Anomander

Ome Anomander gaat het niet onder stoelen of banken steken, of er lang omheen draaien: sinds jaar en dag ben ik een uitgesproken fan boy als het gaat om de heer Vegard Sverre Tveitan a.k.a. Ihsahn. Als ik gevraagd word (en dat gebeurt nog wel eens) om lijstjes te maken van favorieten, dan prijkt In the Nightside Eclipse prominent bovenaan en ondanks de enorme verandering in richting vind ik ook Prometheus: The Discipline of Fire and Demise nog zeer zeker meer dan goed te pruimen. Toch ga ik mijn uiterste best doen om zo objectief mogelijk naar Arktis. te luisteren en mijn kritisch oor de kost geven. Wie weet, het zou zomaar eens een Cold Lake kunnen zijn… 

Koud is het in ieder geval zeker geweest tijdens het schrijven en opnemen van dit album. Dat spat er vanaf, niet alleen de titel en albumcover suggereren een sfeer ver beneden het vriespunt, maar ook tekstueel dringt Tveitan aan op het idee van het overleven in het koude, immense onbekende. Een wereld die een tweezijdige medaille is; het album speelt zowel met de ideeën van twijfel, hopeloosheid en frustratie, maar heeft ook raakvlakken met de concepten van vrije wil en de keuze om de conformiteit uit de weg te gaan. Klinkt als een typische Ihsahn insteek dus. Al sinds het eerste begin hebben we hem niet kunnen betrappen op een gebrek aan filosofische invloeden op zijn albums en zo past Arktis. in ieder geval al in het rijtje.

Waar het echter allemaal anders wordt, is bij de muziek zelf. Wie nog terugverlangt en reikhalzend uitkijkt naar een volgende Emperor-plaat komt met deze release helaas niet aan zijn trekken. Natuurlijk zijn er nog altijd de spookachtig schrille schreeuwen vanuit de duisterste diepten van Ihsahns ziel, gelukkig maar, en hier en daar valt nog een vleugje van zijn blackmetalriffs te bespeuren, maar dit is wel even andere koek. Ik durf zelfs te beweren dat het geen koek meer is.

Toch zullen ook degenen die een album verwachten dat naadloos op Das Sellenbrechen aansluit, verrast zijn en heeft dit album al helemaal minder overeenkomsten met voorganger Emerita of het eerste conceptuele drieluik van Ihsahn. Ihsahn is dan ook in geen geval een prototype metal artiest. Hij lijkt zich opnieuw uitgevonden te hebben op deze plaat zoals hij dat al vele malen eerder deed. Van black metal naar progressive, van progressive naar regelrecht experimenteel, naar wat we nu voorgeschoteld krijgen op Arktis. Met alle eerlijkheid en objectiviteit die ik maar kan opbrengen, moet ik zeggen dat ik het allemaal naar binnen schrok als een hongerige (pool)wolf.

Arktis. klinkt als de logische stap in de ontwikkeling van het genie Vegard Sverre Tveitan. Hij brengt het terug naar de roots, zonder dat het afgezaagd of generiek wordt, geen enkele seconde op dit album klinkt oubollig en toch voelt het lekker vertrouwd aan. De focus ligt niet meer zozeer op het experimentele, maar er is nu juist ruimte voor traditionele songstructuren. Natuurlijke rockmuziek in een zeer modern en fris jasje.

Je hoort er vanalles in terug. Met de ogen dicht kom je zelfs zover als iets bizars als Dream Theater met een vleugje black metal op tracks als Until I Too Dissolve. De refreinen zijn geen meezingers, maar zijn wel degelijk haast catchy te noemen en hebben een echte hook. Dat komt vooral echt goed tot z’n recht in songs als de single Mass Darkness waarop, of all people, Matt Heafy van Trivium te horen is (Ihsahn is dan ook een groot idool voor de Amerikaan). Daarnaast word je getrakteerd op een ware elektro/disco intro (het beestje moet een naam hebben) op South Winds, een track die zich net als Ihsahn zelf  constant ontwikkelt. Ook mag de saxofoon natuurlijk niet ontbreken op een Ihsahn-album en Crooked Red Line begint dan ook met een Hans Dulfer saxsolo om U tegen te zeggen.

Het magistrale album sluit af met twee evengoed magistrale tracks. Naargelang de uitgave van dit album je beluistert of hebt kunnen bemachtigen, wordt de muzikale tocht afgesloten door Celestial Violence (sinds kort de onbetwiste nummer 1 in mijn iTunes-playlist) met gastvocalen van Ihsahns goede vriend Einar Solberg van Leprous of de 9.13 minuten durende gedichtlezing begeleid door piano van Hans Herbjornsrud, een Noorse schrijver. Om met de laatste te beginnen: dit gedicht, een ode aan de dichter Tor Ulven, laat je tot rust komen na een wilde rit, het Noors is prachtig, de moeite waard om ook eens te vertalen, om vervolgens door Ihsahn zelf in onheilspellende wijze te worden afgesloten. Niet voor iedereen weggelegd vrees ik, vandaar dat het ook een bonus track is, gok ik. Maar dan! Celestial Violence. Vanaf de eerste noten tot de laatste is dit wat mij betreft dé kers op de heerlijke taart die Arktis. heet. De stem van Solberg klinkt helder als een winterklokje en doet denken aan Sonata Arcticas Toni Kakko, maar dan beter. Na een fijne intro barst het los en word je meegevoerd in een ijzige rivier waar tegen de stroom in zwemmen waanzin zou zijn. De harmonie tussen de twee heren is zo lekker dat ik me er de vingers bij aflik.

Arktis. is bij uitstek een album dat bevestigt dat Ihsahn misschien nog steeds wel een van metals meest invloedrijke geesten is en in ieder geval de meeste diverse. Virtuoos.

 

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

X