het gaspedaal vol in te drukken. De drums van Craig Anderson waren pertinenter aanwezig waardoor de hardcore beter tot z’n recht kwam. Ignite raasde drie kwartier als een gek, dit ondanks het feit dat er toch wat misliep tijdens de show.

Foto door Shoot Me Again

Zo was het geluid niet goed, iets wat doorgaans wat teleurstelde op Jera. De bassdrum van Anderson veroorzaakte een vervelende ruis, welke een groot deel van de instrumenten uit de strijd haalde. Gedurende de set probeerde de geluidtechnici het geluid beter af te stellen, iets wat een zaak van lange adem werd. De set was zo’n driekwart gevorderd vooraleer het geluid voor geen ergernis meer zorgde. Toch wisten de Amerikanen een hele set lang uit te halen, dit gewoon door zijn overtuiging en geloof in eigen kunnen. Ook hier werden we verwend met een best-of-setlist, waar een groot deel van de klassiekers de revue passeerde. Slowdown werd een kippenvelmomentje, daar de band besloot om deze akoestisch te brengen. Bij andere bands zou je vrezen dat de energie van daarvoor verdwenen zou zijn, maar bij Ignite weet je dat ze over voldoende buskruit beschikken om direct weer op de gewenste sfeer te zitten.

Foto door Shoot Me Again

Het enthousiasme waarmee Ignite voor de dag kwam, nam ook zijn tol bij frontman Zoli. Vaak was de man zo fel aan het springen dat hij de tekst te laat inzette of domweg vergat. Maar net als bij The Interrupters was er ook hier een publiek wie de teksten probleemloos overnam. Wat een fantastische band is Ignite toch. Ze speelde hier een show welke door de omstandigheden helemaal anders had kunnen uitdraaien. De mannen uit Orange County, California wisten dit alleen al met zijn vertrouwen recht te trekken. Klasse! Het was voor mij de vierde keer dat ik de Amerikanen aan het werk mocht zien, en ondanks het mindere geluid was dit de beste show tot dusver. De hardcore nam voor de eerste keer de bovenhand wat voor meer stootkracht zorgde.

Risk It! – Buzzard Stage – 22:00 – 22:40


Bekomen van de genialiteit van Ignite zat er niet in. Na deze onvergetelijke show was het, snel naar de biertogen lopen, om vervolgens richting Buzzard Stage te trekken. De grote massa was zich naar de grootste stage aan het haasten voor Sum 41. Persoonlijk had ik verwacht dat de kleinste stage zou uitpuilen voor de gevestigde waarde Risk It!. Zo’n vijf minuten voor aanvang was er nauwelijks volk te bespeuren. Waar zaten al die verstokte hardcoreliefhebbers? Sum 41 is een grote naam, maar toch had ik gedacht dat Risk It! meer geïnteresseerde zou trekken. De weinige die wel present tekende hadden duidelijk veel zin in een stevig feestje. Ondanks de zwaar tegenvallende opkomst werd er stevig gedanst, gestagedived en gecrowdsurfd.

Foto door Shoot Me Again

Een hele set lang wisten de Duitsers de aanwezige te verwennen met stevige hardcore. Tijdens de afsluiter Who’s Foolin Who ging bij verschillende festivalgangers het lichtje uit. De armen en benen vlogen duchtig in het rond, deze moshpit was, door het feit dat er enkel verstokte hardcoreliefhebbers present tekende, zonder twijfel de meest intensieve van het hele festival. Er was veel ruimte, en ook de temperaturen lieten een intensieve work-out toe.

Foto door Shoot Me Again

Wat een geoliede machine is Risk It!. Ze lieten op geen enkel moment een steek vallen waardoor het een opéénstapeling werd van energie. Veel meer valt er niet te vertellen over de show, dit is zo’n band die je live moet ervaren. Alles wat je kan en mag verwachten van een goede hardcoreshow kwam aanbod. Risk It! deed wat je kon verwachten, zwaar uithalen.

Converge – Vulture Stage – 22:55 – 23:45


Eerst was de pijnlijkste overlapping die van Comeback Kid en Death By Stereo.Op de sociale media maakten vele festivalgangers zich druk over deze clash, waarna de organisatie besloot om Ploegendienst te switchen met Death By Stereo. De trofee voor pijnlijkste overlapping, voor mij persoonlijk dan, was vanaf de bekendmaking die van de clash tussen Converge en Backfire!. Beide bands zijn ervaren rotten in wat ze brengen. Tot zo’n vijf minuten voor aanvang van de shows heb ik zitten twijfelen. Uiteindelijk hebben de Amerikanen van Converge gewonnen, daar ze al geruime tijd op m’n verlanglijstje stonden. De band staat bekend als één van de pioniers van het metalcoregenre, logischerwijs dus ook van het matchcoregenre.

Iets wat duidelijk werd wanneer de band de bühne besteeg. Volgend jaar mag de band zijn dertigste verjaardag vieren. De cocktail die de me mannen uit Massachusetts voorschotelen is zo difrentieel dat een show gewoonweg niet kan vervelen. Converge staat voor netjes gestructureerde chaos, welke popliefhebbers steevast als herrie zullen omschrijven. Wie de gelaagdheid in het geheel kan horen, zal maar geen genoeg krijgen van deze wervelwind. De prijs van luidste band hebben de Amerikanen zeker verdiend. Tussen de nummers door nam frontman Jacob Bannon nauwelijks de tijd om te bekomen, maar hierdoor bleef de intensiteit wel makkelijk behouden. Het werd dus, net zoals voor de athleten in de pit, een fitnesstraining voor Bannon. Vijftig minuten lang raasde de band als een gek, wat een kolkende massa opleverde. Heerlijk na zo’n dagje zweten om dan alle frustratie op zo’n deugddoende manier uit te kunnen werken.

Tijdens de show besloten verschillende mensen om de voorstelling vroegtijdig te verlaten. Net na deze wervelwind gingen de Britten van Enter Shikari starten aan hun show op de Eagle stage. Dit zorgde voor een constante stroming van mensen. Persoonlijk stond ik achteraan in tent, daar er een totaal rookverbod was in de tenten, dat strikt werd nageleefd. De Mainstage liep zo’n kwartier voor aanvang goed vol, waardoor ik besloot om met een groot deel van de massa het hazenpad te kiezen. Jammer, want Converge was in goede doen en leverde een unieke show af dit weekend.

Enter Shikari – Eagle Stage – 23:45 – 01:00


Twee jaar op een rij een festival mogen afsluiten, er zijn maar weinig bands welke het mogen. Akkoord, Enter Shikari had hier normaal niet gespeeld, maar toch. Er was nog voldoende tijd tussen het hele Architects-gebeuren en het festival zelf en toch werd er aan de mouw van de Britten getrokken. Enter Shikari stemde hier maar al te graag mee in, al was de grote vraag wat ze gingen brengen. Werd het wederom een voorstelling van de nieuwste telg The Spark of hadden ze iets anders voorzien? Eerder dit jaar kwam de band zijn nieuwste werk al voorstellen in de 013 te Tilburg. De kans leek me klein dat de band weer meer van hetzelfde kwam brengen, daar Enter Shikari staat voor vernieuwing. Persoonlijk had ik gehoopt op een verjaardagsfeestje voor de tweede plaat Common Dreads, maar dat is het niet geworden. Het werd een gevarieerde setlist met enkele oudere vergeten pareltjes.

The Appeal & The Mindsweep I had de eer om deze feestelijke avond te openen. Een goed gevulde Eagle Stage had het duidelijk naar zijn zin, zowat al de beentjes gingen van de grond. Met die drie daarop volgende nummers barstte de tent helemaal uit z’n voegen. Met Destabilise, Sssnakepit en Quelle Suprise, drie oudere nummers, had de band al vroeg in de set een serieuze uppercut voorzien. Take My Country Back, afkomstig van de nieuwste telg The Spark, werd eerder dit jaar, tijdens de set in de 013 te Tilburg, akoestisch gebracht. Op het punk- en hardcorefestival Jera werd het zoals op plaat gebracht, al blijft dat altijd een relatief begrip bij Enter Shikari. Laat ons zeggen dat de power hetzelfde was als die op de plaat, de muziek werd zoals zo vaak bij de Britten, hier en daar wat aangepast.

De sfeer had na Take My Country Back nauwelijks aan intensiteit ingeboet, de volgende uppercut werd ditmaal uitgedeeld met Arguing With Thermometers, Slipshod en Anaesthetist. Minder furieus dan zijn voorganger maar daarom niet minder effectief. Deze uppercut was er eentje die ook buiten de frontstage voelbaar was. Arguing With Thermometers, afkomstig vanop de derde langspeler A Flash Flood Of Colour, welke ondertussen al zeven levensjaren op de teller heeft staan, overtuigde de oudere liefhebber om de beentjes te strekken. Slipshod een nieuwere track, is er eentje voor de liefhebbers van het betere moshwerk om dan met Anaesthetist weer wat catchyer uit te halen.

De Quick Fire Round zat wel nog in de setlist, maar mag wat mij betreft achterwegen worden gelaten. Akkoord het zet nog maar eens in de verf wat voor een straffe muzikanten het zijn, maar nummers als Sorry Your Not A Winner en The Last Garison dienen nu eenmaal volledig gespeeld te worden. De remix van No Sleep Tonight was dan weer wel een schot in de roos, tijdens de voor vele fans mindere Quick Fire Round. Zo’n tien minuten vooraleer het effectieve stopuur aanbrak besloot de band om het podium al eens te verlaten. Natuurlijk begonnen de fans te schreeuwen voor meer, maar de bisronde welke bestond uit Torn Apart en Live Outside, smaakte als een veel te warme cola, iets wat we dat weekend al te vaak mochten ervaren.

Enter Shikari zette hier een show neer welke ze niet snel zullen vergeten in Ysselsteyn. Tot ver buiten de stage waren de mensen aan het genieten van deze pittige cocktail. Mijn eerste Jera On Air dag zat erop met Shikari, Drug Church, The Interrupters en Ignite als hoogtepunten. Vervolgens was het een afterparty op de camping en uitkijken naar dag twee van het festival met kleppers als Turnstile, De Heideroosjes, Hatebreed en Death By Stereo. Dank aan Jürgen Bruynooghe van Shoot Me Again voor de foto’s

Setlist:

  1. The Appeal & The Mindsweep I
  2. Destabilise
  3. Sssnakepit
  4. Quelle Suprise
  5. Take My Country Back
  6. Arguing With Thermometers
  7. Slipshod
  8. Anaesthetist
  9. Rabble Rouser
  10. Juggernauts
  11. Mothership
  12. There’s A Price On Your Head

Quickfire round

  1. Sorry You’re Not A Winner
  2. No Sleep Tonight (2019 remix)
  3. The Last Garrison
  4. … Meltdown

Encore

  1. Torn Apart
  2. Live Outside

 

 

The Interrupters – Say It Out Loud

The Interrupters – Say It Out Loud

Het optreden van The Interrupters tijdens Groezrock 2015 zit nog steeds in mijn geheugen gegrift. En dat zal ook nog zo’n tijdje blijven. De Amerikaanse ska-punkband leverde, wat mij betreft, de beste openingsshow af in negen jaar tijd. Al vroeg op de dag wisten de Amerikanen met sprekend gemak, een volle Impericon Stage te doen feesten. Met Sat It Out Loud heeft de band onlangs een nieuw album uitgebracht. Eentje waar ik al lang naar uitkeek. Ik ben benieuwd of The Interrupters mij ook met een album kunnen omver walsen. (meer…)

X