Pieter VH

Lede is mijn eerste kennismaking met Alkerdeel, al is het reeds het derde album van dit Oost-Vlaamse blackmetalgezelschap. Met de benaming black metal kun je vele kanten uit, van frostbitten tot atmosferisch boomknuffelen, maar het moet gezegd: Alkerdeel weet aan dit genre nog een geheel eigen interpretatie toe te voegen.

Laat ik ’t bekennen: Lede draait al een paar weken op geregelde tijden rondjes in mijn cd-speler, en ik was vast van plan een review te schrijven, maar kon er nog niet meteen mijn vinger op leggen. In dat geval is het beter de tijd zijn gang te laten gaan, zodat je ineens het cadeau in de schoot geworpen krijgt dat de releaseshow voor dit album op een kwartier wandelen van je deur plaatsvindt. Dit optreden vond plaats op 21 mei in In De Ruimte te Ledeberg, en omdat ondergetekende zijn momenten van diepe, behaaglijke ledigheid kent, besloot hij om album en optreden maar in één artikel te verwerken. Dat er live ook één nummer gespeeld werd dat niet op Lede te horen is, zullen we gemakshalve maar over het hoofd zien.

Voor metalfans is enig Satanisch gedweep natuurlijk niet vreemd. Voor de één is het bittere ernst, voor de ander niets meer dan een artistiek symbool. Toch wordt deze Satan bij vele metalbands voornamelijk voorgesteld als een demonisch wezen dat het niet al te best met de mensheid voorheeft: dood en verderf zal hij zaaien, haat en walging doen hem victorie kraaien. (O ja, af en toe rijmt deze sinistere afgod ook nog eens. Sommigen hebben echt alles mee.) Wat hierbij meestal over het hoofd gezien wordt, maar door Alkerdeel op treffende wijze weer opgevist wordt, is dat onze vliegengod oorspronkelijk ook een sater is, die met een vette grijns op de lippen zijn slachtoffers in de eerste plaats verleidt. De zonde is immers begeerlijk. Dat Alkerdeel ons zo’n speelse Satan voorschotelt, wordt al duidelijk met de oranje (!) albumhoes waarop de Boze Geest ons zijn tochtgat toekeert. Dit eigenlijk geheel in de geest van Dante’s Goddelijke komedie, dat niet alleen de hel in al zijn afgrijselijke facetten uitbeeldt, maar waar je ook al eens een duivel tegenkomt die zijn aars tot een trompet vooraleer deze triomferend te laten schallen.

Op dezelfde manier triomfeert Alkerdeel, en dit door een gezonde dosis waanzin die de muziek al eens in een onverwachte richting durft te duwen. Zullen we dit black metal noemen? Welja, maar dan wel met een overvloed aan invloeden die elk vechten om hun aandeel, en steeds rauw, vuil en ranzig. Wat kan die zanger Pede krijsen zeg – al dringt dat live eigenlijk nog een heel stuk makkelijker door merg en been dan op plaat. Opvallend hier is echter de rol van de bas, die bij momenten zowaar als funky te omschrijven valt. Net daar is het waar onze grijzende Satan in beeld komt: zijn het niet die funky baslijnen waarmee hij de vrouwtjes probeert te verleiden? Maar het blijft niet alleen bij verleiden. In Regardez ses Yeux III ontaardt de muziek in een geile orgie, waarbij je je zo een heksensabbat voor de geest kunt halen waarbij een tiental hitsige heksen zich vol overgave aan enkele demonen schenken. Dit nummer nodigt gewoon uit tot één waanzinnige Walpurgisnacht, inclusief wellustige rondedans. Zijne Hoogheid Priapus speelt hier gitaar met zijn tanden, ranselt de bas af met zijn staart, schreeuwt uit zijn anus, en mept ondertussen de drum aan gort met zijn geschubde erectie.  Noem het zoals je wil, funky black metal of horny black metal, maar had ik al gezegd dat het vooral rauw, vuil en ranzig klinkt?

En toch: de Duistere Heer verleidt met de glimlach, laat je genieten van de overheerlijke zonde, maar op het einde dient de rekening betaald te worden. Tijdens de releaseshow waren de enige bindteksten die opklonken uit de dikke mist die boven het podium hing de naam van de afsluitende song Gråt Deleenaf, maar dat is dan ook meteen de beste song van het hele album. Die duurt weliswaar een kleine veertien minuten, maar wat een trip. De orgie en het genot van de zonde zijn ineens ver weg, het guitige wordt hier achterwege gelaten, en hier laat zijne sodomiserende Heiligheid zijn ware gelaat zien: met een donkere, intense opbouw wordt er naar een geweldige climax toegewerkt, waarbij er geen twijfel meer kan bestaan wie er het laatste woord heeft. Ook hier blijft de bas zijn verleidelijke rol spelen, maar toch primeert hier het pure kwaad dat zijn rechten opeist. Gedaan met spelen. Dreigende gitaren, roffelende drums, en alweer, wat kan die Pede krijsen, waarbij zeker live de energie er vanaf spat. Vond ik dit op plaat al het beste nummer, dan wist dit me live nog meer te overtuigen. Wat een finale om U tegen te zeggen!

Alkerdeel drijft op waanzin, een gezellige, maar toch ook agressieve gekte, en al wordt er hierdoor ook wel eens een afstand geschapen (het vreemde Regardez ses Yeux II), toch weet de band je langzaam maar zeker mee te sleuren in een overrompelende roes. Op plaat had ik echter steeds het gevoel dat ik toch ‘iets’ miste: het bleek de geweldige energie te zijn die een optreden met zich meebrengt. Jammer dus dat je met het album niet automatisch een show erbij koopt, maar laat dat de pret vooral niet drukken. Want had ik al gezegd dat dit plaatje lekker rauw, vuil en ranzig klinkt?

Tracklist:

  1. Regardez Ses Yeux I
  2. Regardez Ses Yeux II
  3. Regardez Ses Yeux III
  4. Lede
  5. Gråt Deleenaf


 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

X