Graspop Metal Meeting 2017, zondag 18 juni: Het Verslag
Eef

Zondag 18 juni, de slotdag van een zonovergoten en uiterst geslaagde vierdaagse vol super optredens. Een dag waarop ook nog wat kleppers geprogrammeerd stonden en onder een loden zon het beste van zichzelf gaven. Het verslag en de foto’s van de finaledag vind je hieronder terug. Graspop: bij leven en welzijn, tot volgend jaar!

The Raven Age – Main Stage 1 (11:30-12:10)

Al begon het hier en daar pijn te doen en bleken er vele spieren reeds in een kramp te liggen, toch waren we er ook op de laatste dag vroeg bij om eens goeiendag te zeggen aan George Harris en de zijnen, ook gekend als The Raven Age. Deze Britse melodieuze metalcoreband stond vorig jaar ook op Graspop en hij moet dat blijkbaar goed gedaan hebben. Het moet gezegd: muzikaal zit alles wel snor: leuke, strak gespeelde riffs, ondersteund door een solide ritmesectie.

De reden waarom deze band moet doorbreken is meteen ook zijn zwakke kant. We hebben het dan inderdaad over George Harris – juist, de zoon van Steve Harris, bassist bij Iron Maiden – die geheel inspiratieloos het podium rondstapt. Als hij een poging doet te springen, komt hij amper enkele centimeters van de grond, zijn bindteksten zijn saai te noemen, want enkel George lacht hiermee. Moest hij dan nog een wereldzanger zijn, dan was al het vorige vergeten. Maar ook dat niet…

Conclusie: de band speelde een solide set en de zanger kamde zijn haar.

The Raven Age – Rudy De Doncker

The Charm The Fury – Main Stage 2 (12:20-13:00)

De noorderburen van The Charm The Fury zijn deze zomer goed vertegenwoordigd op de festivalkalender. Op Graspop kreeg de band onder leiding van Caroline Westendorp de taak om op zondag Main Stage 2 te openen. Het was nog vroeg op de dag, maar toch was er al aardig wat publiek komen opdagen voor wat ook alweer de tweede passage was voor dit metalcoregezelschap.

Caroline Westendorp – The Charm The Fuy @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Op de setlist kregen we met uitzondering van Colorblind en Carte Blanche voornamelijk nummers vanop de nieuwe plaat, The Sick, Dumb & Happy voorgeschoteld. Vooral Down On The Ropes, The Future Need Us Not en Songs Of Obscenity werden gesmaakt door een enthousiast publiek. Zowel muzikaal als vocaal leek The Charm The Fury alles onder controle te hebben, waarbij het hen zeker niet aan energie ontbrak. Deze show betekende dan ook een mooie start van wat een bloedhete festivaldag zou gaan worden. (BV)

Koen Stokman – The Charm The Fury @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Hacktivist – Jupiler Stage (13:10-13:50)

Voor het eerste optreden aan de kleinste stage in Dessel stonden er veel nieuwsgierigen verzameld. De Britten van Hacktivist speelden voor de tweede keer op Graspop na een verdienstelijke show als opener van de Metal Dome in 2013. Ditmaal had de band een wissel in de line-up doorstaan, maar niet de minste. Eén van de twee gezichten van de band, Ben Marvin, kondigde begin dit jaar aan dat hij uit de band zou stappen. Zijn vervanger, Jot Maxi, was al te horen op de debuutplaat, toen nog als guest vocalist. We waren benieuwd of de man de leegte die Marvin had achtergelaten succesvol zou kunnen inlossen.

Het lijkt wel dat Hacktivist met Maxi een tegenpool heeft gevonden van Marvin. Hij deelde de aandacht met de tweede stem van HactivistJermaine ‘J’ Hurley terwijl Maxi er alles aan doet om de aandacht naar zich te trekken. Daar Marvin een bedaarde frontman was, is Maxi altijd op de voorgrond aanwezig, wat soms zelfs ergerlijk begon te worden.

Ook de sound van de Britten is veranderd door de wissel, wat logisch is als je de stem dient te vervangen. Gitaristisch zit het nog altijd snor en kan de band nog altijd furieus uithalen. Jammerlijk was het feit dat de band iedereen aanmaande om zich te hurken om vervolgens recht te springen, een cliché waarvan we dit jaar spijtig genoeg ook niet bespaard bleven.

Persoonlijk waren we niet helemaal overtuigd van deze passage van Hacktivist, al moeten we wel toegeven dat er een hele set lang stevig gedanst werd ondanks het zeer warme weer.

Hacktivist – Arne Desmedt

Ugly Kid Joe – Main Stage 1 (13:10-13:55)

Ugly Kid Joe, iedereen kent ze, maar slechts weinigen hebben er ook effectief albums van in de kast staan. Ik leerde ze destijds kennen als een stel lolbroeken, die net een clipje uitgebracht hadden en daarmee vaak op MTV te zien waren. Maar Ugly Kid Joe is meer dan alleen maar Everything About You. Zo zagen we een volwassen geworden band aan het werk, met strakke muzikanten die intussen door de wol geverfd zijn. We hoorden ook wel wat straffe songs, zoals opener Neighbor, Milkman’s Son en het funky Funky Fresh Country Club. Uiteraard passeerde ook het hitje (en cover) Cats In The Cradle de revue, en hierop werd de band bijgestaan door niemand minder dan zangeres Amy Lee van Evanescence. In het begin van de song leek ze wat onwennig, maar naarmate de song vorderde won de dame aan vertrouwen. Zanger en frontman Whitfield Crane kent intussen ook de kneepjes van het vak. Hij kan een publiek moeiteloos bespelen en heeft enorm veel charisma, en een goeie stem ook natuurlijk. Verrassend was ook de ode aan Motörhead – iets wat wel meer bands dit weekend deden, en met Ace Of Spades werd op gepaste manier eer bewezen aan één van de meest legendarische rockbands ooit. Een zaalshow van deze mannen had ik wellicht links laten liggen, maar hier op de weide vormden ze voor mezelf de ideale opener van de dag. Ze mogen van mijn part nog vaker terugkomen. (Jurgen Callens)

Ugly Kid Joe – Rudy De Doncker

Alestorm – Mainstage 2 (14:05-14:50)

In de lijn van Korpiklaani vormen deze heren het ideale, luchtige en alcoholrijke tussendoortje op de rock- en metalfestivals. De folk metal van Alestorm mag dan muzikaal-technisch weinig om het lijf hebben, ze staan wel telkens garant voor een heftig feestje. Het is dan ook niet vreemd dat de Schotten onder leiding van Christopher Alexander Bowes al toe zijn aan hun vijfde passage op de Desselse Stenehei. Ruim voor de eerste noot weerklonk, was het al op de koppen lopen voor mainstage 2. Bij de eerste deuntjes van Keelhauled merkte je dat het publiek meer dan klaar was voor dit feestje. Met een fraaie setlist wist Alestorm dan ook zonder enige moeite de ganse wei naar zijn hand te zetten. Een crowdsurfer in een rubberbootje, een publiek dat gezamenlijk zit te roeien voor het podium… Niets is werkelijk te gek bij een optreden van Alestorm. In die setlist zaten met Alestorm, Mexico en Fucked With An Anchor ook drie nummers van de nieuwe studioplaat No Grave But The Sea verwerkt. Deze nieuwe songs pakten prima uit, wat bij Fucked With An Anchor voor een fijn meezingmoment zorgde. Naast dit alles trakteerde Alestorm ons nog op een eigen versie van Hangover, origineel van Taio Cruz, om vervolgens op gekende wijze af te sluiten met Captain Morgan’s Revenge. Alestom mag je dan ook met zekerheid bij de winnaars rekenen van dit weekend. Een band die nog lang niet aan zijn laatste doortocht toe is, wees daar maar zeker van. (BV)

Alestorm – Dorien Goetschalckx

Airbourne – Main Stage 1 (15:00 – 15:50)

Drie maal is scheepsrecht, moet de Graspop-organisatie gedacht hebben. Daarom mocht Airbourne een derde keer terugkomen met haar stevige rock ’n roll op topsnelheid. Breakin’ Outta Hell is hun laatste wapenfeit, dat alweer bijna één jaar oud is. Niet meteen werk aan de winkel om nieuw materiaal voor te stellen dus. We kregen een best-of show, hoewel vreemd genoeg No Guts, No Glory aan de kant wordt gelaten.

De heren zijn in goede doen en spelen de ziel uit hun lijf. In Australië kennen ze wel wat van warm weer, de hoge temperaturen deren de broertjes O’Keefe en co helemaal niet. Het publiek lijkt de nummers mee van buiten te kennen en brullen flink mee. Het beklimmen van de podiumtrussen heeft ondertussen plaats gemaakt voor de obligate wandeling langs het publiek, in de nek van één van de roadies in ‘maatpak’ (het management zou not amused geweest zijn bij deze perikelen). Hoogtepunt tijdens de show is toch wel het laatste nummer Runnin’ Wild, met een ode aan landgenoten AC/DC middels een klein stukje Let There Be Rock.

Wie niet genoeg krijgt van de mannen van Airbourne: in oktober komen ze terug naar België en spelen ze in Het Depot in Leuven. Amped-Up mocht ook een babbeltje doen met de gebroers O’Keefe. Hou onze site in de gaten voor het later te verschijnen interview.

Airbourne – Rudy De Doncker

Hardline – Metal Dome (15:45-16:30)

Amped-Up is een webzine dat probeert om alle stromingen binnen het heavy genre te coveren. En dan is het ook zo dat wij ook niet vies zijn van een streepje melodische hard rock. Als een band als het legendarische Amerikaanse Hardline passeert, dan wordt er door ondergetekende redacteur ook al niet onmiddellijk meer naar de rest van de planning gekeken, en gaat het richting Metal Dome om bij tropische temperaturen te rocken en airgitaar te spelen. Hardline is de band rondom zanger Johnny Gioeli, die we de dag voordien nog aan het werk zagen met zijn andere band Axel Rudi Pell, en waarmee hij toen een wereldshow neerzette. De hard rock die deze Amerikanen (alhoewel, er zitten nu ook enkele Italianen in de band) brengen is veel meer gestoeld op de Amerikaanse stijl van de jaren tachtig, toen bands als Poison, Bon Jovi, Firehouse, Ratt en consorten heersten en men al niet vies was van spandex en krultangen. Muzikaal heb ik Hardline echter altijd intelligenter en ingenieuzer geweten dan hun collega’s in de party-bands. Zo was hun debuut Double Eclipse een pareltje en nu hebben we anno 2017 eindelijk het geluk om krakers als Takin’ Me Down, Dr. Love, Life’s a Bitch, Rythm From A Red Car en de hitsingle Hot Cherie te aanhoren, gezongen door één van de best zangers binnen het genre. Onlangs bracht de band nog een nieuw album uit: Human Nature. Hieruit kwamen onder meer Where Do We Go From Here, Human Nature, Trapped in Muddy Waters voorbij en alles ging erin als zoete koek. Wat een muzikanten allemaal ook: vooreerst de zanger, maar ook toetsenist Allessandro Del Vecchio, gitarist Josh Ramos en de bevallige bassiste Anna Portalupi zijn muzikaal en visueel een streling voor oor en oog. En weer die tomeloze energie van Gioeli, die elke keer performt en zingt alsof het zijn laatste show kan zijn. We zijn alvast heel blij getuige geweest te zijn van een prima muzikale en entertainende show. Zo vaak zien we deze superband namelijk in onze contreien niet terug. (Jurgen Callens)

Hardline – Elsie Roymans

Hatebreed – Main Stage 2 (16:00-16:50)

Als er één hardcore/metalcoreband op de main van Graspop thuishoort, dan is het wel Hatebreed. Ook dit jaar waren er weer verschillende mensen met een shirtje, als ze dit nog droegen, van de Amerikaanse formatie. Het was alweer de achtste keer dat ze in Dessel het beste van zichzelf kwamen geven, al viel het ons deze keer een beetje tegen.

Jamey Jasta – Hatebreed @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Het extreme warme weer was een spelbreker voor de show van Hatebreed. Wanneer de Amerikanen op de main stage staan wordt er standaard overal stevig gedanst. Ditmaal werd er nog voor de eerste noot van Hatebreed stevig gezweet, waardoor moshen als een straf aanvoelde. Jammer, want ook deze keer deden de Amerikanen er alles aan om de wei in vuur en vlam te zetten.

Wayne Lozinak – Hatebreed @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Hatebreed zelf gaf zich voor de volle honderd procent. Jamey Jasta had, ondanks het warme weer, energie voor tien bij en probeerde tevergeefs om het Graspoppubliek op te fokken. Zelfs tijdens nummers als Everyone Bleeds Now, This Is Now, In Ashes They Shall Reap en zelfs Destroy Everything was er nauwelijks enthousiasme te bespeuren. Wanneer Hatebreed aankondigde dat ze aan het laatste nummer waren aanbeland, reageerde het publiek vooraan met een stevige pit op de tonen van I Will Be Heard. Ook deze keer speelde Hatebreed een stomende set, alleen was het jammer dat de warmte ervoor zorgde dat er nauwelijks wat energie in de crowd te bespeuren was.

Kvelertak – Marquee (1:15 – 17:05)

De moeilijk in één hokje te plaatsen muziek van het Noorse Kvelertak werkt als een bloemenveld voor een bijenkolonie op deze Graspop Metal Meeting. Een flink gevulde Marquee was getuige van een band welke helemaal in zijn element vertoefde. De plankenvloer van de Marquee kreeg het zelden zo zwaar te verduren bij het veelvuldige meespringen van het publiek. Kvelertaks eclectische metal/rock/… werkt aanstekelijk en zorgt er voor dat liters zweet de plakkerige lichamen verlaten langs alle mogelijke kanten. Songs als Blodtørst, 1985 of Bruane Brenn zorgen ervoor dat de toeschouwers na goed vijftig minuten helemaal murw gesprongen en gezweet de Marquee weer uit kruipen. Heerlijke show!

Kvelertak – Jens De Haes

Steel Panther – Main Stage 1 (17:00 – 17:50)

You love ‘em or you hate ‘em, een tussenweg is er niet voor het showensemble van het Amerikaanse Steel Panther. Het is echter een show waar zowel voor- als tegenstanders om de één of andere reden(en) naar uitkeken, want geef toe: een belevenis is het wel. Een band die stof doet opwaaien, trekt altijd wel een boel volk – is het niet door de muziek, dan wel door alle animatie eromheen. Je hoeft de vier heren(?) niet al te serieus te nemen, dat doen zij zelf waarschijnlijk ook niet. Maar de muziek is ok, meer dan ok zelfs, dat wisten we al van hetgeen op de zilveren schijfjes verschenen is in de loop der jaren. En dus was het zo, dat op zondag, zowel de graspopbezoekers, de crew, de andere aanwezige bands, de pers, de fotografen en alle anderen om stipt vijf uur hun blikken naar het podium richtten, waar Steel Panther aftrapte met het prima rockende Eyes Of A Panther. De klank zat ok, Michael Starr – de enige zonder pruik – was goed bij stem en Satchell liet zich op zijn gitaar meteen gelden. Dit was de aanzet tot een klein uurtje glam- / hard rock van ouderwets lekker niveau. De teksten zijn allemaal heel tongue in cheek, en toveren een glimlach op je gezicht, en steeds meer zag je vriendinnetjes op de schouders van hun vriendjes stijgen. Kopjes begonnen steeds sneller rond te draaien, en steeds vaker werden blikken op de videowalls gegooid, in plaats van naar het podium. De Amerikanen weten als geen één het publiek te bespelen en te entertainen, en soms duurden de speaches tussen de songs door dan ook langer dan het nummer zelf, maar enkel de azijnpissers stoorden zich hieraan. Death To All But Metal uit de debuutplaat scheurde er op los, en Community Property zorgde voor de nodige hilariteit. Intussen werd er hier en daar als naarstig geflasht, en niet door de fotografen, if you know what we mean – al dan niet op vraag van de band zelf. Tijdens  17 Girls In A Row werden zoals gewoonlijk een aantal deernes uit het publiek geplukt, die samen met de band het podium mochten aankleden. Eéntje ging er topless op, ééntje van een zwaarder kaliber showde dan ook maar uitgebreid haar beide troeven. Lexxi had spiegel en haarlak bij, en moest nu en dan, door de hitte waarschijnlijk, zijn schmink wat bijwerken. Afsluiten deden de glamrockers met Party All Day (Fuck All Night) en sloten hiermee een indrukwekkende rockshow af. En de haters? Die stonden erbij en keken er gewoon ook naar. (Jurgen Callens)

Steel Panther – Rudy De Doncker

Graveyard –  Marquee (17:45-18:35)

Toen de Zweedse retrorockers van Graveyard in september vorig  jaar de pijp aan maarten gaven, hield niemand het voor mogelijk dat ze in 2017 doodleuk op GMM zouden staan. In de muziekwereld is echter alles mogelijk en zo geschiedde dat de Zweden begin dit jaar, nauwelijks vier maanden na hun split, terug op het voorplan traden.

Wat ons betreft kan dit alleen maar worden toegejuicht, want Graveyard mogen we toch tot één van de beste rockbands met roots in de 70’s rekenen. Bovendien heeft de groep een uitstekende live reputatie. Ook in de Marquee lieten ze zich weer van hun beste kant zien. Met een vette sound, die dit keer wél tot zijn recht kwam in de ‘galmbak’, zetten ze het publiek pijlsnel naar hun hand.

Graveyard bestaat uit vier topmuzikanten en in combinatie met de prima songs leverde dit meermaals vuurwerk op. Energieke knallers als Hisingen Blues en Goliath wisselden zich probleemloos af met de in donkere blues gedrenkte tonen van een song als The Siren. Graveyard liet een uitstekende indruk na en we kunnen maar hopen dat er gauw nieuw plaatwerk van hen verschijnt! Van dergelijke bands krijg je nu eenmaal nooit genoeg! (Steven Demey)

Graveyard – Jens De Haes

Mastodon – Mainstage 2 (18:00-19:00)

Het was stipt 18u wanneer de heren van Mastodon onder een loodzware avondzon het podium van Mainstage 2 mochten betreden. Het Amerikaanse kwartet mocht maar liefst voor een zevende keer aantreden op Graspop Metal Meeting. Hiervoor had het een leuke, gevarieerde setlist voorzien.

Brent Hinds – Mastodon @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Openen deed Mastodon met Sultan’s Curse, tevens de openingstrack van de nieuwste studioplaat Emperor Of Sand. Dit album was met Ancient Kingdom, Andromeda, het catchy Show Yourself, Precious Stones en Steambreather rijkelijk vertegenwoordigd. Een gedurfde keuze, waarmee Mastodon ons wel wat mee wist te verrassen. Het feit dat Mastodon geen vaste zanger heeft, maar dat elk bandlid enkele songs voor zijn rekening neemt, maakt dit alles alleen maar boeiender.

Brann Dailor – Mastodon @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

De klank zat behoorlijk goed, waarbij ook de basklanken goed doorkwamen. Een setlist aangevuld met krakers als Devinations, Bladecatcher en Black Tongue zorgden voor een geslaagde show. Drummer Brann Dailor wist ons nog te bedanken, omdat Mastodon ooit zijn eerste grote festival mocht spelen op Graspop. Afsluiten deed de band in stijl, met het stevige Mother Puncher. Mastodon kwam, zag en overwon! (BV)

Suicide Silence – Jupiler Stage (18:25-19:10)

De release van het self-titled album van Suicide Silence heeft heel wat stof doen opwaaien. De Amerikaanse deathcoregigant keerde het genre de rug toe en probeerde door middel van nu-metal elementen wat vernieuwing in hun geheel te brengen. De fans en internationale pers vonden deze nieuwste telg maar niets waarna de band nogal scherp uit de hoek kwam, door te stellen dat wie het album maar niets vind, eigenlijk niets van muziek kent. Volgens hen waren het ook enkel marginalen die hun mening ventileerde op het internet, gewaagde uitspraken als je het ons vraagt.

De verwachtingen die we hadden bij de passage van Suicide Silence waren dan ook ongezien laag. We hadden verwacht dat de band van het podium werd gejaagd maar dit was helemaal niet het geval. De Amerikanen waren één van de verrassingen op de Jupiler Stage en Graspop in zijn totaliteit. Vanaf de eerste noot veranderde het publiek in een opgefokte massa.

Met Doris speelde de band na zo’n drie nummers een nieuw liedje. Het was het eerste vrijgegeven nummer van het nieuwste album en zette heel de scène op z’n kop. Live paste het perfect binnen de set van de Amerikanen al was dit niet het geval geweest als Suicide Silence het niet een klein beetje vervormd had. Het werd strakker gespeeld en vooral veel agressiever. Ook Hold Me Up, Hold Me Down werd net dat tikkeltje harder gespeeld waardoor het niet als een negatief puntje kan worden aangehaald.

Nadat Suicide Silence met Doris en Hold Me Up, Hold Me Down had uitgehaald met twee nieuwe nummers dacht ik dat het nieuwste album helemaal niet zo erg was. Maar toen moesten Run en – naar we denken – Conformity nog komen.  Vooral die laatste was een dieptepunt in de energetische set van Suicide Silence. Het was het laatste nummer van de Amerikanen en was zo traag en loom dat je best net voor dit nummer was vertrokken. Toch wist Suicide Silence ons aangenaam te verrassen!

Suicide Silence – Arne Desmedt

 Evanescence – Main Stage 1 (19:10-20:40)

Sommige mensen keken er vreemd van op dat het Amerikaanse female fronted Evanescence hier dit jaar op de affiche stond – en dan nog zo hoog geprogrammeerd. Wij vonden het echter vreemd dat dit nog nooit eerder gebeurd was, want deze band heeft toch flink wat grote hits op het palmares staan, en is echt wel een hele dikke ferme liveband. We waren echter heel benieuwd wat we hier van hun maidenperformance in de open lucht konden verwachten, bij broeierige temperaturen en het zonlicht. Een vreemde combinatie voor muziek die heel donker is en weinig over de positieve dingen in het leven handelt. Die combinatie leek echter meteen heel goed uit te pakken, want vanaf de opener Everybody’s Fool begon het feest van de herkenning al, en werd er massaal meegezongen. Heel bombastisch allemaal, perfect geschoolde muzikanten die een vette sound neerzetten en een fenomeen van een zangeres die de troepen op sleeptouw nam.

Daar waar ze bij Ugly Kid Joe nog wat onzeker stond te wezen, zette ze hier een dijk van een performance neer, onze goddelijke Amy Lee: een waar genot om te aanschouwen, maar bovenal om te beluisteren. Daar waar ik eerder al Johnny Gioeli van Axel Rudi Pell / Hardline uitriep tot beste zanger van het weekend, dan doe ik dit zonder nadenken bij Amy Lee ook. Het is frappant, hoe weinig de band ook een nieuw album aflevert, hoeveel bekende songs de formatie in de loop der jaren eigenlijk wel gepend heeft: Going Under bijvoorbeeld ook – een megasong die de status van klassieker draagt.

Amy steelt geheel op haar eigen manier de show, speelt toetsen en piano terwijl ze perfect haar vocale noten haalt en straalt een zekere ‘je ne sais quoi’ uit, maar het had ons in een armklem. Zonder maar één keer om bier te hollen, keken we met open mond verder, en kregen koude rillingen bij My Immortal, één van de prachtigste piano-ballads aller tijden. Maar ook Lithium, Haunted en Call Me When You’re Sober zorgden ervoor dat onze extase verder bleef duren. Anderhalf uur genoten we, en verbrandden waar we bij stonden – het kon ons geen eendereet schelen. Hier gaan we niet heel vaak de kans meer voor krijgen. De ultieme climax kwam er uiteindelijk met de single waarmee het voor Evanescence allemaal begon – Bring Me To Life – waarop oorspronkelijk een gastzanger te horen is, maar die nu integraal door Amy Lee gezongen werd. Een orgelpunt van een prachtig concert. Volgende keer als headliner? Van ons mag het! (Jurgen Callens)

Evanescence – Rudy De Doncker

Anathema – Marquee (19:15-20:10)

Anathema is zo’n band die een serieuze make-over heeft gehad: van één van de grondleggers van de Engelse doomscene, naar een saai zwak prinsessje. Tot twee cd’s geleden was dit nog een interessante band te noemen, al was Weather Systems echt wel de laatste keer dat ze hetzelfde trukje mochten gebruiken. Helaas volgden er nog twee van hetzelfde kaliber (Distant Satellites (2014) en The Optimist (2016)). De verwachte doorbraak bleef uit – al werden hier en daar nieuwe zieltjes bijgewonnen, dus onbekend met het oudere en betere werk van de band. Ik was toch wel benieuwd wat Anathema ging presteren op een festival, hopend dat hij veel oude krakers zou gaan spelen.

Het optreden begon goed met The Untouchables, Part 1 uit Weather Systems, maar daar bleef het bij. Meer dan de helft van het optreden bestond uit de net verschenen middelmatige nieuwe plaat The Optimist. Fans van het oude uur mochten al blij zijn met A Natural Disaster en zeker met Thin Air.

We kunnen het ook op een andere manier bekijken: als er een band op het middaguur moet spelen in de Marquee, begint deze meestal met een halve zaal. Naarmate de voorstelling vordert, komen er steeds meer mensen bij. Zo’n concert op dat uur is een succes als de tent voor twee derden is opgevuld. Bij Anathema verliep dit in de omgekeerde richting; tegen het eind van de show was de tent amper voor de helft gevuld. En dit tegen de avond aan.

Anathema – Stijn Verbruggen

Queensrÿche – Metal Dome (19:15-20:05)

Vooraf had ik wel een lastige knoop door te hakken: kiezen voor Evanescence, die ik nog niet gezien had, of toch gaan voor Queensrÿche, één van mijn favoriete bands. Eerst had ik de setlist gecheckt van hun recente Amerikaanse tournee en ik verwachtte enkele ballades en meezingers zoals Silent Lucidity, Jet City Woman, en Best I can. Tot mijn opluchting bleken die er vandaag niet in te zitten en werd er vooral gefocust op het hardere werk.

Todd LaTorre – Queensrÿche @ Metal Dome – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

In vijftig minuten kregen we toch een tiental songs, waarbij alleen opener Guardian van het laatste album afkomstig was. Dit is dan ook een van de meest progressieve, in de oude stijl van Rage for Order. Het viel onmiddellijk op dat we hier niet het knappe percussiewerk van Scott Rockenfield hoorden – die wegens familiale redenen niet mee op tournee ging – maar het strakkere drumgeluid van Casey Grillo (Kamelot).

Kamelot drummer Casey Grillo – Queensrÿche @ Metal Dome – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Fans van het eerste uur konden hun plezier niet op met een set die verder louter bestond uit nummers van de eerste zes albums. Bovendien werd van elke plaat zowat de sterkste songs gekozen – al had ik graag Operation Mindcrime ingeruild voor het spetterende The Needle Lies – en dacht niemand nog aan Geoff Tate. Ja hoor, Todd La Torre haalde elke noot die een Geoff Tate twintig jaren geleden ook produceerde… Queen of the Reich!!!

Michael Wilton – Queensrÿche @ Metal Dome – Graspop Metal Meeting – Dessel – Be

Michael Wilton nam de meeste solo’s voor zijn rekening en is dé beschermer van het typische Queensrÿche-geluid. De band was in bloedvorm en gaf het beste optreden in België, met deze bezetting; de energie en perfectie deed mij terugdenken aan The Warning-tour uit 1984. Volgend jaar mogen we ons aan een dubbel live album verwachten en nieuw werk; niet zeker in welke volgorde, maar als dit optreden een voorsmaakje is van de liveplaat, dan staat ons wat moois te wachten!

Parker Lundgren – Queensrÿche @ Metal Dome – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Suicidal Tendencies – Jupiler Stage (20:20-21:10)

Misschien is het jullie opgevallen maar dit jaar hebben we maar weinig bands becommentarieerd die op de Jupiler Stage speelden. Dit jaar stonden er maar weinig hardcorebands op de kleinste stage en koos de organisatie eerder voor poppunk en rocktoestanden. Met Suicidal Tendencies stond er nog eens een old-school hardcoreband geprogrammeerd. Het was duidelijk dat bands van dit kaliber gemaakt zijn voor de Jupiler Stage. Nog voor de Amerikanen op het podium stonden, was het drummen om een fatsoenlijk plekje te bemachtigen.

Wanneer het dan eindelijk zo ver was en Suicidal Tendencies het podium besteeg, leek het wel alsof Graspop ontplofte. Naast Born From Pain op donderdag had geen enkele band meer hetzelfde kunnen teweeg brengen aan m’n favoriete stage. De hardcoreveteraan deed waarvoor iedereen present tekende, een stevig feestje bouwen.

Mike Muir deed zijn bijnaam Cyco Miko alle eer aan. De man stond geen minuut stil en barstte bijna uit zijn eigen lichaam, zo’n energie dat hij uitstraalde. Deze energie zorgde ervoor dat de pit geen minuut stil stond en dat er stevig werd gedanst. Vooral tijdens de klassiekers als opener You Can’t Bring Me Down, War Inside My Head, Cyco Vision en Pledge Your Allegiance ging het zogezegde dak er helemaal af. Die laatste zorgde zelf voor een volle Jupiler Stage want iedereen die al crowdsurfend tot over de barrière raakte mocht het podium op. Onvergetelijke show van Suicidal Tendencies.

Suicidal Tendencies – Robin Looy

Rob Zombie – Mainstage 2 (20:50-22:05)

Rob Zombie is een ervaren rot in de metalwereld: vroeger met zijn band White Zombie, nu met zijn soloproject en naast muziek maakt de man ook nog horrorfilms. Op Graspop Metal Meeting was hij in een bijzonder goed humeur en huppelde hij van het ene naar het andere kleine podium waar de bandleden op stonden.

Natuurlijk mocht Superbeast niet ontbreken als absoluut hoogtepunt, maar afsluiter Dragula was ook om van te smullen. Living Dead Girl was dan wel een minder nummer, dat nam echter niet weg dat Rob Zombie liet horen en zien dat hij nog lang niet afgeschreven was.

Hopelijk heeft hij de volgende keer wel een ander kostuum aan, want dat glitterpak van hem reflecteerde de zon vaak in de ogen.

Rob Zombie – Dorien Goetschalckx

Opeth – Marquee (21:00-22:00)

Over naar het hoogtepunt van deze editie van Graspop Metal Meeting: Opeth. We hebben deze Zweedse progressieve metalband al veel gezien; nog nooit is deze betrapt op een slecht optreden. Er zaten soms iets minder bevlogen edities bij (de vorige keer op Graspop was niet de meest perfecte). Alhoewel: perfectie bestaat niet, maar wat Opeth hier presteerde benaderde dit wel heel dicht. Alles klopte aan dit optreden: de alsmaar beter wordende cleane stem van zanger Mikael Åkerfeldt – laat staan zijn wereldgrunt -, de meer dan voortreffelijke muzikanten – gitarist Fredrik Åkesson is voor mij één van de beste – en de weergaloze uitgekiende setlist – van Sorceress naar Ghost of Perdition over Cusp of Eternity en via Heir Apparent naar het maagdelijke Era.

Mikael Akerfeldt – Opeth @ Marquee – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Eindigen deed Opeth zoals verwacht met Deliverance, maar als dit werd uitgevoerd zoals die achttiende juni van het jaar 2017, iets rond tienen in de Marquee-tent van Graspop, dan kan daar niemand iets op tegen hebben. Dat moment dat de band die outro inzet en het publiek met de handen in de lucht massaal begint te roepen, brengt keer op keer kippenvel met zich mee. Zelfs bij 30 graden!

Opeth – Hughes Vanhoucke

Gotthard – Metal Dome (21:20-22:30)

De Zwitserse hardrockband Gotthard heeft in eigen land én in Duitsland al jaren zowat de heldenstatus bereikt. In de Lage Landen verliep hun ontwikkeling echter moeizamer. Zo herinneren we ons een concert op een zondagnamiddag in de Boerderij in Zoetermeer voor een vijftigtal mensen. Toch lieten wijlen Steve Lee en zijn gevolg het niet aan hun hart komen en gaven een spetterende, twee uren durende show ten beste.

Toen ons eind 2010 het nieuws bereikte dat Steve Lee met zijn motor ergens op de Highway in Nevada, USA was verongelukt, waren we als door de bliksem getroffen. Als we eraan terugdenken lopen de rillingen nog steeds over ons lijf. De band wou echter van geen ophouden weten en vond met Nic Maeder uit het verre Australië al snel de geschikte opvolger. Nic heeft ondertussen alweer drie albums met Gotthard op zijn conto. Als je tijdens een concert van Gotthard de ogen sluit, is het alsof Steve Lee weer tot leven komt. Aan zijn zangkwaliteiten zal het dus zeker niet liggen. Lee had echter een uitstraling en een interactie met het publiek als geen ander. Dat valt niet te kopiëren. Dat werd ook duidelijk op GMM.

Gotthard zette zoals gewoonlijk een perfecte show neer met een mooi evenwicht tussen oud (Steve Lee tijdperk) en nieuw werk. Klassiekers zoals Mountain Mama en Sister Moon deden weer hun werk en werden door de vele fans luidkeels meegezongen. Hét hoogtepunt van het optreden was echter het moment dat de song Heaven werd ingezet, opgedragen aan Lee. Met beelden van Lee op de achtergrond geprojecteerd lieten we onze tranen de vrije loop. Muisstil werd het in de Metal Dome. Wat een eerbetoon! Eén van de meest beklijvende momenten van het hele weekend! En we zijn ondertussen toch wel wat gewoon. (Steven Demey)

Gotthard – Elsie Roymans

Scorpions – Main Stage 1 (22:15-23:45)

Wie de vorige keer op Graspop dacht dat Scorpions er waren voor hun laatste passage, waren dus opnieuw – en voor de zoveelste keer – fout. Nog steeds loopt de aangekondigde afscheidstournee onverminderd verder en lijken de oude knarren niet te stoppen. Going Out With A Bang, daar begonnen ze mee. Zou het dan toch? Ik durf er alleszins mijn geld niet op te verwedden, zeker niet nu drumbeest Mickey Dee de rangen serieus versterkt heeft, want opnieuw zou hij zich deze avond ontpoppen tot een fenomenaal goed trommelaar. Ik laat hem snel eens mijn hout hakken, denk ik. Wat zou volgen, was een bloemlezing uit de geschiedenis van de band, met zowel stokoud als nieuw materiaal. In feite een ‘greatest hits’ om het kind een naam te geven. Binnen de eerste vijf songs kregen we al Make It Real, Bad Boys Running Wild, The Zoo en Coast To Coast te horen. Nostalgie alom dus, en met een fraaie podiumconstructie en flink wat licht en vuur, zat het allemaal heel snor. Alleen gitarist Mathias Jabbs leek me soms niet tevreden over zijn geluid. In elk geval vond ik de sound nu heel wat beter dan de vorige keer dat ik ze hier gezien heb – toen moest je haast je handen als oorschelp gebruiken om iets te horen. Er volgde een medley van oudere songs, die aangenaam was als verpozing, en vooral de ouderen onder ons tevreden stemde. Hierna volgden er nog een paar rockers, en natuurlijk een paar ballads, want ook hierin zijn de Scorpions heren en meesters. Tijd voor prima versies van Send Me An Angel en Wind Of Change, waarbij de leden van de pasgevormde koppeltjes tijdens het weekend nog wat dichter tegen mekaar aan gingen gaan schurken. Verrassend goed was ook de ferme versie van Rock’n’Roll Band waar nog vele anderen van genoten ook.

Toen er een grote foto van Lemmy Kilmister geprojecteerd werd, wisten we dat de tijd gekomen was voor een nieuwe ode aan deze legende. En voor één keer was het niet Ace Of Spades dat gespeeld werd, maar een knallende versie van Overkill. Motörhead en zijn frontman zullen nooit vergeten worden. In laatstgenoemde band speelt ook de drummer van eerstgenoemde band, en volgend op de cover was het tijd om de kunstjes van de man te aanschouwen tijdens een drumsolo. Normaal gezien hol ik bij aanvang van zo’n moment richting bar, om er niet meer weg te raken, maar nu was ik blij dat ik bleef staan, want Mickey en zijn drumriser gingen heel hoog van de grond en verzorgden een prima show. Daarmee miste ik ook de superfinale niet, want Blackout en Big City Nights aanhoor je toch altijd beter dicht bij het podium zelf. We waren er honderd procent zeker van dat de show er nog niet op zat, want ze zouden het toch niet wagen om Coming Home, Still Loving You en Rock You Like A Hurricane niet te gaan spelen toch? Exact, na een korte pauze volgde nog een superfinale middels deze drie  klassiekers, om er hierna af te gaan met een ‘bang’. Was dit nu echt de laatste passage hier? Ligt het aan ons, in elk geval niet. Als de heren dergelijke supershows kunnen blijven brengen als deze, dan mogen ze gerust nog een tiental jaar verder breien aan dit hoofdstuk. (Jurgen Callens)

Scorpions – Rudy De Doncker

Primus – Marquee (22:30-23:30)

Het is altijd jammer als je meest favoriete band helemaal op het einde van jouw lang verwachte festival speelt. Bij verschillende mensen was het uitkijken naar Primus, de alternatieve rock/metalband had de eer de Marquee af te sluiten. Wel stonden ze gelijk geprogrammeerd met headliner Scorpions en punkgigant Sum 41. Toch stond de marquee nog voor aanvang goed gevuld voor Primus.

En terecht, want de show van de Amerikanen was één van, zo niet dé beste van het weekend. De mix tussen de ruige gitaarlijnen in combinatie met de soms oh zo hemelse stonerelementen creëren een feeëriek geheel waar je helemaal kan bij wegdromen. De beelden die de band op de schermen projecteerde maakten het geheel helemaal af.

De setlist die Primus voor Graspop had geselecteerd was adembenemend. Al de grotere nummers waren aanwezig. Wynona’s Big Brown Beaver, Too Many Puppies, Southbound Pachyderm, Mr. Kinkle, My Name is Mud en afsluiter Jerry Was A Race Car Driver werden aangevuld met minder bekende nummers. Het uur dat de show duurde raasde voorbij en had gerust wat langer mogen duren.

Naast de beelden en de uitstekende muziek zorgden een vleugje humor en wat extra attributen voor nog meer beleving. Zoals het hoort bij Mr. Kinkle kwam Les Claypool met een varkensmasker het podium op en de hals en staartpen van een cello. Het leverde een huzarenstukje op zo net voor het einde van het festival.

Klein minpuntje aan deze meesterlijke show was publiekslieveling My Name Is Mud. Doordat al de nummers in een bepaalde snelheid werden gespeeld, werd deze iets trager gespeeld waardoor het een beetje aan kracht moest inboeten. Kracht die met de afsluiter Jerry Was A Race Car Driver weer tot over het kookpunt steeg.

Zoals eerder gezegd zorgde Primus voor één van de beste shows van het weekend. Doordat de band redelijk atypisch is voor Graspop zorgde het voor de nodige verademing voor wie graag eens iets anders had. Hopelijk moeten we nu weer geen negentien jaar wachten vooraleer ze dit nog eens komen overdoen.

Primus – Elsie Roymans

Sum 41 – Jupiler Stage (22:40–23:30)

Hoort een band als Sum 41 wel thuis op een festival als Graspop? Het antwoord op deze vraag werd snel duidelijk toen we ons gingen opstellen voor de Jupiler Stage. Of moet ik zeggen voor de Metal Dome, want dat was exact het punt waar ik nog kon plaatsnemen. Een talrijk publiek voor een band die zijn eerste doortocht op Graspop mocht maken. We kregen met The Hell Song meteen een mooie start. Frontman Deryck Whibley leek wat overdonderd door het talrijk aanwezige publiek, en liet twee fans toe op het podium om vandaar het optreden verder te bekijken. Met Over My Head (Better Off Dead) zette de band zijn koers verder, waarbij vrij snel wat geluidsproblemen opvielen die precies nooit opgelost raakten. Bij het optreden zelf kreeg je ook het gevoel dat het allemaal net iets minder werd. Pas bij Motivation kregen we terug een kort opstootje. Dat de punkrockers van Sum 41 hun setlist ook wat ging opvullen met covers van Metallica en Queen viel me wat tegen. Gelukkig wisten de Canadezen sterk te eindigen met het trio In Too Deep, Fat Lip en Still Waiting, de nostalgische hitjes waar toch iedereen wat op zat te wachten. (BV)

Sum 41 – Jens De Haes

Sabaton – Main Stage 2 (23:55-01:25)

Het Zweedse Sabaton blijft een fenomeen. In enkele jaren tijd transformeerde het in cammouflagebroeken gehulde vijftal van een middenmotor tot een gedoodverfde headliner. Het is ook een band die controverse teweegbrengt, want ofwel ben je er dol op, ofwel haat je ze hartsgrondig. Idem hier op de redactie, waar het ene deel de show niet wou missen, maar het andere gedeelte vluchtte naar de heuvels. Het orgelpunt dus, de finale van vier dagen feesten, drinken en bands bekijken. Toch hadden vele duizenden nog hun laatste energie opgespaard voor een laatste show. En Sabaton was ready to deliver.

Sabaton @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

De pantsertank was er, de bommen en het vuur waren er, en de band had er zin in. De band kreeg anderhalf uur ter beschikking en had geopteerd om een greatest hits set te brengen, die afweek van de show die ze voorheen in de zalen hier speelden. Na de gebruikelijke intro werd er meteen afgetrapt met twee kleppers van formaat: Ghost Division en The Art of War en daarmee kreeg de Zweedse machine de wei ook meteen op de hand. Hit na hit volgde deze eerste veldslag en nummers als Attero Dominatus, Screaming Eagles en het machtige Carolus Rex werden door legioenen luid meegekeeld.

Joakim Brodén – Sabaton @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Opnieuw maakte de band duidelijk wel degelijk headliner material te zijn en de houdbaarheidsdatum van dit ensemble is ook nog wel een tijdje ok, dus het ligt voor de hand dat er hier nog vervolgen aan gebreid zullen worden. Terecht, volgens ons, want dit is een band die zin heeft om te spelen, die denkt aan de fans en die waar voor zijn geld aflevert. We zagen de bandleden dan ook her en der tussen het publiek zelf opduiken en verbroederen.

Tommy Johansson – Sabaton @ Main Stage – Graspop Metal Meeting – Dessel – BE

Resist And Bite, Winged Hussars en Night Witches besloten de reguliere set, die geen al te grote verrassingen bevatte en waarmee de band dus eigenlijk ook wel op veilig speelde. Een drietal bisnummers volgden nog, het is te zeggen: Primo Victoria, Shiroyama en het afsluitende To Hell And Back. Iedereen tevreden, en na alle knallen en bommen op het podium, volgde er nog een spektakel in de lucht boven het podium. Het einde van een prima laatste show, en hoog tijd om de laatste bonnen te gaan verdrinken in de Classic Rock Bar of de Metal Dome. 2017 was een dik geslaagde editie, die weer wat records brak. Op naar 2018! (Jurgen Callens)

That’s All Folks

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

maart

Geen concerten

april

Geen concerten

X