Graspop Metal Meeting 2016, zaterdag 18 juni. Het Verslag.
Jurgen Callens

Je zou denken dat de derde dag in de modder intussen zijn tol zou beginnen eisen op deze waarschijnlijk natste editie ooit. Niets was minder waar in de realiteit. Opnieuw werden de  modderige terreinen overspoeld met tienduizenden die-hard metalheads en één enkel zelfverklaard stijlicoon, dat zich hip gemaakt had bij het metalvolkje. Dat wij hier niet de onverdiende aandacht aan willen geven, lijkt me evident. Ook niet aan het feit dat de Belgen die dag hun match tegen Ierland speelden. Het enige wat voor ons telde: zoveel mogelijk bands zien, en hier een zo goed mogelijke mening over te vormen. 

22-nieuwe-namen-voor-graspop

Municipal Waste – Mainstage 2 (12.20 – 13.00)

Op zaterdag was het weer “vroeg” opstaan want niemand minder dan Municipal Waste kwam voor de eerste keer spelen op Dessels grondgebied. Dat was duidelijk te merken aan de opkomst voor deze Amerikaanse crossoverband. De combinatie tussen thrash metal en hardcore-punk werd duidelijk gesmaakt want ook de pit was voor dit uur op de dag groot en actief.

Anderzijds kan het ook niet anders, de muziek van Municipal Waste is zo opzwepend dat het zelfs een comapatiënt doet opstaan. Naast de hoogstaande muziek komen de Amerikanen ook om verschillende boodschappen over te brengen. De meest opvallende was de haat tegenover de presidentskandidaat Trump. Op de banner achter de band was Donald Trump te zien die zijn hersens eruit knalde. Voor Bush werd er al eens I Want To Kill The President gemaakt. Voor de nieuwe hufter in kwestie werd dit liedje speciaal een tweede keer gespeeld met als titel I Want To Kill Donald Trump.

Met een setlist van maar liefst achttien nummers schudde Municipal Waste Graspop op dag twee goed wakker. Geen van de aanwezigen bleek last te hebben van een kater, want er werden al aardig wat pitjes en pintjes verzet. Born To Party? (Bjorn)

Municipal

Municipal Waste

Collibus – Metal Dome (12.20 – 13.00)

Met enig plichtsbesef (want later worden ze door ondergetekende geïnterviewd) begeef ik me op een (voor een flinke kater hebbende) onooglijk uur naar de Metal Dome om deze uit Manchester afkomstige band te gaan beluisteren. De voor mij nobele onbekenden doen zonder veel franjes hun ding op de bühne. Wat ze brengen ligt ergens tussen progressieve rock en hardrock, met een vrouwelijke zangstem. Het is dit laatste dat mij een beetje dwars zit: ik ben er niet wild van. Mis ik iets, heeft ze haar dagje niet? (Als ik later enkele clips op internet bekijk lijkt me dit laatste aan de hand geweest te zijn). Verder weinig bijzonders wat de band hier brengt. Het is niet slecht, maar er zit gewoon net iets te weinig punch in om een tweede festivaldag mee op gang te brengen. (BVG)

Collibus

Collibus

Halestorm – Mainstage 1 (13.10 – 13.50)

Reeds vroeg op de affiche stond Halestorm gepland. Het talrijk opgekomen publiek werd meteen wakker geschud door Love Bites (So Do I). De mooie frontzangeres Lzzy Hale had er duidelijk zin in, maar de band eens zo veel. En het publiek ging compleet los gedurende de ganse set. Absoluut hoogtepunt was de drumsolo met stukjes van Rock & Roll all Nite, Highway To Hell en Paradise City. Een prima optreden van een meer dan degelijke band. En het smaakte zeker en vast naar meer. (SS)

Halestorm

Halestorm

God Dethroned – Marquee (13.15 – 14.05)

Op zoek zijnde naar de bands der lage landen op Graspop 2016, dan beland je vanzelf bij God Dethroned. Voor de fans eindelijk een weerzien, want een tijdje niet meer opgetreden. Wij zijn er dan ook als de kippen bij om het wederoptreden van “Des Neerlands Metaalen Glorie” op Graspop mee te maken. Na een lichte melodische én door de band zelf gespeelde intro steken ze meteen van wal met Villa Vampiria. Wat volgt is een bloemlezing uit zijn catalogus, waarbij de band weergaloos strak en zonder problemen de Marquee inpalmt. Zij die erbij waren beklagen het zich niet: God Dethroned is terug! (BVG)

God Dethroned

God Dethroned

Shining – Marquee (14.45 – 15.35)

Vorig jaar kregen we nog het Noorse Shining op bezoek, dit jaar kwam het Zweedse Shining langs. Frontman Niklas Kvarforth is erom bekend niet meteen de vrolijkste Frans te zijn. Aansporen tot zelfmoord en automutilatie: het leidt ertoe dat de band wel eens gecategoriseerd wordt onder suicidal black metal. Muzikaal blijkt daar tegenwoordig echter weinig van aan: van black metal is hier nog amper sprake, wel van melodieuze gitaren, waarbij de gitarist af en toe ook eens echt zijn kunnen mag laten horen. Dat is dan ook het meest te genieten gedeelte van Shining, want af en toe worden de muzikanten gereduceerd tot bezorgers van een achtergrondgeluid bij de donkere tekstzegging van Kvarforth. Deze kon me echter veel minder bekoren: een middelmatige zanger die duidelijk graag in het centrum van de aandacht staat, en er ook bijliep alsof hij aan de steroïden zit. Als hij minutenlang aan een hese zang-monoloog begint, waarbij de muzikanten enkel nog wat voor ondersteuning mogen zorgen, durft de verveling al eens toe te slaan. Jammer, van iemand die beweert dat hij muziek ziet als een wapen tegen de luisteraar, had ik meer verwacht. (PV)

shining

Shining

Skindred – Jupiler Stage (14.55 – 15.35)

Vervolgens was het de beurt aan Skindred, een band uit Wales. In 2008 speelde de band voor de eerste keer op Dessels grondgebied en het heeft tot nu geduurd eer ze het feestje nog eens mochten komen overdoen. Met Volumes onder de schouder had de band nieuw materiaal te promoten waar ik niet echt wild van werd. Desondanks dacht ik dat de oudere nummers het geheel zo zouden optrekken, dat ik toch iets speciaal verwachtte van deze show.

En dat was hij zeker en vast, maar in de negatieve zin. Met als dieptepunt de verkrachting van het, de dag daarvoor ten grave gedragen, Black Sabbaths War Pigs. Wanneer de frontman Benji Webbe de eerste strofe van dit nummer inzette begon iedereen luidkeels mee te brullen. Allemaal leuk, tot wanneer Skindred besloot om deze prachtige gouwe ouwe met wat dubstepinvloeden helemaal naar de verdoemenis te spelen. Menig Graspopper wist niet wat er op dat moment gebeurde…

Naast dit, nog een ander schandalig feit. Justin Bieber op Graspop? Jazeker, opnieuw door serieverkrachter Skindred. Ontoelaatbaar, wat zij hier kwamen doen. Wat mij betreft het meest teleurstellende optreden in al de tijd dat ik naar Graspop kom, zo’n acht jaar… Wat kan je als band bezielen om zo’n foute keuzes te maken op een metalfestival? (Bjorn)

skindred

Skindred

Skillet – Mainstage 1 (14.55 – 15.40)

Skillet is al lang geen onbekende band meer voor de diehard Graspoppers onder ons. De band speelde al verschillende keren op GMM, en dit jaar was het dus weer van dat. En zoals we ondertussen al weten, stelt Skillet live haast nooit teleur, en als je songs zoals Sick Of It en Back From The Dead doorheen je trommelvliezen krijgt, dan weet je dat de stelling klopt. Serieus, Skillet verdient het om een latere plaats op het dagschema te krijgen, want het is een band met een enorm potentieel. (SS)

skillet

Skillet

Paradise Lost – Marquee (16.15 – 17.05)

Als er één iets is wat de Britten van Paradise Lost op Graspop bewezen hebben, dan wel dat ze nog altijd verrassend fris en actueel zijn. Want ook al konden enkele oudere nummers tijdens dit optreden niet ontbreken, toch waren het de nummers van hun vorig jaar verschenen album No Hope in Sight die dit optreden bepaalden. Begrijp me niet verkeerd: met een nummer als As I Die zit je altijd op rozen, en deze Britten hebben ondertussen zelfs de luxe om publiekslievelingen als One Second eens achterwege te laten, maar dit optreden werd verschroeiend in gang gezet met titelnummer No Hope in Sight. En hoe fenomenaal deze start ook was, toch werd dit optreden steeds beter, ging het publiek er steeds meer helemaal in op, en kun je stellen dat er magie in de Marquee hing. De goedgeluimde frontman Nick Holmes die met gemak het publiek in zijn zak stak, was hier overigens zeker niet vreemd aan.

Opvallend: de meeste nummers kwamen ofwel uit de prille begindagen van Paradise Lost, ofwel van het laatste album. The Enemy was misschien nog de grote uitzondering hierop. Return tot he Sun was een oplawaai van jewelste, en afsluiter Beneath Broken Earth was misschien een vreemd slot, niet iets wat je meteen op een festivaloptreden verwacht, maar dit nummer is zo lekker rauw, zo slepend, en vooral meeslepend, dat het een terechte afsluiter was voor misschien wel hét hoogtepunt van deze Graspop-editie. Om de prestatie van Paradise Lost accuraat weer te geven, bestaan eigenlijk maar twee woorden, die in de correcte volgorde gebruikt dienen te worden: fucking hell! (PV)

Paradise Lost

Paradise Lost

Beartooth – Jupiler Stage (16.40 – 17.20)

Eén van mijn persoonlijke aangename verrassingen van Graspop 2016 is toch wel het uit Columbus, Ohio afkomstige Beartooth. Ze brengen een agressieve mix van melodische metalcore, maar ze weten toch een interessant en veelzijdig weefsel te creëren waarbij je bijvoorbeeld denkt aan Slayer. Aan het publiek te zien hebben ze al een flinke fanbasis. De frontstage security wordt niet gespaard en er wordt dan ook flink gesurft en gemosht. Beartooth is zeker een band om in de gaten te houden. Wij verwachten ze ongetwijfeld terug één van de volgende edities. (BVG)

Testament – Mainstage 1 (16.50 – 17.40)

Op zaterdag waren er niet zo heel veel bands waar ik zo erg naar uitkeek. Het legendarische Testament uit de al even legendarische Bay Area was er echter wel eentje van. De thrashers rondom opperindiaan Chuck Billy hebben intussen ook al een langlopend abonnement bij het festival en mochten deze keer nog eens het grote podium op. De megastatus van de echte groten hebben de Amerikanen nooit bereikt, maar als je ziet welke knallers van songs geschreven werden en dat die nu vertolkt worden door wereldmuzikanten als Gene Hoglan en Steve Digiorgio, dan kan je enkel maar diep buigen en veel respect tonen voor deze thrashveteranen. Chuck leek me in goede gezondheid en prima geluimd en vuurde zijn makkers aan tot een vette show. Het gitaarwerk is en blijft om duimen en vingers bij af te likken en de fans trakteerden de band zelf op wat vette moshpits. Ook die kon ik even van bovenaf de Rock Tribune container aanschouwen. Een vette grijns van Billy was de repliek. Intussen kan ik songs als Over the Wall, Practice What You Preach, Into the Pit en het als ’tiny little love song’ aangekondigde D.N.R. wel van buiten dromen, maar toch blijven het onverwoestbare livesongs. Dit was al heel wat beter dan de meer recente zaalshows, waar het geluid vaak te hard afgesteld stond, of waar de lichtman de boel verkakte. Dit was vandaag gewoon Testament puur. Rauw en onversneden. Sleet zit hier heus nog niet op, en het abonnement mag naar mijn mening nog met enkele keren verlengd worden. (JC)

Testament

Testament

Obituary – Marquee (17.45 – 18.40)

Van het uit Florida afkomstige Obituary zijn we niets minders gewoon dan een retevette pot old school death metal. Live hebben deze heren maar zelden teleurgesteld en dit keer was het op Graspop niet anders. Deze muzikanten belichamen eigenlijk een genre op hun eigen en hebben een sound die herkenbaar is uit duizenden anderen. De Tardy-broers hebben vele stormen doorstaan, de band ging als eens op on-hold, maar de heren weten elke nieuwe opstekende deathmetalpaddestoel toch weer de kop in te drukken. Nog steeds is er geen mens die de teksten van zanger John weet mee te blèren, maar deze band straalt zoveel intensiteit  en overtuiging uit, dat een publiek automatisch in deze drive meegezogen wordt. Zowel oude als nieuwe tracks zorgden voor een respectabele moshpit voor het podium, en het jeugdig enthousiasme van in het begin van de jaren 90 lijkt bij de band wel teruggekeerd. Ware het nu Centuries of Lies, Intoxicated, ‘Till Death, Don’t Care of Chopped in Half: al deze fijne liefdesliedjes gingen er in als zoete koek. Dit was gewoon voer voor elk deathmetalmodderzwijn hier aanwezig. De pioniers van de Floridiaanse scene kwamen, zagen en overwonnen en beukten het laatste greinje leven uit de stervende lichamen van de crowdsurfers met Turned Inside Out en Slowly We Rot. Van een intensieve show gesproken. No nonsense, just fucking death metal! (JC)

Dropkick Murphys Mainstage 2 (17.50 – 18.40)

Als je een feestje met veel bier wilt, en dan ook nog eens Ierse folkmuziek erbij, dan is er maar één band geschikt voor je wensen: Dropkick Murphys! Vergis je echter niet, ze zijn wel degelijk afkomstig uit Boston, maar dat even terzijde. Een feestje werd het inderdaad, maar om de een of andere reden bleef ik met gemengde gevoelens achter. Niet dat Rose Tattoo of The Boys Are Back slecht klonken, integendeel. De muziek zat meer dan goed, maar je kreeg soms het gevoel dat ze niet echt op een metalfestival passen. Maar gezien het aantal natte shirts van het bier kunnen we maar één ding concluderen: een feestje dat de aanwezigen nog lang zal bijblijven. (SS)

Dropkick Murphys

Dropkick Murphys

Bullet For My Valentine – Mainstage 1 (18.50 – 19.50)

Er bestaan leukere cadeau’s dan een kogel voor je valentijn, een optreden van Bullet For My Valentine bijvoorbeeld. Gedurende een uur mocht dit collectief met zijn in 2015 uitgekomen album Venom het publiek verwennen. Er werden vier nummers van Venom bovengehaald, waaronder opener No Way Out. Maar er was ook tijd voor andere pareltjes zoals Scream Aim Fire en Waking The Demon. En niet te vergeten de drumsolo van Michael Thomas. Zonder enige twijfel één van de hoogtepunten van de dag. (SS)

Bullet For My Valentine

Bullet For My Valentine

Satyricon – Marquee (19.20 – 20.20)

Een dag na Moonspell was het aan Satyricon om het twintigjarige bestaan van een album te vieren, in dit geval Nemesis Divina. Een belangrijk album voor de befaamde black metal uit Noorwegen, en de heren Satyr en Frost waren dan ook heel trots om dit nog eens voor te stellen. Hard en melodieus, en het was merkbaar dat het talrijk opgekomen publiek dit na al die jaren nog steeds kon smaken, ook al werd er op het einde van de set even hard genoten van de toegiften die niet op dit album staan. Tijdens afsluiter King stond de Marquee helemaal in vuur en vlam, en zeg nu zelf, wat is er fijner dan allen samen te scanderen, zwaaiend met de vuisten op een stevige portie symfonische black metal? Uitstekende muziek en een uitzinnige sfeer: dat moet voldoende zijn om te spreken over een prima optreden, en een zeer spraakzame Satyr (wat een welkome afwisseling in dit genre!) besloot dit feestje dan ook met de woorden ‘I suppose you can go home now’. En ook al was het nog vroeg op de avond: na een blik op de verdere line-up op zaterdag, heb ik zijn advies ter harte genomen. Zonder spijt overigens: Satyricon was voor mij een waardige afsluiter van deze tweede Graspopdag. (PV)

Satyricon

Satyricon

Ghost – Mainstage 2 (20.00 – 21.00)

Ik blijf er bij: Ghost past beter in een donkere omgeving. Zet ze ofwel in de Marquee, of laat ze na zonsondergang spelen. Voor de rest niet zo veel aan te merken: Ghost bevestigt gewoon. Hun occulte seventies rock staat als een huis. Aangevuld met alle gimmicks omtrent hun imago weten ze telkens menigeen te boeien. Zelf vond ik het een mooie set, al blijft mijn voorkeur uitgaan naar het album waarmee het begon: Opus Eponymous. Verder lijkt de band een beetje de Volbeat-ziekte te hebben: allemaal leuk en wel, maar de echte power uit het debuut wordt niet meer gehaald. Ik was dan ook een beetje teleurgesteld door de songkeuze, daar hun debuutplaat slechts pover aan bod kwam tijdens hun concert op Graspop. Maar ja, degustibus et coloribus non est disputandum, niet? (BVG)

Ghost

Ghost

Slayer – Mainstage 1 (21.10 – 22.25)

Slayer en Graspop Metal Meeting. Ook dit zijn twee handen op een overjaarse buik. Ik kan het intussen niet meer bijhouden hoeveel keer deze legendes al acte de présence gegeven hebben in Dessel. De ene keer waren ze super, de andere keer gingen ze af als de toepasselijke gieter. Dit keer besloot de band nog een keer het volle pond te geven. Met een setlist die haast iedereen moest bevallen, bestookten de meest gerenommeerde thrashers van deze aardkloot het be- en verzopen publiek met de ene na de andere thrashbom. Opener Repentless hoefde daarbij heus niet onder te doen voor klassiekers als Postmortem of Dead Skin Mask. Dat de heren wat ouder tonen, dat nemen we er maar bij, maar iedereen wil dit gezelschap nog altijd wel graag zien. En nog steeds komen ze overtuigend over, al mocht de gitaar van Kerry King misschien wel wat nadrukkelijker in de mix. Maar deze muziek blijft zo intens. Er zijn haters, die de mannen op pensioen wensen, maar ik zie nog steeds niemand in staat de troon van de ware koningen van de thrash metal over te nemen. Ik vond ze best ok deze keer. Niet op hun best, niet op hun slechtst. En wees er maar zeker van: stoppen gaan ze niet, want volgens de label-baas zitten er nog mooie tijden aan te komen. Ik geloof het graag. En dook met South of Heaven, Raining Blood  en Angel of Death met alle graagte nog even de immense moshpit in. (JC)

Slayer

Slayer

Gojira – Marquee (22.25 -23.25)

Een optreden van het Franse Gojira is steeds een intense belevenis. De tegenwoordig in New York residerende band is bezig aan een steile opmars naar de top en dat laat zich meteen voelen bij het betreden van de Marquee. Deze is tot de nok gevuld met een allegaartje aan metalheads. Ja, het viertal spreekt duidelijk een divers publiek aan. Ze hebben dan ook van meet af aan een eigen stijl weten te ontwikkelen, ondanks de hier en daar opduikende Morbid Angel-riffjes. We zagen ze ooit eens een klein zaaltje nabij het Franse Lille in de vernieling spelen en waren dan ook razend benieuwd of die geluidsmuur ook in een festivaltent van gewapend beton zou zijn.

Gojira zou het antwoord niet lang schuldig blijven want meteen al bij openingssong Toxic Garbage Island wordt duidelijk dat dit wel eens één van die zeldzame, magische festivalmomenten kan worden. Enkel de allergrootsten slagen er in om in alle omstandigheden toch een kraakhelder geluid neer te zetten. Op een festival blijkt dit vaak een euvel te zijn dat vele bands parten speelt. Bij Gojira valt hier echter niets van te merken. Integendeel, ze klinken zowaar nog vetter en harder dan op plaat. Wat volgt is een bloemlezing uit het beste werk van de band, aangevuld met enkele nieuwe songs. Daarbij wordt de sloophamer toch wel erg veel boven gehaald en zetten de Fransen de hele tent in vuur en vlam. De volle Marquee deint mee op de immense groove die de ritmesectie onder leiding van drumbeest ‘half mens half machine’ Mario Duplantier en de voortdurend rondspringende bassist Jean-Michel Labadie weet neer te zetten. Daarbovenop slingeren frontman Joe Duplantier en gitarist Christian Andreu de ene na de andere superstrakke riff de tent in. De lichtshow is sober maar uiterst efficiënt en weet de sfeer van de muziek mooi visueel te vertalen.

Een dag eerder vierden de gebroeders Duplantier en kornuiten nog de release van hun nagelnieuwe album Magma, dat in de internationale pers onder de superlatieven wordt bedolven. Bij Amped-Up moeten we de plaat nog even laten inwerken, doch de eerste single Stranded klinkt alvast veelbelovend. Het lijkt alsof Gojira in de toekomst wat songgerichter te werk zal gaan. Het nummer neigt ook meer naar rock dan naar metal. We kunnen ons voorstellen dat niet iedereen hier even gelukkig mee zal zijn, maar de basisriff bevat ons inziens nog genoeg ballen om de fans van het hardere werk over de streep te trekken. Getuige de positieve publieksreactie zullen we er niet ver naast zitten. Verder horen we ook nog The Shooting Star voorbij komen, de openingssong van de nieuwe plaat. Dit nummer heeft een meer epische inslag en is een stuk minder catchy dan Stranded, maar toch wordt ook deze song op gejuich onthaald. Grappig is verder het moment dat drummer Mario even het woord van zijn broer overneemt en de zaal in gebrekkig Engels aanmoedigt om een gigantische ‘wall of death’ te beginnen. We wanen ons even in de serie ‘allo‘allo. Die Mario heeft er trouwens erg veel zin in want hij waagt zich zelfs aan een drumsolo. Een drumsolo komt niet altijd over, al zeker niet op een festival, maar deze mag er best wezen en duurt net niet lang genoeg om te gaan vervelen. Net zoals er geopend wordt met een song uit het album The Way Of All Flesh, wordt de show ook afgesloten met een nummer uit die doorbraakplaat. Het vrij epische Vacuity maakt een einde aan ongetwijfeld de meest overrompelende belevenis van het lange weekend.

Nadien horen we uit vele monden dat dit absoluut het hoogtepunt van de vier dagen is. We kunnen ons de vraag stellen waar dit gaat eindigen voor de sympathieke Fransen. Er lijkt geen rem meer op het succes te staan.  Gojira achten we dan ook in staat om in de komende jaren headline posities in te nemen op Europa’s grootste festivals. Of zoals een goede vriend ons zei, dit is geen optreden meer, dit is een statement: ‘Wij zijn de beste!’ (SD)

Gojira

Gojira

Nightwish – Mainstage 2 (22.35 – 23.50)

Dat het Finse Nightwish  nog steeds een groeiende aanhang kent, mocht blijken uit de immense drukte voor het hoofdpodium. Vele fans stonden vanaf het begin van de dag al trouw op post om hun idolen te aanschouwen. Toch lijk ikzelf wat uitgekeken op deze symfonische melodieuze metalband. Er zijn te veel frontvrouwwissels voor me geweest om het nog boeiend te houden. En wat me ook opviel was de sound. Op recente festivals was die altijd heel stil. Alsof je na de P.A.-toren al niets meer hoorde. Daardoor knapte ik, na al het thrashgeweld van Slayer, al snel af. Ieder Nightwish-tijdperk had met de tijdsgebonden zangeres wel zijn eigen hoogtepunten, maar nu had Floor Jansen wel de ondankbare taak om vertolkingen te moeten forceren van toch wel respectabele voorgangsters. Volgens mij kozen de Finnen een uitgekiende set uit om iedereen te plezieren. Maar de gutsende regen nam voor velen de pret weg. Alleen raakte ik door de die-hardfans heel moeilijk waar ik moest zijn. Namelijk zo ver mogelijk naar achter op het terrein. Flauwe show, op het randje van het saaie af. In de Classic Rock Bar klonken de klassiekers nadien heel wat beter. (JC)

Nightwish

Nightwish

Volbeat – Mainstage 1 (00.00 – 01.30)

De Denen van Volbeat hebben het al ver geschopt. Twee passages geleden stonden ze nog in de Marquee op Graspop, maar ondertussen zijn ze uitgegroeid tot een volwaardige headliner. En dat zullen de aanwezigen op de weide geweten hebben. De heren brachten een ijzersterke setlist, waarin de Johnny Cash-tribute Sad Mans Tongue natuurlijk niet mocht ontbreken. Maar ook van de nieuwe plaat, Seal The Deal And Let’s Boogie, werden er nummers gespeeld. Zo begonnen ze met The Devil’s Bleeding Crown, en tussen de klassiekers door was er tijd voor For Evigt, The Gates Of Babylon, en ook Goodbye Forever. Het publiek vond het zelfs zo goed dat ze om een encore vroegen. Die kregen ze ook met maar liefst vier bisnummers, waaronder ook het gloednieuwe Seal The Deal. Volbeat bewijst met deze setlist weer maar eens waarom ze een headlinerpositie waardig zijn, en ze groeien nog steeds. (SS)


0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

april

Geen concerten

mei

Geen concerten

X