Jera On Air 2025: Zaterdag

Jera On Air 2025: Zaterdag

Deze editie van Jera On Air telde opnieuw drie festivaldagen, in tegenstelling tot vorig jaar, toen een extra dag werd toegevoegd ter gelegenheid van de dertigste verjaardag van het festival. Dat vierde dagje bleek een eenmalig experiment, want dit jaar keerde men terug naar het vertrouwde driedaagse format. Zo ging het op zaterdag al richting het slotakkoord, al beloofde dat allesbehalve rustig te verlopen. Met kleppers als Turnstile, Knocked Loose en Refused op het programma was het duidelijk dat Jera nog één keer voluit wilde gaan. Amped-Up was er alweer vanaf het middaguur bij, want met Employed To Serve had de organisatie niet de minste band gestrikt om dag drie op gang te trekken.

Employed To Serve – Vulture – 12:00 – 12:30

Zaterdag is standaard dé dag op Jera On Air. Het is de enige échte weekenddag van het festival, en dat merk je steevast aan de massale opkomst. Ook dit jaar was dat niet anders. De organisatie wilde het publiek dan ook al vroeg richting festivalweide lokken, want zowel de Vulture als de Buzzard werden geopend door twee graag geziene namen. Onze geliefde Buzzard werd op gang getrokken door de lokale helden van State Power, maar wij kozen voor de metalcore van Employed To Serve, die twee jaar geleden ook al op ons lijstje prijkten. Toen gooide een technisch mankement roet in het eten: we raakten het terrein niet tijdig op en moesten hun set al aanschuivend in de gietende regen aanhoren. Dit jaar namen we geen risico. We zorgden ervoor dat we ruim op tijd arriveerden, wat geen overbodige luxe was, want de toegangscontrole aan de inkom was dit jaar niet van de poes. Employed To Serve is het onderwerp van deze review. En die stelden, op één kleine uitschuiver na, allerminst teleur.

Openen deden ze met Treachery, afkomstig van het dit jaar verschenen Fallen Star, en dat deden ze met verve. In de kleinere stages is het vanzelfsprekender om meteen het vuur aan de lont te steken, maar in de grote Vulture lukt dat enkel als je écht van goede huizen komt. Employed To Serve had daar duidelijk geen moeite mee. De daaropvolgende track was helaas een stuk minder. Atonement, nota bene van diezelfde nieuwe plaat, werkte als een echte sfeerspons. Het refrein, dat duidelijk inzet op meezingbaarheid, sloeg niet aan en haalde de vaart volledig uit de set. De breakdown op het einde was dan weer wel de moeite, maar de weg ernaartoe voelde veel te langdradig aan.

Gelukkig was dit het enige dipje in een voor de rest stevige setlist. Na die breakdown viel het geen seconde meer stil. Sterker nog: Employed To Serve slaagde erin om al vroeg op de dag iedereen aan het bewegen te krijgen. De tent stond goed vol, zeker gezien het vroege uur, de teksten werden uit volle borst meegebruld, en de moshpit stond continu onder hoogspanning. Afsluiten deden ze met een gewaagde keuze: opnieuw een nieuwe track, Who’s Side You Are?, van Fallen Star. Dat had fout kunnen aflopen, maar het werd een voltreffer. Justine Jones wist de meute nog één keer helemaal op te hitsen, met een donderende breakdown en een geslaagde wall of death als orgelpunt. Employed To Serve greep deze festivalshow aan om hun nieuwste langspeler voor te stellen. Waar dat bij andere bands vaak resulteert in een eerder vlakke of onbekende set, wisten zij zonder moeite een half uur lang te entertainen. Geen overbodige franjes, geen gimmicks, enkel brute kracht, technisch vakmanschap en een frontvrouw die steeds sterker oogt. Missie meer dan geslaagd dus. Employed To Serve liet zien dat ze in topvorm verkeren en maakte ons alleen maar nieuwsgieriger naar een eigen zaalshow.(B.W.)

Dad Magic – 13:30 – 14:00 – Sparrow

Belgen op Jera On Air, dat is vaste prik. Niet alleen in het publiek, maar ook op de affiche duiken steevast enkele landgenoten op. Dit jaar was dat onder meer Dad Magic, een Gentse post-hardcoreband die zich vorig jaar nog liet opmerken tijdens Humo’s Rock Rally. Daar kregen ze gemengde reacties: de energie en het potentieel waren er, maar het samenspel liet volgens de jury nog wat te wensen over. Dat de band ondertussen ook in Nederland voet aan de grond krijgt, bleek uit de opkomst. Het schuurtje, de intiemste stage van het festival, stond aangenaam vol en er hing al voor aanvang een uitgelaten sfeertje. Het publiek was duidelijk klaar voor Dad Magics debuut op Jera On Air.

Toen de Belgen het kleine podium bestormden, schoot de energie meteen de hoogte in. De moshpit kwam aanvankelijk wat aarzelend op gang, maar frontman Sven Aerts bracht daar snel verandering in. Zijn ontembare energie werkte aanstekelijk: hij stuiterde als een bezetene over het podium, zonder ook maar iets in te boeten op vocale kwaliteit. Die gedrevenheid sloeg over op het publiek, wat in het benauwde schuurtje al snel resulteerde in een feestje. Ditmaal geen pit waarbij mensen proberen elkaar KO te slaan, maar een gezellig trek- en duwspelletje.

Toch was de set niet volledig zonder kanttekeningen. Na een furieuze start zakte het tempo hier en daar wat in. Sommige nummers voelden aan als opvulmateriaal en haalden de vaart wat uit de show. Jammer, want wanneer Dad Magic op volle toeren draait, is het een wervelwind. Als ze die intensiteit de volle set weten vast te houden, horen ze moeiteloos bij de hoogtepunten van het weekend.

Afsluiten deden ze met Absurd Beast, een explosieve track die het schuurtje nog één keer deed ontploffen. Een bommetje dat de band slim tot op het einde had bewaard. Met een brede glimlach trok het publiek richting de volgende band, duidelijk onder de indruk van deze jonge Belgische band. Dad Magic bracht een show vol goesting, overtuiging en potentieel. Geen absolute hoogvlieger, maar wel een erg fijne en veelbelovende passage van onze landgenoten.(B.W.)

  1. Cravis
  2. Reruns
  3. Plain Grey 
  4. Still Life
  5. You’re All The Same (Cover)
  6. Love Remains Standing
  7. Ego
  8. Mundane
  9. Keyboard Warrior
  10. Bad Soup
  11. Absurd Beast

Smash Into Pieces – 14:00 – 14:45 – Vulture

Na het nieuws dat gitarist Benjamin Jennebo vorige week zwaar ten val kwam op Graspop, met meerdere gebroken ribben en ernstige knieschade tot gevolg, konden we het optreden van Smash Into Pieces op Jera On Air niet zomaar links laten liggen. Ondanks deze flinke tegenslag stond de band er gewoon, vastberaden om hun show neer te zetten. En dat deden ze met verve.

Ze trapten hun set af met Flow, afkomstig van het recent verschenen Ghost Code. De Zweden, bekend om hun unieke mix van alternatieve rock en elektronische invloeden, maakten meteen indruk. APOC, achter het drumstel met zijn kenmerkende gemaskerde look, gaf een imposante visuele én muzikale performance. Het overvloedige vuurwerk en de lasershow zorgden voor een futuristisch sausje, al gingen sommige lichteffecten wat verloren in het felle daglicht.

Toch deed dat niets af aan de intensiteit van het optreden. De band hield het tempo strak, wist het publiek te raken én in beweging te krijgen. Als afsluiter kregen we Six Feet Under, eveneens van Ghost Code: een krachtig slotakkoord dat zowel muzikaal als emotioneel binnenkwam. (Y.V.)

Dayseeker – 14:45 – 15:30 – Eagle

Tijd voor een brok emotie en intensiteit met de Amerikanen van Dayseeker, die op de Eagle Stage hun melancholische post-hardcore kwamen delen met een massaal opgekomen publiek. Ze openden hun set met Pale Moonlight, hun nieuwste single van eerder dit jaar, waarbij het bijhorende artwork prachtig werd weergegeven op het LED-paneel achter de band, een sfeervolle start die meteen de toon zette.

Dayseeker is een meester in contrast: ze bouwen geduldig aan een intieme, breekbare sfeer, om die vervolgens genadeloos open te scheuren met explosieve hardcore-uitbarstingen. Die dynamiek hield het publiek constant op het puntje van de tenen. Het absolute hoogtepunt kwam bij het voorlaatste nummer Sleeptalk, ongetwijfeld hun populairste track. Het publiek zong luidkeels mee, wat resulteerde in een kippenvelmoment van jewelste. Voor ondergetekende een nummer dat telkens weer een brok in de keel bezorgt.

Afsluiten deden ze met het krachtige Neon Grave, waarbij de Eagle Stage volledig losbarstte. Met een perfecte balans tussen emotie en brute kracht bewees Dayseeker dat ze tot de top van het genre behoren, een onvergetelijke passage die nog lang zal nazinderen. (Y.V.)

Poppy – Vulture – 17:00 – 17:45

Poppy zette de Vulture Stage in vuur en vlam, en dat mag je vrij letterlijk nemen: een grote opkomst, veel verwachting, en een sterk visueel concept. Ze trapte de set af met Have You Had Enough?, en het was meteen duidelijk dat we hier niet zomaar naar een popartiest stonden te kijken, dit was een optreden met een scherpe rand.

Wat Poppy uniek maakt, is haar naadloze overgang van een dromerige, bijna engelachtige zangstem naar demonische screams waar menig metalzanger jaloers op zou zijn. Het contrast zorgt voor een fascinerende spanning die live nog beter tot zijn recht komt dan op plaat. Hoewel Poppy vooral bekendstaat om haar samenwerkingen, denk aan talloze collabs met artiesten uit het hardere genre, bracht ze er vandaag slechts één ten gehore: V.A.N., haar explosieve samenwerking met Bad Omens. En die werd enthousiast onthaald door het publiek.

Er zat duidelijk een theatrale laag in de show, met gestileerde bewegingen en een sterke esthetiek, maar toch voelde het alsof er nog meer potentieel inzat. Wie weet wat ze allemaal uit de kast haalt tijdens haar volgende indoor-tournee, waar ze volledige controle heeft over licht, geluid en sfeer. Eén ding is zeker: die show verdient alvast onze aandacht. (Y.V.)

Deafheaven – Buzzard – 17:00 – 17:45

Ze stonden oorspronkelijk niet op mijn lijstje, maar na een gezellige babbel met Thijs Vogels van Jera On Air besloot ik toch mijn kans te wagen. Bij deze: bedankt voor de tip, Thijs. Deafheaven was geen onbekende voor me, maar de combinatie van black metal en Jera leek me op voorhand wat gewaagd. Toch werd nog voor de eerste noot duidelijk dat dit bijzonder ging worden: de intiemere Buzzard puilde uit nog voor de band opkwam. Deafheaven is dan ook geen doorsnee blackmetalband, en dat bewezen ze hier met verve. Toen de Amerikanen het podium betraden, leek Jera even op de metalen hoogmis in Dessel, met de nadruk op even. Patchvesten verzamelden zich rond de tent, wat het metalgehalte op de weide flink opdreef. Maar binnen in de tent herinnerden de violent dancers en stagedivers ons eraan dat we toch écht op het heerlijke Jera On Air stonden. Wat volgde, was een muzikaal en visueel spektakel van bijna hemelse proporties.

Lyrisch, dat is het woord dat het gevoel samenvat dat Deafheaven me gaf. Wat ben ik blij dat ik mijn oorspronkelijke planning overboord gooide. Ik dacht dat ik wist wat deze band bracht, maar live komt hun sound op een totaal andere manier binnen. Muzikaal was dit zonder twijfel één van de hoogtepunten van het weekend. Dat ook de energie zó hoog zou zijn, dat verraste me wel. Het bracht me meteen terug naar een oude liefde: Oathbreaker, die me in 2017 op Groezrock compleet van m’n sokken blies. Ironisch genoeg miste ik dat jaar Deafheaven vanwege een overlap met Wolf Down. Gelukkig kreeg ik nu een herkansing, en die heb ik dankzij Thijs alnsog gegrepen.

Dit is waarom ik naar Ysselsteyn trek. Nieuwe ontdekkingen doen, pure magie meemaken. Deafheaven zal vanaf nu steevast in mijn playlist opduiken, want dit optreden vraagt om verdieping. Ondanks hun minder toegankelijke sound, kregen ze de Buzzard moeiteloos mee. De set begon misschien nog wat aftastend, maar de pit draaide meteen op Buzzard-niveau. Crowdsurfers en stagedivers lieten aanvankelijk op zich wachten, maar eens het ijs gebroken was, ontstond er een perfecte chemie tussen band en publiek, een match made in heaven.

Tegen het einde van de set, vraag me vooral niet bij welk nummer, daarvoor ken ik hun discografie nog niet goed genoeg, stond het kleine podium plots vol met mensen. Gelukkige mensen, dat zeker. Al blijf ik er persoonlijk wat dubbel tegenover staan: iedereen op het podium roepen voelt voor mij altijd wat klef aan. Op Jera On Air toon je appreciatie niet door massaal het podium op te kruipen, maar door als publiek collectief uit je dak te gaan. Er zijn op elk moment genoeg gegadigden om dat podium op te klauteren, daar moet je als band niet per se uitzonderlijk voor presteren.

Dat gezegd zijnde: Deafheaven leek zelf zichtbaar te genieten van dit moment van connectie met hun fans, en dat maakte het oprecht. Voor ik het wist was de show alweer voorbij, wat zoals altijd een goed teken is. Dit was mijn eerste ontmoeting met Deafheaven, maar zeker niet de laatste. Zo’n optreden blijft hangen. Binnen vijf of tien jaar weet ik nog precies hoe dit voelde. Een onvergetelijke ervaring, die duidelijk naar meer smaakt.(B.W.)

Thrice – Vulture – 18:30 – 19:15

Thrice is een band met een rijk verleden en dat hoor je. Doorheen de jaren heeft de Amerikaanse post-hardcoregroep een indrukwekkend parcours afgelegd, met telkens weer nieuwe invloeden en muzikale wendingen. Daardoor weet je als fan nooit helemaal wat je live kan verwachten. Maar deze keer kreeg het publiek op de Vulture Stage een goed uitgebalanceerde, gevarieerde set die verschillende tijdperken van hun carrière verenigde.

Op vlak van showelementen hielden ze het sober: geen spektakel, geen franje. Maar wat wél indruk maakte, was het loepzuivere, keiharde geluid. Elke noot, elke zanglijn zat precies waar die moest zijn, een meesterlijke beheersing die door merg en been ging. De band speelde met een vanzelfsprekende intensiteit die je enkel vindt bij muzikanten die volledig in controle zijn over hun kunst.

Een absoluut hoogtepunt was natuurlijk de klassieker The Artist in the Ambulance, die massaal werd meegezongen door een zichtbaar dankbaar publiek. Het was een van die momenten waarop de connectie tussen band en fans tastbaar werd. Geen overdreven bombast dus, maar pure klasse en overtuiging. Thrice bewees nog maar eens waarom ze tot de absolute top behoren binnen hun genre. Een optreden dat minder schreeuwde, maar des te meer zei. (Y.V.)

Slope – Buzzard – 18:30 – 19:15

De Duitsers van Slope zijn zo’n band die me door de jaren heen meermaals live omver heeft geblazen. Ik heb ze zien groeien van een groep twijfelende jongens, duidelijk nog zoekende naar een eigen, karaktervolle sound, tot de geweldige band die ze vandaag de dag zijn. Wat mij betreft is dit dé hardcoreband die buiten de lijntjes kleurt zonder ooit aan kwaliteit in te boeten. Er zijn andere bands, waarvan sommigen nota bene deze dag het hoofdpodium afsloten, waarbij de slinger ondertussen toch écht is doorgeslagen. Maar Slope? Die maken hardcore met een rauwe finesse, met een zekere aaibaarheidsfactor zelfs. Al zijn ze ook een beetje als Gremlins: geef ze een uitzinnige massa en een barrierloze stage, en dat schattige beestje verandert razendsnel in een furieus monstertje dat met plezier schade aanricht.

De band trapte af met Fury Funk, een opener die perfect samenvat wat je de volgende drie kwartier kan verwachten: funky grooves, messcherpe riffs en een publiek dat er vol voor gaat. Zelfs It’s Tickin, een track die me op plaat eerlijk gezegd maar matig boeit, wist me live aan het bewegen te krijgen. Maar voor mij, en blijkbaar ook voor de rest van Jera, ging het pas écht los bij de oude klassieker Goodbye Mr. Dandy. Plots kwam er van overal volk aangevlogen: stagedivers en crowdsurfers popten uit het niets op. Tot dan toe was het al een zeer vermakelijke show, maar op dat moment stond de Buzzard écht in lichterlaaie.

Volgens de setlist die ik van de band kreeg, zat hierna een pauzemomentje ingepland. Om op adem te komen, veronderstel ik. Maar van een rustpunt herinner ik me niets. Integendeel: ik vroeg me continu af hoe de mensen dit in godsnaam gingen volhouden. En het waren niet alleen de oudere tracks die insloegen als een clusterbom. NBQ (Natural Born Quitter) was voor mij het absolute kanonsschot van het nieuwste album Freak Dreams. De breakdowns bleven komen en dwongen de pit tot volledige overgave. Wie hier eigenlijk niets te zoeken had, werd zonder pardon richting uitgang gebeukt. Wat een power. Wat een présence. Elke keer dat ik Slope zie, worden ze beter. Waar gaat dit stoppen? Hopelijk niet op de mainstage, die is te klinisch voor zo’n losgeslagen beest, maar als headliner van onze  geliefde Buzzard. Dat lijkt me hun natuurlijke habitat.

Voor het slotakkoord koos de band met 9/5 voor een oerklassieker. Een logische keuze, zou je denken. Al bewezen sommige andere bands dit weekend dat dat niet altijd hoeft. Slope deed het wél, en hoe. Ze gaven het publiek nog één laatste, ferme schop onder het achterwerk. Losgehen! De tent ging volledig overstag. Armen, benen, schoenen, petjes, alles vloog in het rond. Toen de stofwolk ging liggen, werden de verloren voorwerpen netjes terugbezorgd aan de slachtoffers. Slope was zonder twijfel één van de hoogtepunten van het weekend. Iedereen die erbij was, kan dat alleen maar beamen.(B.W.)

Setlist:

  1. Fury Funk
  2. It’s Tickin
  3. Goodbye Mr. Dandy 
  4. I’m Fine
  5. Train Surfing
  6. Freak Dreams
  7. Why Sad
  8. NBQ
  9. Talk Big 
  10. Bark N Bite
  11. True Blue
  12. Buzz Off 
  13. 9/5

Refused – Eagle – 19:15 – 20:00

Toen Jera On Air de komst van Refused aankondigde, had ik ze eerlijk gezegd hoger op de affiche verwacht. Een pre-headliner op de Eagle? Logisch. Afsluiter in de Vulture? Ook aannemelijk. Maar dat er ná hen nog drie bands op het hoofdpodium zouden spelen? Dat had ik niet zien aankomen. De vorige keren dat ik hen aan het werk zag, was telkens op Groezrock in Meerhout, waar ze steevast als afsluiter van de mainstage geprogrammeerd stonden. De meningen daarover waren vaak verdeeld, maar persoonlijk heb ik er altijd van genoten. Mede dankzij die keuzes van de organisatie ben ik fan geworden, als tiener kende ik de Zweden immers nog niet echt. Hun eerste passage na de comeback in 2012 was ronduit magistraal. Aan die show heb ik ontzettend warme herinneringen overgehouden.

Al moet ik toegeven: het is vooral The Shape of Punk to Come die me telkens weer weet te raken. Die plaat blijft een mijlpaal, intens, grensverleggend en tot op vandaag magisch. De merch deed al vermoeden dat dat album centraal zou staan. Er waren zelfs truien met Everlasting op, een track die voor mij onlosmakelijk verbonden is met hun passage op Groezrock 2012. Toen een absoluut hoogtepunt. Everlasting is de titeltrack van hun 1994 verschenen EP, waarop we nog een rauwere, minder gepolijste versie van de band horen. Mijn hoop op een set vol ‘gouwe ouwe’ was dus groot. Dat had de Eagle kunnen doen ontploffen. Maar helaas: ondanks een goedgevulde tent bleef een echte overrompeling uit. Begrijpelijk door het vroege uur, maar toch, bij een band als Refused, op een festival als Jera On Air, had ik meer volk verwacht.

Wie dacht dat ze die cultplaat integraal zouden brengen, kwam bedrogen uit. Dat feestje wordt bewaard voor 7 oktober in de 013 in Tilburg. Deze keer kregen we een soort best-of, al was het eerder een eigenzinnige selectie. Geen Everlasting, geen Pump the Breaks. In plaats daarvan drie tracks van The Shape of Punk to Come en drie van Songs to Fan the Flames of Discontent. Daartussen kregen we Elektra (Freedom) en Malfire (War Music) voorgeschoteld, twee “nieuwere” nummers die de telkens de vaart uit de set haalde, helaas. Sfeersponzen, een term die ik maar al te graag boven haal, maar ook bij deze weer super relevant zijn. Met de juiste keuzes had deze show écht memorabel kunnen zijn.

De overtuiging bij Refused zelf? Die was er zeker. Ze blijven een band waar de energie vanaf spat, en Dennis Lyxzén is nog steeds die bezeten frontman die het podium onveilig maakt met z’n excentrieke danspasjes. Je kúnt gewoon niet wegkijken. Return to the Closet, afkomstig van Songs to Fan the Flames of Discontent, was een fijne toevoeging. Iets experimenteler qua opbouw, maar de finale-explosie is puur Refused: strak, intens en rauw. Het gaf de tent onverwacht nog een welgekomen energieboost. Natuurlijk eindigden ze met de publiekslieveling New Noise. Zoals te verwachten viel, ging de Eagle volledig los op de iconische woorden: “Can I scream?” Enfin, iedereen… behalve Lyxzén zelf. De micro ging wel de lucht in, maar zijn eigen stem bleef achterwege. Geen onoverkomelijk gemis, maar toch een klein dompertje. Refused liet zien tot wat het in staat is, maar het geheel voelde soms net wat te gepolijst aan. Iets meer risico of verrassing had de set écht onvergetelijk kunnen maken.(B.W.)

Stick To Your Guns – Vulture – 20:00 – 20:45

Het was nog maar net iets meer dan een week geleden dat ik compleet uit mijn dak ging op Stick To Your Guns op Graspop, en toch sta je er opnieuw zodra de kans zich aandient. Want zo’n band, die moét je gewoon keer op keer live meemaken. Met de tonen van Take On Me van A-ha werd het publiek alvast opgewarmd, om daarna volledig los te gaan wanneer de iconische 20th Century Fox-intro overging in een snoeiharde opener: Nobody. Meteen stond de tent in lichterlaaie, met een uitzinnig publiek dat elk woord meebrulde, en die energie bleef de hele set lang onverminderd hoog.

In razendsnel tempo vlogen de nummers ons om de oren. Natuurlijk kregen we een stevige portie klassiekers, maar de focus lag logischerwijs op hun nieuwste album Keep Planting Flowers, dat eerder dit jaar verscheen. Invisible Rain en Spineless staken daar als hoogtepunten bovenuit, krachtig én emotioneel geladen. Toch vergat de band zijn roots niet. Knallers als Amber en Married to the Noise mochten niet ontbreken, en bij afsluiter Against Them All bereikte de agressie zijn absolute hoogtepunt, met moshpits die alle kanten opgingen en een band die alles gaf tot de laatste seconde.

Stick To Your Guns bewees eens te meer dat ze live tot de absolute hardcoretop behoren. Energiek, oprecht en verwoestend, een optreden dat niemand onberoerd liet. En het goede nieuws? Ik hoef gelukkig niet te lang te wachten om ze opnieuw te zien, want op 20 januari spelen ze samen met Paleface Swiss in de AB in Brussel. Dat wordt er opnieuw eentje voor in de geschiedenisboeken. (Y.V.)

John Coffey – Buzzard – 20:00 – 20:45

Ondanks de indrukwekkende reeks internationale topacts op de laatste dag van Jera On Air, was er voor mij maar één band die ik écht niet wilde missen: de Hollandse punkhelden John Coffey. En ik was duidelijk niet de enige. De Buzzard stond al bomvol nog voor de eerste noot geklonken had.  Er hing een uitzinnige sfeer, Jera was klaar om drie kwartier lang keihard te gaan en al feestend de laatste avond in te zetten. Met John Coffey heb je dan ook de perfecte act om in de juiste mood te komen. In 2023 stonden ze nog op de grote mainstage, dit jaar mochten ze terug naar de intiemere Buzzard, zonder barrière, met een nog directere connectie tot het publiek. Lokale bands doen het traditioneel goed op Jera, maar wat er zich hier zou kunnen afspelen, lag op een heel ander niveau. De verwachtingen waren dan ook torenhoog.

En die werden al vanaf minuut één ingelost. Steam Waltz, het relatief nieuwe nummer dat samen met hun comeback werd gelanceerd, opende de set en zette meteen de toon voor de rest van deze feestelijke set. De tent stond in vuur en vlam. Crowdsurfers en stagedivers vlogen in het rond, de pit draaide op volle toeren, en de sfeer was grenzeloos. Het was meteen duidelijk: dit ging een van de absolute hoogtepunten van het festival worden.

John Coffey dropte banger na banger, denk aan Featherless Redheads, Relief en Heart Of A Traitor, en het publiek vierde uitbundig, maar met respect voor elkaar. Dat was misschien wel het mooiste aan dit optreden: de energie was intens, maar o zo liefdevol. “De familie” was weer even compleet. De band voelde dat ook en toonde zich zichtbaar geraakt. “We spelen het liefst in Utrecht,” aldus frontman David Achter de Molen, “maar daarna komt zéker Jera On Air.” Gitarist Christoffer van Teijlingen voegde daar nog fijntjes aan toe dat de regering best eens kon komen kijken hoe je een samenleving organiseert. Want wat hij hier zag was: “de gedroomde maatschappij.”

Toch kende de set ook een klein dipje, een adempauze, als je wil. Baby, If It’s Toxic, van de nieuwste EP Punch The Clock, Smile and Wave, haalde de vaart er even uit. Maar zelfs dan bleef het vooraan feest, wat veel zegt over hoe meegezogen het publiek was. En toen… kondigde David al aan dat ze aan de laatste track waren beland. “Nog één keer alles geven,” riep hij, waarna de band samen “Miles to the End of the Road We Walk” begon te scanderen. De klassieker deed wat hij altijd doet: het lontje opnieuw aansteken. De outro galmde, de band begon hun instrumenten op te bergen, en het publiek keerde zich al langzaam richting uitgang.

Uit het niets greep David opnieuw naar de micro, en begon drummer Carsten Brunsveld als een bezetene op zijn drumstel te rammen. Broke Neck! Een verrassingsaanval van formaat. Het publiek explodeerde opnieuw, de Buzzard bewoog als één kolkende massa van voor tot achter. Wat een slotakkoord, wat een band. John Coffey was messcherp, vol energie, en zichtbaar gelukkig om hier te staan. David en de rest van de band dook meermaals het publiek in, hierdoor verviel de enige barriere die er was in de tent, die van band en publiek. Tijdens een show van John Coffey zijn we één grote familie. Jawaddedadde, dit was puur geluk in moshvorm. Jera was helemaal klaar voor z’n laatste avond.(B.W.)

Setlist:

  1. Steam Waltz
  2. Featherless Redheads
  3. Dirt & Stones
  4. ⁠Breed
  5. Oh, Oh, Calamity
  6. This Place Is Placeless
    * interlude Jean trompette
  7. Heart Of A Traitor
  8. Relief
  9. Baby, If It’s Toxic 
  10. ⁠Romans
  11. Broke Neck

High Vis – Buzzard – 21:30 – 22:15

Al de hele dag hing er een aangename drukte op het terrein van Jera On Air, wat steevast resulteerde in uitpuilende Buzzard- en Hawk-tenten. Niet verwonderlijk, want de organisatie had weer een ijzersterke selectie artiesten gestrikt. Eén van de meest geanticipeerde optredens was dat van de Britse post-punkband High Vis. De Buzzard stond propvol, werkelijk niemand wilde dit optreden missen. Toen de presentator het kleinere podium betrad en de band aankondigde met de woorden: “Volgende keer staan ze op één van onze grotere stages, want dat gaat gebeuren. En dan kun jij zeggen: ik was erbij, in die knusse Buzzard. Hier is High Vis!” wist je: dit gaat speciaal worden. Het publiek stond klaar om te tonen waar Jera voor staat: passie en tonnen intensiteit.

High Vis is al lang geen onbekende naam meer. Volgend jaar viert de band zijn tiende verjaardag, en dat merk je: de muzikanten zijn perfect op elkaar ingespeeld. Live vertaalt zich dat in een scherp samenspel, waarbij de wat brave sound van de albums plaatsmaakt voor iets rauwers en venijnigers. Vooral frontman Graham Sayle transformeert zodra hij voor een massa staat: de zang wordt nonchalanter, de performance intenser. Het is alsof er een beest in hem wakker wordt. Dat ruwe randje werkt perfect in een setting als deze. High Vis is een muzikale leguaan: aanpasbaar, maar het liefst spelend in z’n natuurlijke habitat, een stomend hete, barrièreloze tent zoals de Buzzard.

Als een band met een stevige livereputatie samenvalt met een festivalpubliek dat wereldwijd geroemd wordt om zijn toewijding, dan ontstaat magie. En die magie werd werkelijkheid. De drie kwartier speeltijd vlogen voorbij in een roes van hoogtepunten. Slechts één nummer, Mind’s A Lie, voelde wat geforceerd aan met z’n dansbare insteek, het enige moment waarop mijn aandacht verslapte. Daartegenover stonden echter ijzersterke uitvoeringen van o.a. Talk For Hours, Drop Me Out, Mob DLA, en natuurlijk de uitsmijter van de avond.

Toen de Britten aankondigden dat ze aan hun laatste nummer waren beland, voelde je aan alles dat het publiek nog één keer alles wilde geven. De eer viel te beurt aan Choose To Lose, en het dak ging eraf. Crowdsurfers doken overal op, het kleine podiumpje liep vol met stagedivers, en het feest barstte los. De vibe in het tentje deed sterk denken aan de John Coffey-show eerder die avond, waar de liefde tussen band en publiek ook voelbaar was. Zowel High Vis als publiek genoten duidelijk. De Britten bewezen zich nog maar eens als één van dé livebands van het moment. Tot de volgende keer, al hopen we dan nog steeds op een stage zonder barrière, want dat directe contact is voor een band als deze simpelweg essentieel.(B.W.)

Knocked Loose – Eagle – 22:15 – 23:15

Na de verpletterende set van High Vis besloten we even op adem te komen met een drankje. Dat bleek geen overbodige luxe. Knocked Loose stond op het punt om dé show van het weekend neer te zetten, iets wat ik eerlijk gezegd niet had zien aankomen. De vorige keer dat ik hen zag, in de Vulture, was het zeker niet slecht, maar de grootsheid van het podium haalde toen veel weg van de intensiteit. Bovendien knaagde het: de band is tegenwoordig razend populair, maar trekt ook publiek aan dat weinig voeling heeft met de muziek. Van die types die verontwaardigd reageren wanneer ze hun pint verliezen in een pit. Ik vreesde dat dit de vibe zou killen. Maar niet op Jera On Air.

De menigte bij Knocked Loose was ronduit overweldigend. Waar je bij andere grote namen nog redelijk vlot de tent in kon wandelen, moest je hier al duwen vanaf de eerste plank. Zelfs buiten de Eagle werd er gestampt, gestompt en gefeest. Een wild, chaotisch schouwspel dat een uur lang heel Ysselsteyn deed daveren op z’n grondvesten. De band verkeerde in bloedvorm en dropte breakdown na breakdown op een publiek dat het met open armen ontving.Over het terrein hing een zinderende spanning, zelden zo intens gevoeld op Jera, alles klopte: de sound, de sfeer, de intensiteit. Dit was zo’n zeldzame set zonder één enkel zwak moment. Net als bij Sunami en Nasty de dag ervoor konden de hulpverleners de gekwetsten nauwelijks bijhouden, maar hier was het nog van een ander kaliber. Die bands braken hun eigen podium af, de intiemere Buzzard, maar Knocked Loose veranderde de hele Eagle in een oorlogszone. Dit was ongezien!

De setlist leunde zwaar op het recente album You Won’t Go Before You’re Supposed To, waarvan zeven van de tien tracks gespeeld werden. En dat werkte. Het nieuwste werk klonk net zo vernietigend als hun klassiekers. Vooral Take Me Home, dat me op plaat minder kon bekoren, kwam live mysterieus, duister en doeltreffend binnen, de opbouw naar de breakdown was ronduit indrukwekkend. En dan de finale…

Het vierluik Billy No Mates, Counting Worms, Deep in the Willow en Everything Is Quiet Now voelde als een nucleaire ontlading. De eerste twee, afkomstig van debuutplaat Laugh Tracks (die volgend jaar al tien jaar oud is), kregen het publiek nóg gekker dan het al was. Wat zich in de Eagle afspeelde, was geen pit meer, maar een slagveld, versterkt door het minimale licht en het gloeiende kruis achter de band als enige lichtbron. Het was beklemmend, intens, totaal overrompelend. En toen moesten krakers Deep In The Willow en Everything Is Quiet Now nog volgen.

Tijdens het slotnummer zag frontman Bryan Garris een jongetje in de frontstage. Hij haalde hem uit het publiek en zette hem op het podium – net op het moment dat de ultieme breakdown eraan kwam. De woorden “I was visited by death again. Upon loss… Everything is quiet now” werden uit duizenden kelen meegeschreeuwd. Kippenvel. De wall of death spleet de massa in twee, en daverde met brute oerkracht weer op elkaar in. Het licht viel weg. Enkel dat ene kruis achter de band gloeide nog. Een beeld dat zich onuitwisbaar in het collectieve geheugen kerfde van menig festivalganger.

Wat Knocked Loose hier heeft gepresteerd, was een unicum in de geschiedenis van Jera On Air. Nog nooit wist een band zo laat op de dag de grote Eagle zó op z’n grondvesten te laten daveren. Ook dat duistere, broeierige sfeertje dat een uur lang over het terrein hing, was ongezien. Een set waar ik met de nodige argwaan aan begon, bleek achteraf dé show van het weekend te zijn. Wat een totale overgave, van zowel band als publiek. Of het nu in een obscure kelder is, of op het hoofdpodium van Jera: deze band raakt iedereen. Wie erbij was, weet het. Wat een show. Wat een band. Wat een afslachting. Dit was een show van headlinerformaat, niets minder.(B.W.)

Turnstile – Eagle – 00:00 – 01:15

Muziek verbindt, maar kan evengoed verdelen. Je kunt nu eenmaal niet iedereen raken, en dat hoeft ook niet. Turnstile bleek dit weekend zo’n band waar de meningen fel over uiteenliepen. Voor sommigen was het een mokerslag van jewelste, de absolute top van Jera. Voor anderen nog geen schouderophalen waard. Ook binnen onze redactie liepen de smaken uiteen, dus laten we beide stemmen aan bod komen. Want juist in dat verschil schuilt de schoonheid van muziek.

Turnstile review 1 

En toen was het moment daar: de laatste show van het festival, terwijl die donderdagmiddag waarop de weide openging alweer als een ver verleden aanvoelde. Met Turnstile had de organisatie geen kleintje geboekt als afsluiter. Enkele weken eerder brachten de Amerikanen uit Baltimore hun vierde album Never Enough uit, een release waar reikhalzend naar werd uitgekeken, vooral omdat Glow On in 2021 de hele hardcorewereld op z’n kop wist te zette. Turnstile had toen hun sound zodanig aangescherpt dat hun versie van hardcore bijzonder toegankelijk werd, zonder de goedkeuring van de puristen te verliezen. Het nieuwe album werd echter met gemengde gevoelens onthaald en wist de grote fanbase voor het eerst echt te verdelen.

Zelf was ik nog niet helemaal overtuigd van de nieuwe koers, die toch nog wat commerciëler aanvoelt dan het vorige werk. Met een gezonde dosis argwaan begaf ik me dus naar de Eagle-stage, benieuwd of Turnstile mij, en de rest van Jera, kon overtuigen. Knocked Loose had eerder al bewezen dat ook die grote tent echt kon exploderen, dus het was aan Turnstile om dat momentum als afsluiter vast te houden. Natuurlijk liggen beide bands muzikaal mijlenver uiteen, maar de intensiteit en beleving? Die moest minstens gelijkwaardig zijn.

De set ging van start met de titeltrack Never Enough, die door een deel van het publiek enthousiast werd meegezongen. Andere aanwezigen keken wat onwennig rond, hopend dat de lange, eenzijdige intro en de minstens even lange outro snel zouden passeren. T.L.C. (Turnstile Loves Connection) bracht wat vertrouwde energie in de keet: de pit kwam op gang, de sfeer zat goed. Endless wist die energie vast te houden, maar slaagde er niet in om die nog verder op te drijven. I Care, opnieuw een nummer van de nieuwe plaat, liet het geheel weer wat power verliezen. Trage, weinig zeggende muziek, en Brendan Yates‘ vocals kwamen hier bijzonder zwak uit de verf. Dull, dat eraan vasthangt, deed het dan weer stukken beter en herwon wat van die rauwe Turnstile-vibe, wat resulteerde in een uitzinnige mainstage.

Bij Don’t Play viel een groot deel van de nieuwe lichting fans door de mand. Het nummer, afkomstig van het bejubelde Glow On, heeft naast zijn toegankelijkheid ook een scherp randje. In de pit leverde dat mooie taferelen op, maar vocaal was het duidelijk wie waarvoor kwam: het refrein werd door de nieuwkomers massaal verkeerd meegezongen, terwijl de oude garde net op dat moment al dansend het onderste uit de kan haalde. Toch leek ook Turnstile zelf niet meer helemaal thuis in hun eigen klassiekers. Ondanks enkele oudere tracks in de set, kon enkel het ultrakorte Drop mij echt overtuigen. Het tweeluik 7 en Keep It Moving, afkomstig vanop de 2013 verschenen ep Step 2 Rhythm, zou in theorie een hoogtepunt moeten zijn voor de die-hardfans. Alleen jammer dat Yates tijdens de instrumentale intro op het idee kwam wat gekreun toe te voegen, wat alle intensiteit en rauwheid uit het momentum haalde. Spring dan gewoon rond, of voer één van je excentrieke danspasjes op, iets waar Yates de hele set geen genoeg van leek te krijgen, maar laat alsjeblieft de kracht van de muziek intact.

Dan waren er nog de eindeloos lange pauzes tussen de nummers, simpelweg tenenkrullend. Bij veteranen als Black Sabbath of Kiss valt dat nog te begrijpen, maar waarom een band als Turnstile zulke tussenmomenten nodig heeft, is mij een raadsel. Telkens wanneer er vaart in de set zat, werd de pauzeknop ingedrukt en viel alles stil. En natuurlijk moest ook hier het rockster-cliché worden uitgespeeld: van het podium verdwijnen om dan in de bisronde triomfantelijk terug te keren. Alles voelde ingestudeerd en gekunsteld, iets wat bij eerdere passages van de band helemaal niet het geval was.

De bisronde bestond uit Mystery, Blackout en Birds. Vooral dat laatste, opnieuw afkomstig van het nieuwe album, maakte nog wat indruk. Tot Yates op het einde besloot de stage vol te laten lopen met fans, een beeld dat intussen eerder routine dan spontaan oogt. Toen het tijdsschema online kwam, klonken er nog verontwaardigde reacties dat Turnstile slechts een uur kreeg. Vervolgens werd dat opgerekt met vijftien minuten extra. Gelukkig maakte de band daar slechts drie minuten van gebruik, want voor mij was dit een teleurstellende afsluiter. Wat ga ik deze show proberen te vergeten, zodat ik de vele mooie herinneringen aan Turnstile nog even kan blijven koesteren.(B.W.)

Turnstile review 2

De grote afsluiter van Jera? Eerder de middernachtelijke kickflip waarvan we niet wisten dat we hem nodig hadden! Turnstile kwam binnen op een suikerrush en leverde een set af die nog jarenlang zal weerklinken in de zweterige circlepits van Jera’s geschiedenisboeken. Vanaf de eerste snareklap van NEVER ENOUGH veranderde de Eagle Stage in een skatepark-omgetoverd-tot-oorlogsgebied: Vans vlogen in het rond, shirts gingen uit, en crowdsurfers vestigden per minuut nieuwe records.

T.L.C. raakte als een frontside flip recht in je gezicht – pure vreugde, volle snelheid vooruit. Brendan Yates was een niet te stoppen kracht aan de microfoon, Pat McCrory en Meg Mills, gewapend met hun kenmerkende Jackson-gitaren, leverden rauwe, krachtige riffs alsof het grindtricks waren recht in je maag. Ondertussen hielden bassist Franz Lyons en drummer Daniel Fang alles bij elkaar met groovy, onverstoorbare ritmes – strakke trucks, geen gewiebel.

I Care gleed binnen als een rustige afdaling vooraleer de band de trucks weer neerzette met DON’T PLAY en FLY AGAIN, wat de pit opnieuw in complete chaos bracht. Seein’ Stars bood een kort, dromerig adempauze net voor HOLIDAY binnenkwam met energie als van een maanverlichte nacht.

En toen kwam de encore. MYSTERY stak het lont aan, maar BIRDS was de volledige ontploffing. Brendan riep het publiek het podium op, en iedereen op de eerste rij sprong er zonder aarzeling op – dankzij de relaxte securitycrew die ons over de barrière hielp. Seconden later werd Brendan zelf gecrowdsurft over een stampvol podium, glimlachend in de chaos. Totale waanzin. Prachtige, pastelgetinte chaos.

Noem het hardcore, noem het skatecore, noem het chaos met een hart, maar boven alles: Jera 2025 eindigde niet. Het lanceerde zich. (M.L.)

En dan zat Jera On Air editie 31 er helemaal op en konden we voldaan ons tentje opzoeken. Wat hebben we weer genoten van dit festival. Voor Bjorn waren de toppers van het weekend Doodseskader, Zeal & Ardor, Slope en Knocked Loose. Voor Merry waren dat House Of Protection, Thrice en Turnstile. Ambassadeurs van het festival kunnen sinds kort tickets kopen voor de editie in 2026. Een combiticket voor hen kost 209 euro. Het festival zal plaatsvinden op 25, 26 en 27 juni in Ysselsteyn en wij zullen zeker weer present tekenen.

 

 

Jera On Air 2025: Zaterdag

Aanraders Jera On Air 2025: zaterdag 28 juni

Wanneer de moshpits weer stof doen opwaaien en het zweet letterlijk van de tentzeilen druipt, weet je: het is Jera-tijd. De Limburgse velden van Ysselsteyn maken zich ook dit jaar op voor drie dagen vol punk, hardcore en alles wat daartussen ramt, schreeuwt en scheurt. Met grote namen als Bullet For My Valentine, Turnstile, Knocked Loose en Sex Pistols Ft. Frank Carter is het overduidelijk dat ook de editie van 2025 weer all-in gaat. Wie Jera On Air een beetje kent, weet dat het festival veel meer is dan enkel de grote namen. Vaak zijn het net de verrassingen op de kleinere podia die de grootste indruk nalaten. Daarom selecteerden wij per dag opnieuw vijf acts die je absoluut niet mag missen. Of je nu komt voor circle pits, bierdouches of muzikaal kippenvel: we’ve got you covered.

Dad Magic – Sparrow – 13:30 – 14:00

Ook dit jaar prijken er weer enkele Belgische bands op de affiche. Eén naam die wij voor geen geld van de wereld willen missen, is de post-hardcoreband Dad Magic. De mannen uit Gent brengen het genre op experimentele wijze en zoeken daarbij graag de grenzen op. Hun muziek zit boordevol energie – iets wat ze live alleen maar extra in de verf zetten. De band staat dan ook bekend om intense shows, waarin een explosieve én emotionele cocktail moeiteloos de beentjes in beweging krijgt. Het Jera-publiek laat zich maar al te graag gaan, en zeker in de meest intieme stage van het festival.

Hoewel de band voorlopig slechts één ep op zak heeft – het vorig jaar verschenen Vicious Mockery – hebben ze toch al enkele mooie wapenfeiten verzameld. Wat dacht je van een plekje op Ieperfest 2024, of het feit dat ze het voorprogramma mochten verzorgen van de Belgische show van Cancer Bats? Ook binnen de scene werden ze, door de verfrissende sound, met open armen ontvangen. Mis dit lokale bommetje niet. Kom de magie van Dad Magic zelf ervaren.

Speelt samen met Bad Nerves en Karen Dio

Slope – Buzzard – 17:00 – 17:45

Wanneer Slope op de affiche prijkt, weet ik het meteen: die moet op mijn lijstje. Deze band heeft me nog nooit teleurgesteld – en dat kunnen ook andere festivalgangers beamen. Je ziet het aan de kolkende pits en de aanstekelijke vibe in de zaal of tent. Waar het Duitse vijftal ook speelt, ze brengen altijd een energiebom van jewelste.

Vorige keer mocht Slope de festivaldag openen, en dat deden ze meer dan voortreffelijk. Al vroeg zorgden de Duitsers voor een intensieve work-out. Dat is ook de organisatie niet ontgaan, want dit jaar worden ze gepromoveerd tot opener van de vroege avond. Met hun tweede langspeler Freak Dreams (2023) bewezen ze bovendien dat ze veel meer zijn dan zomaar een hardcoreband. Funk, punk, groove, zelfs een vleugje hiphop – Slope mixt het allemaal moeiteloos tot een dansbare, onweerstaanbare cocktail.

Laat er geen misverstand over bestaan: dit ís nog steeds hardcore. Maar dan wel hardcore met een hoge funfactor, zonder in te boeten aan intensiteit. Dansen is niet verplicht, maar wedden dat je je benen niet in bedwang kan houden?

Speelt samen met Thrice

Refused – Eagle – 19:15 – 20:00

Voor de ene is het een lichte frustratie, voor de andere een klein muzikaal drama. Voor ons is het dat laatste. Wanneer een legendarische band als Refused tegelijk speelt met een van de meest belovende acts in het post-hardcorelandschap – het Amerikaanse Static Dress – doet dat pijn. Veel pijn.
Static Dress geldt als een van de spannendste namen van het moment. De band weet als geen ander een moderne, gelaagde versie van post-hardcore neer te zetten, met een live-reputatie die even intens als indrukwekkend is. Maar aan de andere kant van die clash staat Refused. Een band die geen introductie meer nodig heeft.

In 1998 brachten de Zweden hun magnum opus The Shape of Punk to Come uit. Die plaat werd niet alleen hun beste, maar groeide uit tot een onbetwistbare mijlpaal binnen het genre, een blauwdruk voor talloze bands die zouden volgen. Ironisch genoeg viel Refused net na dat hoogtepunt uit elkaar. Het leek gedaan. Voorgoed. Tot ze in 2012 als een duivel uit een doosje terug opdoken. Toch bleef lang onduidelijk of het om een korte reünie ging of een blijvende terugkeer. Jera On Air moest ze toen missen, terwijl Lowlands en 013 wél bezoek kregen. Pas in 2015, met een nieuwe plaat (Freedom) en hernieuwde energie, werd duidelijk: Refused was écht terug.

Opmerkelijk genoeg stond de band nog nooit eerder op het podium in Ysselsteyn. Ondanks hun status als pioniers en perfecte fit voor Jera On Air, is dit hun allereerste passage. En meteen ook hun laatste. Refused is momenteel bezig aan een afscheidstournee, een groots eerbetoon aan hun eigen erfenis. Twijfel je toch nog tussen Refused en Static Dress? Begrijpelijk. Maar als je ons één advies toestaat: kies voor de geschiedenis.
Static Dress zie je ongetwijfeld nog op toekomstige Europese podia. Refused daarentegen? Die kans is klein. En als de gitaren straks definitief zwijgen, wil je tenminste kunnen zeggen: “Ik was erbij.”

Speelt samen met Static Dress

John Coffey – Buzzard – 20:00 – 20:45

Er zijn van die combinaties die gewoon kloppen – John Coffey en Jera On Air is er zo één. Dat de Nederlanders dit keer in de intiemere Buzzard Stage geprogrammeerd staan, is dan ook geen toevalstreffer, maar een meesterzet. Tijdens hun comebackshow in 2023 stond de Eagle aangenaam gevuld, wat resulteerde in een kolkende massa bruisend van energie. Nu zal die energie zich nog compacter ontladen, met het publiek dicht opeengepakt. Dat maakt de ervaring alleen maar directer, intenser, beter.

Dat het feestje uit de hand zal lopen, staat nu al vast. David Achter de Molen is opnieuw de orkestmeester van dienst. En wie vooraan postvat, weet wat hem of haar te wachten staat: crowdsurfers begeleiden richting podium, stagedivers opvangen die een sprong in het diepe wagen, en plots omdraaien om de circle pit in je rug niet te missen. Alles gebeurt, zoals altijd, met het grootste respect voor elkaar. Want naast het onvermijdelijke zweet en spektakel is er bij een John Coffey-show één constante: liefde. Iedereen die erbij is, maakt deel uit van de familie — de John Coffey-familie.

Om het publiek wat te spreiden, werd de show gelijktijdig geprogrammeerd met die van de Amerikaanse melodische hardcoreband Stick To Your Guns. Ook zij hebben een trouwe fanbase, wat ervoor zal zorgen dat beide tenten goed gevuld raken, zonder elkaar te verdringen.Met Punch the Clock, Smile and Wave bracht John Coffey vorig jaar een vierdelige ep uit, in het verlengde van FOUR, hun eerste nieuwe werk sinds die onverwachte terugkeer naar de frontlinie. Wij hopen alvast dat TV People de weg naar de setlist vindt, een track die de Buzzard drie minuten lang onder hoogspanning zal zetten. Daarnaast mag je je verwachten aan vaste publieksfavorieten als Romans, Broke Neck, Relief, Featherless Redheads en de moderne klassieker Steam Waltz. John Coffey komt uithalen. De vraag is niet of het hard zal zijn, maar hoe hard.

Speelt samen met Stick To Your Guns

High Vis – Buzzard – 21:30 – 22:15

Een van de bands waar we met hoge verwachtingen naartoe trekken, is het Britse High Vis. Hun naam verwijst naar ‘high-visibility’-werkkledij, een knipoog naar de arbeidersklasse en de zichtbaarheid van de gewone mens in de maatschappij. Die maatschappelijke betrokkenheid sijpelt ook door in hun teksten, waarin thema’s als gemeenschapsverlies, mentale gezondheid, klassestrijd en gentrificatie centraal staan. High Vis is er voor de man en vrouw van de straat, en dat voel je. Ze vergeten de kleinere zalen en onafhankelijke festivals niet, en blijven trouw aan hun roots, ook wanneer ze op grotere podia staan.

Wie de band alleen van hun platen kent, zou wel eens verrast kunnen zijn door hun live-reputatie. Waar High Vis op album vaak melancholisch en bijna teder klinkt, gooien ze er live een stevige laag energie bovenop. Die intensiteit werkt aanstekelijk, en zorgt keer op keer voor een uitzinnige menigte die zonder schroom zijn dansbenen losgooit. Kortom: denk jij post-punk wel te kennen? Laat High Vis je van het tegendeel overtuigen. Maatschappelijk geëngageerd, meeslepend én dansbaar, mis ze niet.

Speelt samen met Pertubator

Jera On Air 2023 – Het verslag van de zaterdag

Jera On Air 2023 – Het verslag van de zaterdag

Ontwaken op de laatste dag van je favoriete festival, het is altijd een lichte teleurstelling. Gelukkig kreeg ik snel een tijdsschema in m’n handen, want ook deze laatste dag stond weer bol van de interessante bands. Op onze agenda stonden volgende groepen: Static Dress, Cancer Bats, Landmvrks, John Coffey, Black Flag, Heideroosjes, UnityTX, Enter Shikari, Carpenter Brut, Motionless In White, Sunami, No Pressure, Messhugah, The Ghost Inside en No Turning Back. Wederom een programma om duizelig van te worden, maar ook euforisch. Net zoals de dag voordien was ook zonnetje aanwezig. Het werd warm, maar niet overdreven. Het perfecte festivalweertje dus! Nog voor die slotdag goed en wel begonnen was, kwam de organisatie met het nieuws dat het vrijgegeven tijdsschema voor de Buzzard diende aangepast te worden. De eerste bands op deze stage hadden namelijk problemen met het vervoer, en konden dus niet tijdig in Ysselsteyn geraken.

Static Dress – Vulture – 13:00 – 13:30

Door de vertragingen op de baan werd ons wat meer rust gegund vooraleer we aan de laatste dag gingen starten. Een band die ik echt niet wilde missen was Static Dress. Volgens de Britse pers is het een opkomend talent welke de emoscène weer wat doet heropleven. Ze werden door Kerrang! in 2021 genomineerd voor “beste doorbraak” en wonnen zelfs de lezerspoll van dat jaar wat betreft beste nieuwe band. Rouge Carpet Disaster, welke in 2022 verscheen, zorgde voor een welgekomen boost binnen de post-hardcore-/emoscène. Die eerste langspeler knalde hier al verschillende keren door mijn boxen, en ik was benieuwd of ze dit explosieve geheel live konden overbrengen.

Daar de Britten zo’n complexe sound hebben, was de staat van het geluid immens belangrijk voor deze show. Het is vaak al geen evidentie om het in een zaal klaar te krijgen, laat staan op een festival. Maar al te vaak draaien dergelijke shows uit op een sisser, gewoon omdat de mix niet goed zat. Het zou toch zo jammer zijn, dat een veelbelovende show als deze van Static Dress in het water zou vallen door tegenvallend geluid. Toen het viertal op het podium kroop spatte het zelfvertrouwen al van het geheel. Wat meteen opviel was dat er hier een collectief te voorschijn kwam, en dat ondanks de wel zeer jonge leeftijd. Frontman Olli Appleyard maande, in een wel zeer gewaagde outfit en bijhorende mascara, het publiek aan om er een feestje van te maken. En ook deze keer was het Jerapubliek gehoorzaam.

Openen deed het met Di-SinTer vanop de debuutplaat. Wat meteen opviel was dat het geluid, zoals gevreesd, nog niet helemaal snor zat. De vocal was net wat te pertinent aanwezig, waardoor de instrumenten een chaotisch boeltje werden. Gelukkig werd dit redelijk vroeg in de set verholpen. Net zoals de geluidstechnicus had ook de band zelf wat tijd nodig om wakker te worden. Het duurde even voor ze de juiste schwung hadden gevonden. Als je weet dat de Britten slechts dertig minuten mochten spelen, dan weet je dat het een wrang gevoel opleverde. Het was vooral Appleyard die ondermaats presteerde. Hij verwaarloosde zijn clean vocal, waardoor het vaak een ergerlijk puntje werd. Toegegeven de screams van de man zijn van een uitstekend niveau, alleen jammer dat het geheel doorspekt is van zangstukken.

Het publiek was misschien de enige die echt vanaf de eerste seconde presteerde, iets wat we gewoon zijn van de Jeracrowd. Het duurde dus even, maar wanneer het viertal op kruissnelheid zat, liet het wel zien waarom het al die lofzang van de pers verdiende. Het was lang geleden dat ik nog zo’n show had meegemaakt. Het deed me op momenten zelfs wat denken aan de debuutplaat van My Chemical Romance, wat voor de jonkies misschien wel één van de grootste complimenten is die ze kunnen ontvangen. Ook de honger die Static Dress een hele set lang uitstraalde, doet me denken aan de hoogdagen van de emoscène. Push The Rope werd het best gebracht, de vocals van Appleyard waren beter, maar nog steeds niet van het gewenste niveau. Dat is toch een werkpunt voor de frontman.

De Britten kozen om met Clean., de eerste single van de band af te sluiten. De band wilde nog snel een wall of death realiseren, maar dat hadden ze beter achterwege gelaten. Je voelde aan alles dat de speeltijd duidelijk werd gecommuniceerd en dat de band gevraagd werd hier rekening mee te houden. Het was vooral de ontplooiing van de muur des doods die helemaal in het honderd liep. Appleyard vergat één of ander seintje af te spreken, waarna de linkerzijde pardoes op de rechter afstormde. Het voelde wat puberaal, wat eigenlijk nog mag voor zo’n jonge band. De rest van de show voelde het allemaal een pak matuurder. Ze weten een sfeertje te zetten die doet denken aan de hoogdagen van de emo. Denk dan aan de oersound van bands als Underoath, The Devil Wears Prada, From Autum To Ashes en My Chemical Romance. Zo’n bands zijn dezer dagen een unicum op een festival en daar mag dringend verandering in komen. Als deze act eens in een zaal staat, zal ik er zeker bij zijn. (B.W.)

Setlist:

  1. Di-sinter
  2. Disposable Care
  3. Push Rope
  4. Courtney Just Relax
  5. Sweet
  6. Clean.

Cancer Bats – Eagle – 13:30 – 14:00

Cancer Bats, de hardcoremachine uit Toronto, nam het Eagle-podium over met hun woeste gebrul en ontketende een sonische aanval. De explosieve opening van Bricks & Mortar gaf nieuw leven aan onze nog steeds brakke en vermoeide lichamen na twee intense festivaldagen.

Met een stem die leek te worden aangedreven door pure bedwelming, staken ze die oranje versterkers in brand en creëerden ze een imposant spektakel op het podium, versterkt door het opvallende artwork van hun laatste album Psychic Jailbreak (2022). De vlammende solo’s op de iconische Flying V-gitaren boeiden ons allemaal, terwijl de rauwe kracht van de bas door onze botten dreunde.

Dankbaar voor de kans om opnieuw in Nederland op te treden, liet Cancer Bats het publiek headbangen en springen van vreugde terwijl ze het aanstekelijke anthem Hail Destroyer ten gehore brachten. Ze zetten alles verder in vuur en vlam met hun elektrificerende cover van Beastie Boys’ Sabotage, gevolgd door de daverende aanval van Lucifer’s Rocking Chair. (ML)

Landmvrks – Eagle – 14:30 – 15:15

Landmvrks betrad de Eagle-tent en ondanks de lichte verwarring door de festivalpresentator in de introductie als Parijzenaars in plaats van afkomstig uit Marseille, toonden ze hun onwrikbare toewijding en passie op het podium en bewezen ze dat hun muziek geografische labels overstijgt. Hun optreden was niets minder dan energiek en krachtig.

Terwijl ze ons meenamen op hun unieke metalcorereis, liet Landmvrks ons meedeinen op de golven van zijn nieuwste album Lost in The Waves (2021), met opvallende nummers als Visage en Say No Word. De zware breakdowns bleven onophoudelijk op ons inbeuken, begeleid door diep klinkend drumwerk en zorgden voor de eerste golf van opgewonden crowdsurfers.

Tijdens een pauze in de set deelde leadzanger Florent Salfati mee dat het al even geleden was sinds zijn laatste optreden hier, dat teruggaat tot 2019. De emoties liepen hoog op toen ze zich begaven in het oprechte Self-Made Black Hole. Salfati voegde zich zelfs bij de instrumentalisten en tokkelde akkoorden op zijn gitaar, wat een intieme touch aan het optreden gaf.

Naarmate het einde van de set naderde, liet Landmvrks een blijvende indruk achter met het meeslepende Fantasy. Het was een krachtige manier om hun optreden af te sluiten en liet het publiek smachten naar meer. (ML)

John Coffey – Eagle – 16:00 – 16:45

Eindelijk was het nog eens tijd om uit de bol te gaan op de muziek van John Coffey. De laatste keer dat ik de band aan het werk zag was tijdens zijn afscheidsconcert in Tilburg in 2016. Er werd toen al duidelijk gezegd dat het heus geen definitief afscheid was, maar dat het project even on-hold werd gezet. Dat het zeven jaar ging duren vooraleer ik één van mijn grootste liefdes weer aan het werk zou zien, in alle eerlijkheid, dat had ik toen niet gedacht. Toen ik in de Eagle arriveerde, en ik de grote banner zag hangen, begon mijn hart wat sneller te slaan. Nog enkele luttele minuten en het was weer zo ver, een feestje van jewelste. Want als je van één band op deze affiche wist dat ze, waar ze ook geprogrammeerd stonden, de tent zouden pletwalsen, dan is dat wel John Coffey.

Als het niet met hun muziek is, dan zal David Achter De Molen wel iets geks doen. Wie herinnert zich het voorval met het pintje op Pinkpop 2015 niet? Ditmaal was het nog voor de band op het podium stond dat één van de momenten van het festival te beleven viel. Aan de linkerkant van de stage, stonden wat familie en vrienden verzameld. Ook diens kinderen tekenden van de partij. Een klein meisje was wel heel nieuwsgierig en rende van achter de coulissen de stage op. Wanneer zij begon te wuiven naar de voor haar staande massa, wuifde Jera massaal terug. Hoe ze op het idee kwam om vervolgens haar handjes in de lucht te steken, waarna het publiek een schreeuw gaf, blijft me één groot vraagteken. Maar ze wist als een ware orkestmeester, voor een uitgelaten sfeertje te zorgen nog voor de aanvang van de show.

Wie had gedacht dat de mannen uit Utrecht deze hereniging zouden inzetten met een nagelnieuwe track? Ik alvast niet. SING and hope it’s out of tune werd enkele weken voor het festival in combinatie met The Revenue Was Sick! uitgebracht. Het deed wel wat een opener van zo’n heugelijke show dient te doen. Het lontje aan steken, en de pit al vroeg uit zijn voegen laten barsten. Frontman David testte al tijdens het eerste nummer de stevigheid van de palen uit. De lyrics werden luidkeels meegeschreeuwd, door een goed gevulde Eagle. De energie zat meer dan goed. Zowel band als publiek straalde geluk uit. Net na de opener koos John Coffey om met Broke Neck de opgebouwde energie niet te verspillen. Het is een energiebommetje van jewelste, de uitgelezen kans voor David om zich al eens aan een sprongetje in het publiek te wagen. John Coffey is terug, en hoe!

Het is al even geweten, maar er komt een nieuwe plaat aan. Hopelijk krijgen we binnenkort meer concreet nieuws. Je kon er vanop aangaan dat we op Jera een track zouden horen, welke het daglicht nog niet gezien had. Het cadeautje was The Sunset wat nog nooit eerder gespeeld werd. Ik was extatisch bij het inzetten van deze song maar verloor mijn enthousiasme na een tijdje. Er zat weinig vaart in deze track en voelde zelfs wat eentonig aan. Ook het publiek leek even zijn aandacht wat te verliezen, met uitzondering van een wel zeer vurige frontstage. Het leek wel alsof John Coffey hierop geanticipeerd had, want hierna zorgde Dirt & Stones voor een onvergetelijk momentje. De track op zich had al voor een energie-uitbarsting van jewelste gezorgd, maar dat was niet genoeg. De Hollanders wilden de sfeer van het begin van deze feestelijke bijeenkomst weer vinden.

Het niveau waar Featherless Redheads mee was geëindigd, een uitgelaten en zeer dankbare crowd, niet enkel die frontpit. Een circle pit rond de vier steunpalen van de grootste stage, er is er maar één die daarin kan slagen. David Achter De Molen maande het publiek aan om er maar snel werk van te maken, anders zou de band niet meer verder knallen. Voor je het wist, was er een meute aan het rennen. Eentje die voor de omstaanders voor wat welgekomen verkoeling zorgde op deze warme dag. Je zag enkele mensen twijfelen: “Zou ik mee rennen? Het ziet er anders wel fijn uit.”. Menig persoon dacht hier even op het gemakje te komen genieten van de show van de Hollanders, om uiteindelijk in een wel zeer woelige moshpit te belanden. Want het was daar dat de immense circle pit finaal eindigde. John Coffey bleef de ene kraker na de andere op ons afvuren. Dit was een show die van het ene hoogtepunt naar het andere denderde.

Net zoals SING and hope it’s out of tune, deed ook Steam Waltz de Eagle exploderen. Meer nog, als je het mij vraagt is dit het sterkste nummer dat de band tot op heden heeft uitgebracht. Het heeft gewoon alles wat je van een dijk van een song verwacht. Dat het live voor zo’n uitbundige sfeer zorgde, dat had ik dan weer niet verwacht. Zeker niet als je weet dat dit een vers nummertje is, zo’n drie maanden oud. Je voelde aan alles dat de fans John Coffey hadden gemist. Net zozeer voelde je aan alles dat ook de band dergelijke vertoningen had gemist. Deze pletwals werd ten einde gebracht door één van de publieksfavorieten Heart Of A Traitor, waarmee John Coffey nog snel even een wall of death wilde zien. Net zoals Static Dress eerder op de dag, tikte de klok genadeloos, al deerde dat John Coffey voor geen meter. Het kwam hier voor een feestje te maken en dat deed het. Wat kijk ik uit naar die nieuwe plaat, laat maar komen! (B.W.)

Setlist:

  1. SING and hope it’s out of tune
  2. Broke Neck
  3. Featherless Redheads
  4. The Sunset
  5. Dirt & Stones
  6. Nails On The Blackboard
  7. Steam Waltz
  8. Relief 
  9. Oh, Oh, Calamity
  10. Romans
  11. Heart Of Traitor

Black flag – Vulture – 16:45 – 17:30

In 2013 kreeg ik voor het eerst de kans om een deel van Black Flag aan het werk te zien. Het is één van die shows waar ik tot op heden spijt van heb dat ik niet ben gaan kijken. Het was toen wel onder de noemer Flag, daar er slechts één bandlid van de originele bezetting present tekende. De rest van de bezetting bestond uit leden die ooit een korte of langere tijd binnen Black Flag dienst hadden gelopen. Ik koos toen echter voor de show van Killswitch Engage, een band die ik later nog verschillende keren aan het werk mocht zien. Eindelijk was het zover, tien jaar later volgde mijn herkansing om één van de grondleggers van de punk-hardcore scène aan het werk te zien. Ditmaal niet onder een andere naam, neen, Jera wist Black Flag op de affiche te zetten.

Alhoewel… . Deze band bestaat uit Greg Ginn, welke het enige lid is dat er sinds het ontstaan bij is. Mike Vallely is ook geen onbekende voor de fans. De man is niet terug te vinden op één van de zeven studio-albums maar is wel, op Ginn na, het langst actief binnen de band. Dit kan alleen maar aantonen wat voor een duiventil deze band is. Bassist Harley Duggan en drummer Charles Wiley zijn er pas sinds vorig jaar bij. Hoe dan ook wilde ik niet weer dezelfde fout maken als tien jaar geleden. Wie er ook het tijdsslot met deze iconische band deelde, ik moest gewoon naar Black Flag gaan kijken.

In eerste instantie stond Sunami gelijktijdig geprogrammeerd. Doordat het blokkenschema van de Buzzard laadtijdig nog werd aangepast, veranderde dit echter. Plotseling stonden met C4, Restraining Order en Pain Of Truth drie bands gelijktijdig geprogrammeerd met Black Flag en de Heideroosjes. Zuur, maar ik koos dus voor de veteranen aan het werk te zien. Zo hard ik heb uitgekeken naar deze show, zo hard viel hij ook tegen. Ik had me verwacht aan een reisje naar de ware hoogdagen van het genre, met de tijdmachine van de band. Althans dat was wat ik gehoopt had, de machine sputterde wat tegen.

Ik kwam terecht op één of andere gouden bruiloft waar een coverband de beste hits van Black Flag aan het spelen was. Dat de band niet honderd procent klonk, nam ik er maar al te graag bij. Kijk de bomma toch eens shinen. En toen realiseerde ik me dat dit helemaal geen gouden bruiloft was, maar Jera On Air en fucking Black Flag on stage… . Van een desillusie gesproken. Er straalde geen beleving van dit viertal, waar was de passie? Het geluk? De voldoening? Ergens achteraan in de coulissen bij een goed gevulde portefeuille denk ik.

Uren lang heb ik met mijn vriendin gediscussieerd of we al dan niet de hele show van Black Flag zouden uitkijken. Mijn vriendin is namelijk een grote fan van de Heideroosjes en wilde geen minuut missen van deze show. Toen ze rond kwart na vijf met haar poezelige oogjes keek of we al naar de Eagle wilde vertrekken, heb ik geen seconde getwijfeld. Dankjewel schat om me uit deze marteling te verlossen. Ik ga nog steeds genieten van de muziek van Black Flag, maar zal toch twee keer nadenken vooraleer ik er live nog eens naar zou gaan kijken. (B.W.)

Heideroosjes – Eagle – 17:30 – 18:30

Heideroosjes en Jera On Air, het is een winnende combinatie, althans de vorige keer dat ik de band uit Horst hier aan het werk zag. Ook deze keer stond de mainstage goed gevuld voor wat de enige festivalshow in Nederland van dit jaar zou zijn. Al een hele dag viel het op hoeveel kinderen op de weide aanwezig waren. Ik had de link met de Heideroosjes nog niet gelegd, maar toen ik de tent binnenwandelde viel mijn spreekwoordelijke drankbonnetje. Het is misschien wat overdreven om te zeggen dat het wel leek alsof al de lagere scholen van het land verzameld hadden voor de stage, maar sjonge wat waren er veel tieners in de tent. Het is duidelijk dat een groot deel van de ouders, welke opgegroeid zijn met de Heideroosjes, hun passie/liefde hebben overgedragen.

Mama’s zien pogoën met dochterlief, een vader die z’n zoon de lucht insteekt om hem wat beter zicht te geven op het podium, om hem vervolgens al crowdsurfend richting Marco en co te laten vertrekken, DAT en nog veel meer is de Heideroosjes anno 2023. Dat het een feestje ging worden, daar kon je vanop aangaan. Maar de Heideroosjes hebben laten zien dat ze, zelfs zonder routine in de benen, garant staan voor een uur lang knallen op het hoogste niveau. Al moet ik wel zeggen dat ik op momenten het gevoel had dat er een boysband on stage stond. De bewegingen, en dan vooral die van Marco Roelofs en Frank Kleuskens, leken soms doordat ze zo synchroon waren wel erg ingestudeerd. En dan had je plots gekke Fred Houben in beeld, en realiseerde je weer dat het hier om een punkband gaat.

Vanaf de eerste noten werd Roelofs goed ondersteund door de toen al kapot geschreeuwde kelen van de Jerabezoekers. Ondanks het verschroeiende begin van de Heideroosjes met Break The Public Peace en Time is Ticking Away, ging het dak er pas echt af tijdens Damclub Hooligan. Het is één van de nummers van de band waar ik niet zo hoog mee oploop, maar live weet het ook mij telkens weer te overtuigen om toch enkele strofes mee te zingen. De Hollanders slagen er wonderwel vaak in, om net met die nummers die ik niet zo geweldig vind, genadeloos toe te slaan. Nog zo’n nummer en tevens topmoment was Lekker Belangrijk.

Een persoonlijk hoogtepunt was er in het midden van de setlist, wanneer de set wat ingedommeld was door een cover van The Ramones zijn The KKK Took My Baby Away. Je voelde aan alles dat het een momentje was om met een stevigere klassieker ten berde brengen. En jawel hoor Nothings Wrong was dat energiebommetje waar iedereen naar verlangde. De pit werd weer wat groter, en de kinderen kropen weer wat dichter bij mama en papa. Tussen de nummers door nam Marco ruim de tijd om wat te babbelen met zijn fans. Dat was ook niet anders na Nothings Wrong, wat achteraf bekeken wat jammer was. De crowd stond stijf van de adrenaline, als je weet dat de volgende track Val Maar Dood was, dan was het misschien leuker geweest als die sfeer wat behouden kon blijven.

Maar die gesprekjes tussen door kenmerkt de band natuurlijk wel. En wanneer je zo’n kenmerken hebt, moet je deze op je oudere dagen niet meer aanpassen. Ondanks dat de muziek verschilt van elkaar, hing hier een hele set lang de sfeer die me deed denken aan die van daarvoor bij John Coffey. De band genoot met volle teugen, iets wat het publiek ook duidelijk deed. De sfeer was een hele tijd zoals we die gewend zijn van de combinatie Heideroosjes en Jera: uitmuntend. Net voor de band zijn anthem Scum United inzette, liet Roelofs weten dat we ook volgend jaar kunnen uitkijken naar enkele shows van de Heideroosjes. De band viert dan zijn vijfendertigste verjaardag, welke gevierd zal worden met enkele optredens. Misschien dat er een spotje op Jera bijhoort, al mag het dan wel met uniekere show worden. Dit was nagenoeg de set van de vorige keer, wat ik altijd wel wat jammer vind. Desalniettemin heb ik weer meer dan genoten van de Heideroosjes. (B.W.)

Unity TX – Buzzard Stage – 18:30 – 19:15

Na het nostalgische tripje van de Heideroosjes werd ons wederom geen rust gegund door de organisatie. Jera On Air staat naast de gevestigde waardes ook bekend om het boeken van jonge, talentvolle bands. Eentje daarvan is het Amerikaanse UnityTX, dat eerder tot de buitenbeentjes op de affiche behoorde. Het publiek staat erom bekend om een open-mind te hebben, en graag te ontdekken. Dat dit kwartet mocht aantreden op de Buzzard deed me vermoeden dat dit wel eens kon uitdraaien op een zwaar feestje. Het tentje stond goed gevuld toen ik arriveerde, en ook de band straalde goesting uit. Ik was duidelijk niet de enige die laadtijdig afzakte, de sound van de Amerikanen overtuigde veel voorbijgangers om toch eens te gaan kijken.

En dat bleek niet meer dan terecht. UnityTX bevestigde datgene wat iedereen voorspelde. Het weet op een ingenieuze manier twee uiterste met elkaar te combineren. Toegegeven, dat is de ene song al wat beter geslaagd dan de andere. Maar echt een wrange smaak had ik nooit, daar de band live als een ware sloopkogel fungeerde voor de pit. Het geheel stond bol van de adrenaline, wat in de pit voor enkele turbulente toestanden zorgde. Op de meest onverwachte momenten besluiten de Amerikanen, doormiddel van een flinke breakdown, om een tempo hoger te schakelen of beter zelf om een ommezwaai van jewelste te maken.

Maar waar de band enerzijds besluit om het geheel potiger te maken, besloot het even vaak om alle energie te elimineren. Waar er in het begin van de set veel nieuwsgierigen waren, waren er tegen het einde van de set ook wel wat afhakers. Zij konden de inventieve mix niet zo smaken of kozen ervoor om een goed spotje te bemachtigen bij Enter Shikari of het Belgische Arson. UnityTX bleef echter een hele set lang knallen met Ruckus als één van de hoogtepunten van de set. Het is een korte track maar eentje die bol staat van de adrenaline, wat duidelijk gesmaakt werd door de enthousiaste menigte. Dat ook World Of Malice in de set ging zitten, hadden de fans wel kunnen voorspellen.

Deze single werd eerder dit jaar uitgebracht en is zonder twijfel één van de stevigste nummers van de Amerikanen. Iets wat zich op Jera vertaalde in een wel zeer woelige pit. UnityTX maakte onlangs bekend dat het later dit jaar een nieuw album zal uitbrengen. Hopelijk komen ze deze snel voorstellen in de Lage Landen, want deze intense cocktail wil ik nog eens meemaken. (B.W.)

Enter Shikari – Eagle – 19:15 – 20:00

Toen ik het blokkenschema onder mijn ogen kreeg, waren het niet enkel de clashes tussen bands waar ik triestig van werd. Ook het uur van de show van Enter Shikari was op zijn zachts uitgedrukt opmerkelijk. De vorige keer dat de Britten op Jera speelde, mochten ze een festivaldag afsluiten. De speeltijd die het toen kreeg bedroeg één uur en een kwartier. Deze keer moesten ze het doen met een spotje op de vroege avond, wat gepaard gaat met een schamele drie kwartier. Ik was benieuwd welke songs ze in deze korte tijd ten berde gingen brengen. Dat het een setlist ging worden waar de nieuwste telg A Kiss For The Whole World centraal ging staan, mocht geen verrassing zijn.

De Eagle stond goed gevuld, en aan de start van de set was een groot deel van aanwezige enthousiast. Pls Set Me On Fire had de eer om deze set op gang te trekken. Dat deed het voortreffelijk, de schwung zat er direct in. Zoals steeds op een festivalshow van de Britten, heb je mensen die raar rond zich kijken en de tent verlaten. Je zou denken dat de naam Enter Shikari wel al genoeg zou zeggen, maar toch zijn er nog steeds mensen die niet weten wat ze brengen. Hyperactieve rock met elementen uit het hardcore, punk en meerdere elektronische genres. Het is één van de weinige bands welke ik sinds mijn puberjaren ben beginnen volgen en waar ik tot op heden nog steeds grote fan van ben. Ook zij zijn gegroeid, en wat ze dezer dagen maken staat ver van die eerste iconische eerste langspeler Take To The Skies. En toch blijven ze me keer op keer omverblazen met hun eigenzinnige cocktail, al moet ik wel toegeven dat deze korte set de minste was.

De Britten schoten nog veelbelovend uit de startblokken, maar het tweeluik A Kiss For The Whole World x en Satelites * *, haalde de vaart en energie uit de set. Toen de band na deze twee minder energieke, nog een nieuw nummer aankondigde, was de reactie daarop bijzonder stil. Waar was de vitaliteit van het publiek naar toe? Het introdeuntje van Bloodshot en de song in zijn totaliteit kon de passie toch weer wat aanwakkeren, al was het van korte duur. Het is zo’n track die continu wat uitbolt, om dan weer een powerinjectie van jewelste te krijgen. Wat dan volgde was de gekende Quickfire Round. Deze gaat al geruime tijd mee, en is dé moment waar de meester zijn kunsten laat zien. Deze keer brachten ze vier nummers in iets meer dan acht minuten. Ook op Jera zorgde het voor de gewenste toename aan zweetuitbarstingen.

Al was ook deze niet honderd procent de bom die we nodig/verwacht hadden. Havoc B katapulteerde ons even naar de zomer van 2009 wanneer het met Common Dreads zijn tweede langspeler uitbracht. De smerige basslijnen zorgde ervoor dat de moshpit nog eens aan terrein kon winnen, eindelijk zaten we (eventjes) op de gekende vibe die de band normaal een hele set uitdraagt. Bull, een singeltje dat eind vorig jaar het levenslicht zag, haalde al de eerder opgebouwde energie genadeloos uit het geheel. Het is een leuke toevoeging in een zaal, wanneer je onder die-hard fans bent, op Jera zorgde het eerder voor verbijstering.

Gelukkig was er daar The Last Garrison om het feestgedruis weer wat aan te wakkeren. Voor het eerst in de set werden de lyrics door zowat iedereen meegeschreeuwd. We zaten weer op het niveau van enkele luttele minuten geleden toen Havoc B de gemoederen probeerde de verhitten. We gingen al het laatste kwartier van de set in, welke onvergetelijk werd ingezet door dé klassieker der klassiekers Sorry, You’re Not A Winner, welke zo als vaak deel uitmaakte van de Quickfire Round. Dat het slechts een deel met gitaren werd gebracht, en de rest door elektronische deunen nam ik, en duidelijk een groot deel van Jera, er maar al te graag bij.

De voorbije jaren was Live Outside de vaste afsluiter geworden, maar daar lijkt nu toch verandering in te komen. De kelen werden nog een goed schor geschreeuwd, tijdens deze ballade. Toch had de band nog een extraatje achter de hand gehouden, The Dreamers Hotel, zorgde ervoor dat de stembanden alsnog voldaan/beschadigd de show konden verlaten. Ik ben er zeker van dat de frontstage heeft gedanst, gezweet maar vooral genoten. Dat is fijn, maar wanneer Enter Shikari op kruissnelheid presteert staat de hele weide in lichterlaaie. Dat was helaas niet het geval, het tweede deel van de set was intenser en kon het geheel nog wat reanimeren. Wanneer je tot één van de beste livebands behoort op deze aardknot, dan zijn de verwachtingen automatisch ontzettend hoog. Wat ze vandaag brachten was eerder gemiddeld. (B.W.)

Carpenter Brut – Vulture – 20:00 – 20:45

Rechtstreeks uit Poitiers, Frankrijk, bracht Carpenter Brut het duistere synthwave-feest naar de Vulture-tent en verenigde metalheads en liefhebbers van de jaren 80-stijl van John Carpenter in een dans van eenheid. Terwijl je naar hen luistert, is het onmogelijk om niet te denken aan Perturbator, en zelfs Nine Inch Nails en de goede oude jaren 90 op te roepen.

Ondanks dat ze sterk vertrouwen op instrumentale muziek en een geprogrammeerde zangstem, zoals die van de geweldige Greg Puciato van The Dillinger Escape Plan in Imaginary Fire, kent Carpenter Brut’s aanstekelijke en krachtige optreden geen grenzen. Het publiek zong en chantte mee met de instrumentale melodieën en dompelde zich onder in de pulserende synthesizers en elektrificerende gitaarwerk.

Producer en toetsenist Franck Hueso navigeerde moeiteloos over het podium en wisselde naadloos tussen zijn console en een boeiende podiumaanwezigheid. Zijn controle over het publiek was duidelijk te zien terwijl hij moeiteloos contact maakte met het publiek. Naast Franck Hueso zijn twee belangrijke pijlers van Carpenter Brut’s geluid en podiumaanwezigheid gitarist Adrien Grousset en drummer Florent Marcadet. Zij zorgen voor het organische anker, de rock- en metalelementen in hun muziek, wat hen onderscheidt van louter dansnummers of niche-geluiden. Franck Hueso weet hoe hij de perfecte combinatie van muzikale en visuele elementen kan behouden om een boeiende en meeslepende show te creëren en het publiek mee te nemen op een suggestieve reis.

Het was een totale viering van donkere/horror synthwave, waarin elementen van nostalgie, energie en aanstekelijke ritmes samensmolten. Ze bewezen dat zelfs met een voornamelijk instrumentaal repertoire en geprogrammeerde vocalen hun liveoptreden een onstuitbare kracht is die de geest ontsteekt. (ML)

Motionless In White – Vulture – 21:30 – 22:15

Motionless In White barstte het podium op en begon hun set met het krachtige openingsnummer Disguise, wat de toon zette voor een metalcore spektakel met een elektrificerende setlist gedomineerd door nummers van hun zeer populaire recente album Scoring The End of The World. Terwijl ze ook fans verwenden met geliefde oudere favorieten zoals Eternally Yours en Reincarnate, is het vermeldenswaardig dat hun festival setlists voornamelijk hun recentere materiaal omarmen, wat de groeiende populariteit van de band in de afgelopen jaren weerspiegelt.

In het midden van hun optreden veranderde de Vulture-tent in een waar Slaughterhouse, waarbij een bombardement van energie het publiek verbluft achterliet.

Voor degenen die bekend zijn met hun live-optredens is hun podiumaanwezigheid niets minder dan een visueel feest. Gotische esthetiek, meeslepend theater en uitgebreide kostuums creëren een meeslepende ervaring. De opvallende verschijning van de bandleden, gekleed in donkere kleding en versierd met ingewikkelde make-up, versterkte verder de sfeer van hun optreden.

Maar het draait niet alleen om het visuele aspect; Motionless In White heeft in de loop der jaren zijn liveperformance tot in de puntjes geperfectioneerd. Hun muzikaliteit combineert naadloos met entertainment en toont een opmerkelijk comfort op het podium. (ML)

Sunami – Buzzard – 21:30 – 22:00

Doordat het blokkenschema last minute nog een update kreeg, kon ik toch gaan genieten van de beatdown-hardcore van Sunami. Normaal stonden zij gelijktijdig geprogrammeerd met Black Flag, wat uitdraaide op een gigantische teleurstelling. De show werd opgenomen door Hate5Six, wat bij de aanwezige in de pit ervoor ging zorgen dat ze net dat tikkeltje meer zouden geven. Dat deze show bij één van de meest intensieve van het weekend ging horen, dat kon zowat elke aanwezige voorspellen én achteraf ook bevestigen. Sunami is nog maar sinds 2019 bezig aan zijn muzikale ontdekkingstocht, maar wist in die tijd al ontzettend veel potten te breken. Volgens ​​Josef Alfonso, frontman van dit bonte gezelschap, ligt de sleutel van het succes bij het feit dat ze zich niet te serieus pakken.

Dat het menens was op Jera On Air kon je al opmerken aan de opkomst. Tot ver buiten de stage stonden nieuwsgierigen opgesteld om deze orkaan aan het werk te zien. Want als de Amerikanen doorheen die weinige actieve jaren iets vergaard hebben, dan is het wel een meer dan uitstekende live-reputatie. Wie dacht even met een pintje in de hand in de moshpit een feestje te bouwen, kwam wel zeer bedrogen uit. Dat was dan weer op te merken rond de derde song van Sunami, wanneer er plotseling een karrevracht aan getroffene naar buiten strompelde. En dat strompelen kan je redelijk letterlijk nemen. De ene zijn kwetsuur was al wat erger dan de andere. Dat ze hier een match op Champions league niveau aan het moshen waren, was niet enkel ons opgevallen.

Waar er violent-dancers zijn, zijn er gekwetste, en zeker als Sunami voor de dansinstructies zorgt. Dat was ook de mensen met fluogele pakjes opgevallen, welke plots een zware shift tegemoet gingen. Aan de uitgang namen twee ploegen post om zij die enige hulp nodig hadden te assisteren of te begeleiden naar het moshpital. Sunami vond het allemaal niet zo erg, en besloot nergens om eens wat gas terug te nemen. Resultaat: een heerlijke show welke tot ver buiten het kleine tentje voor een agressief sfeertje zorgde. Tijdens de afsluiter besloot de band zowat al z’n materiaal in het publiek te dumpen. Althans dat was toch de opzet, na de microfoon en de statieven besloot de security in te grijpen. Wat een mokerslag van jewelste!

Meshuggah – Eagle – 22:15 – 23:00

Zonder veel tijd voor een pauze konden we net op tijd onze vloeistoffen aanvullen met een biertje of twee voor de langverwachte headliner van de avond, het machtige Meshuggah. De anticipatie bereikte zijn hoogtepunt toen het podium in duisternis gehuld werd en vervolgens, een voor een, de bandleden tevoorschijn kwamen. Ze begonnen vol gas aan hun set, met hun kenmerkende ongelooflijk complexe riffs en brachten ons meteen aan het headbangen. Het is duidelijk dat hun muziek meer een luisterervaring is dan een om op en neer te springen.

Nadat de eerste razernij tot bedaren kwam, voegden ze strategisch kleine pauzes in, waarbij het podium tijdelijk in het duister gehuld werd. Tijdens deze intermezzo’s kwamen de bandleden weer samen, veranderde het decor en bouwde de anticipatie op. Wanneer de lichten weer aangingen, was het effect indrukwekkend. Ik moet de verlichtingsontwerper noemen die verantwoordelijk is voor de betoverende lichtshow die een integraal onderdeel is van hun optreden. De intense uitvoeringen van de krachtige nummers Born In Dissonance en The Abysmal Eye zoog ons in een zintuiglijke draaikolk waar we pas aan het einde uit konden komen. Met Frederik Thordendal hebben ze een van de beste gitaristen en we raakten ook betoverd door het legendarische drumtalent van Tomas Haake, ervan overtuigd dat hij niet van deze planeet is. Een verrassend en humoristisch moment kwam van zanger Jens Kidman vanwege een defecte microfoon. Meshuggah heeft zeker een blijvende indruk achtergelaten in de Eagle-tent, waardoor degenen die al waren vertrokken spijt kregen van hun beslissing.

Ze besloten de avond met het krachtige Future Breed Machine, wat het publiek in een laatste razernij bracht.

No Pressure – Buzzard stage – 22:00 – 22:45

Ook No Pressure was een band welke ik onder geen beding wou missen. Door logistieke problemen op de Buzzard stonden zijn vlak na de wervelwind van Sunami geprogrammeerd. In werkelijkheid duurde het een tiental minuutjes vooraleer No Pressure aan zijn set zou starten. Nogmaals een dikke duim voor de organisatie van Jera, want op vele andere festivals had het geen waar geweest. Wanneer een band niet tijdig op een festival geraakt, betekent dat veelal een last-minute annulatie. Op Jera steekt de organisatie de koppen bij elkaar om alsnog een oplossing te vinden. Dat we hierdoor een tiental minuutjes minder konden genieten van No Pressure, moesten we er dan maar bijnemen. Ik had hoge verwachtingen, maar dat deze superband op zo’n niveau zou presteren, dat had ik in de verste verte niet zien aankomen.

De energie die lost barste, was van een hele andere aard dan enkele minuten ervoor. Waar er bij Sunami enkel maar boosaardige mensen de hoofdrol opeiste, waren er nu ook crowdsurfer en dergelijke toestanden. Ook de violent-dancers waren er nog steeds, dat heb je wanneer een band een cocktail van punk en hardcore serveert. No Pressure genoot duidelijk met volle teugen, al was dit het meest op te merken aan het gedrag van Parker Cannon, welke je zou moeten kennen van zijn feeërieke vocal bij The Story So Far. Hij creëert een zeer typerend geluid, al was deze niet altijd even zuiver tijdens de performance op Jera. Kan eigenlijk ook moeilijk anders wanneer er constant drie volwassenen op je kruipen om die ene strofe in de micro te schreeuwen.

Blijf dan toch op je podium staan hoor ik je denken. Voor zowat elke andere frontman was dat de meest “veilige” optie, maar Cannon heeft niet liever dan die connectie met zijn fans. Dat hij na de show wat oefeningen moet doen om zijn nek weer te deblokkeren neemt hij er maar al te graag bij. Wanneer je jezelf zo smijt als frontman, dan ben je als crowd al veel sneller bereid om weer wat harder uit de bol te gaan. Dat en het feit dat het festival duidelijk aan zijn laatste avond was gestart deed de bezoekers over de rooie gaan. Samen met een uitstekende No Pressure zorgde het voor een geweldige vibe.

Een groot hekelpunt van de vorige editie was het feit dat de Buzzard niet opgewassen was tegen het geluid van de grote Eagle. Dat werd dit jaar verholpen door de Buzzard samen te laten spelen met de Vulture. Daar er laadtijdig aan de timetable moest gesleuteld worden, kon de organisatie niet anders dan de shows van No Pressure (Buzzard) en Meshuggah (Eagle) te laten clashen. Het kleine tentje was, net zoals de voorgaande editie, niet opgewassen tegen de sound. Zeker voor zij die buiten de Buzzard stonden, zal het voor wat wrevel hebben gezorgd. En dat waren er een hoop, want er was veel belangstelling voor No Pressure.

Misschien dat ook de main stage wat hinder ondervond van No Pressure, moest dat zo zijn dan zal dat tijdens de cover van Green Day zijn Burnout geweest zijn. Iedereen schreeuwde deze song luidkeels mee, en ook in de pit leverde het enkele huzarenstukjes op. Het leek wel alsof iedereen de strofes van Billy Joel Armstrong in de micro wilde schreeuwen. Desondanks dat een combinatie tussen punk en hardcore me veelal onberoerd laat, wist deze show me wel probleemloos te entertainen. (B.W.)

The Ghost Inside – Vulture – 23:00 – 00:00

De laatste act in de Vulture-tent werd geleid door helden The Ghost Inside, die gelukkig bezig zijn met de wederopstanding na het noodlottige busongeluk in 2015. Leadzanger Jonathan Vigil vertelde over het moment dat hij wakker werd in het ziekenhuis na het verwoestende ongeluk en gaf toe dat hij aanvankelijk twijfels had over het terugkeren naar het podium. Het trauma had zijn vastberadenheid geschud en hem doen twijfelen of touren iets was wat hij wilde blijven doen. Hij uitte echter immense dankbaarheid voor de overweldigende steun en liefde die hij van de fans en metalgemeenschap ontving. Het was hun onwankelbare toewijding die hen uiteindelijk inspireerde om in 2019 na een pauze van 3 jaar triomfantelijk terug te keren.

Ze creëren compleet prachtige chaos live, van voor naar achter, van links naar rechts, en ze begonnen daarmee met de opener Engine 45. Een explosieve wervelwind raast door de tent. Met een hamerende intensiteit en onmiskenbare kwaliteit zien we een band in topvorm. De eerder genoemde wederopstanding werd vergezeld door een nieuw zelfgetiteld album, en nummers als The Outcast en Pressure Point houden zich staande tussen de oudere tracks. De tekst van “Fuck This” zegt eigenlijk alles en behoeft geen verdere uitleg. De immense populariteit van de band kwam ook tot uiting in de eindeloze rij bij de signeersessie. Jonathan herinnert ons aan onze betekenis in de terugkeer van The Ghost Inside, terwijl hij ook de aanwezigheid van Andrew Tkaczyk benadrukt, die op een kruk zit met slechts één been. Een diepe buiging, immense respect en een krachtige getuigenis van kracht. Het daaropvolgende Dear Youth (Day 52) is prachtig, en de hele tent begrijpt het. De emoties zijn zo diepgaand en de Vulture breekt het crowdsurf-record van de dag. De verjongende combinatie van “blegh” en breakdowns neemt toe tijdens Out Of Control en vervolgens Faith Or Forgiveness van de altijd goede oudere plaat Fury And The Fallen Ones (2008). In slechts één uur neemt The Ghost Inside ons mee op een sonische reis door hun hele discografie, waarbij geen album onaangeroerd blijft. Als absoluut hoogtepunt worden we getrakteerd op de afsluiters, Avalanche en Aftermath.

No Turning Back – Buzzard Stage – 00:00 – 01:00

Dit was mijn derde keer Jera On Air. Wat ik van de twee voorgaande edities heb onthouden is dat de show van No Turning Back steevast tot één van de beste van het weekend hoort. De editie voor de wereld op slot ging mocht het de Buzzard afsluiten, vorig jaar speelde het rond de klok van negen. Dit jaar was het helemaal niet de bedoeling dat de mannen uit Brabant de stage onveilig kwamen maken. Normaliter had H2O hier de festiviteiten mogen afsluiten, maar zij cancelde een groot deel van hun Europese tournee. No Turning Back is een graag geziene gast op Jera, en dus een voor de hand liggende keuze om nog maar eens uit te nodigen. Zo’n vijf minuten voor aanvang stond de Buzzard akelig leeg, iets wat de band wel voorzien had. Op de Vulture stond The Ghost Inside nog van jetje te geven, een band waarvan een groot deel van het publiek nog richting No Turning Back zou kunnen trekken.

Klokslag middernacht besloot No Turning Back om aan zijn offensief om bezoekers te lokken te starten, dit doormiddels van een introductietape. Geen horrorgeluidjes of elektronische toestanden als vele andere bands, gewoon een oeroude Hollandse klassieker van Arie Ribbens. Brabantse Nachten Zijn Lang deed wat het moest doen, de meute lokken naar de Buzzard voor de laatste hardcoreshow van deze editie. Wanneer No Turning Back besloot om muzikaal van jetje te geven, zat het spel van minuut één op de wagen. Het podiumpje waar de band op speelde, werd gedeeld door enthousiastelingen welke zich wilde wagen aan een duikje in het publiek. Take Your Guilt had de eer om deze set op gang te trekken, je kan je je al voorstellen wat er gebeurde.

Martijn Van Den Heuvel nam plaats op het strookje dat bedoeld is voor zij die wil stagediven. Net zoals bij Parker Cannon zie je aan alles dat Van Den Heuvel geniet van de connectie met zijn aanhang. Dat er een hoop bewonderaars rond zijn nek hangen om de tekst in zijn microfoon te schreeuwen, deert de man niet. Nog voor de laatste noten van de opener uit de boxen knalde, stond het tentje meer dan gevuld. Je voelde aan alles dat het ook deze keer weer een schot in de roos ging worden. Een intensieve late night work-out, met een band welke er duidelijk zin in had. Dat het hier als vervanger moest opdraven maakte hun dankbaarheid er niet minder op. Waar No Turning Back ook mag spelen, de band zal de organisatie altijd belonen met een dijk van een show.

Net zoals bij Distant een dag eerder, koos ook No Turning Back ervoor om de muziek te laten spreken. Het duurde even vooraleer Van Den Heuvel de tijd nam om zijn aanhang toe te spreken. Na True Love voelde je dat de tent nood had aan wat recuperatietijd, waarna Martijn besloot om iedereen te bedanken om aanwezig te zijn. Ook benadrukte hij het feit dat de show werd gefilmd door Sunny Singh oftewel Hate5six. Opvallend feitje waar de band ons maar al te graag op attendeerde was dat No Turning Back de enige Europese band was welke door de Amerikaan werd opgenomen. Waarna de frontman zijn meute aanmaande om voor een laatste keer alles te geven. Laat ze maar eens zien waarvoor de Europese scène staat! Het was niet dat hiervoor het publiek ondermaats presteerde, zeker niet, maar toen de band besloot om met Do You Care? weer aan te vatten, ontplofte het kleine tentje. Er was amper plaats op het verhoogje voor de stagedivers, en dus ook voor Martijn.

Het werd zo’n boeltje dat de frontman zelfs zijn microfoon verloor in het feestgedruis. Martijn greep nog om zich heen maar tevergeefs, die was de man een tijdje kwijt. Geen probleem moet de frontman gedacht hebben, waarna hij de microfoon van de gitarist inpalmde. Het leverde een uniek beeld op, Martijn met statief. Gelukkig duurde het niet lang vooraleer de crew de verloren microfoon weer in bezit had, en hij weer kon plaatsnemen op zijn favoriete vertrouwde spotje, tussen de kolkende massa. Wie dacht dat toen de set op zijn hoogtepunt zat, heeft No Turning Back nog nooit eerder aan het werk gezien. Never Give Up weet altijd voor een extra duwtje richting totale krankzinnigheid te zorgen. Deze korte snedige track deed wat je er kon verwachten. Het publiek, dat waarschijnlijk ook dacht dat het aan zijn maximum zat qua inspanning, werd echt knettergek. De Buzzard snakte naar adem, No Turning Back had zijn publiek weer maar eens in een wurggreep.

Geen voorgekauwde setlist, dat is iets waar deze band voor bekend staat. No Turning Back heeft ondertussen negen albums waar het uit kan kiezen. Zoals elke band hebben ook zij enkele nummers welke steevast in de set (moeten) zitten, maar het weet telkens weer te verrassen. Dat was ook deze keer niet anders, het werd een wandeling door het uitstekende repertoire. Het wist voor een derde keer voor één van de hoogtepunten, zo niet hét hoogtepunt van het festival te zorgen. Bestaat er een betere band dan deze Hollandse veteranen om Jera On Air af te sluiten? Wat zeg je Floggin Molly? Laat volgende keer deze Brabantse bom aan energie de grote stage maar eens afsluiten, want dat het de Buzzard uit zijn voegen kan laten barsten, dat weten we ondertussen. (B.W.)

Jera On Air U was weer fantastisch. Ondanks een wel zeer valse start, werd het toch weer een weekend genieten van het beste wat onze prachtige scène te bieden heeft. Ondertussen heeft de organisatie laten weten dat het volgend jaar zijn dertigste verjaardag mag vieren en dat we ons aan iets speciaals kunnen verwachten. Krijgen we drie volwaardige festivaldagen of een wel zeer spectaculaire headliner of wie weet wel een combinatie van beide? De toekomst zal het uitwijzen. Wij zullen er alles aan doen om ook volgend jaar weer aanwezig te zijn op deze hoogmis van de punk- en hardcorescène.

Jera On Air 2023 – Het verslag van de zaterdag

Aanraders Jera On Air 2023: zaterdag 24 juni

Wanneer de tempraturen zorgen voor spontane zweetuitbraken is het weer die tijd van het jaar: Festivals! Ook dit jaar belooft het Nederlandse punk- en hardcorefestival Jera On Air weer een prachteditie te worden. Met Parkway Drive, Rancid en Flogging Molly zijn de afsluiters al even bekend. Wie het festival al langer dan vandaag kent, weet dat zelfs de kleinste namen op de affiche de moeite zijn om te checken. Om je te helpen bij het uitstippelen van je onvergetelijke driedaagse, selecteerden wij per dag onze vijf aanraders. Eindigen doen we met de zaterdag.

(meer…)

Tusky – What’s For Dinner

Tusky – What’s For Dinner

De Nederlandse punkband Tusky heeft geen introductie meer nodig. Al vanaf de start staat de band onder het vergrootglas van de muziekmedia van de lage landen. Wie het toch nog niet weet, Tusky is opgestaan uit de assen van John Coffey, waardoor er al vanaf de start een massale belangstelling was. De keerzijde van deze medaille is dat ook de verwachtingen abnormaal hoog lagen. Verwachtingen welke de band op Rated Gnar probleemloos konden inlossen. Door heel de coronaproblematiek werd het project wat opzij geschoven, en besloten zelfs enkele bandleden uit de band te stappen. Met bassist Van Teijlingen en gezicht van de band Van Luttikhuizen twee van de drie bandleden uit het eerdere succesverhaal. Er werd onmiddellijk gezegd dat het vertrek van de mannen niet het einde van Tusky betekende. Met Vladimir Stevic aan de micro en Quirin Wijgers op de basgitaar zijn de openstaande posities al een tijdje ingevuld. Ook bij deze tweede telg lagen de verwachtingen dus hoog, misschien wel onhaalbaar hoog… . (meer…)

X