Spiritual Beggars + Wolvespirit / De Kreun Kortrijk / 06-04-2016
Steven Demey

Het Zweedse Spiritual Beggars, rond de van Arch Enemy bekende stergitarist Michael Amott, bracht onlangs het prima Sunrise To Sundown uit. Om dat te vieren planden ze in april een Europese tournee waarbij ze ook halt hielden in De Kreun te Kortrijk. Voor de gitaarfanaten een buitenkansje, want hoe vaak krijg je nog de mogelijkheid om een virtuoos als Amott in een kleine setting aan het werk te zien?

En klein was het, want De Kreun werd voor de gelegenheid maar voor de helft benut. Erg vonden we dat echter niet, want het droeg alleen maar bij aan de gezellige, groezelige sfeer waar een concert als dit om vraagt. Met een sound diep geworteld in het muzikale verleden van grootheden als Deep Purple, Black Sabbath, Thin Lizzy, Rainbow en ja, bij momenten zelfs The Doors, is Spiritual Beggars een orkest voor de échte muziekliefhebber. De gemiddelde leeftijd van de aanwezigen lag dan ook rond de 40. Een publiek, gepokt en gemazeld in de hardrocktraditie, dat zich al lang tevreden stelt als het met een biertje in de hand het voetje zachtjes kan laten mee tikken op het ritme van de drums, af en toe een lichte zwaaibeweging makend met de weinige haren die nog resten. Meer moet dat niet zijn!

sb kreun

Maar eerst was er Wolvespirit, een Duits retrogezelschap met Amerikaanse zangeres. Het aantal bands dat een krampachtige poging onderneemt om de flower power van de jaren 60 te doen herleven is tegenwoordig niet meer te tellen. Het ‘love & peace’-cliché met bijhorende in patjoelie gedrenkte wapperende bloemetjesjurken en olifantenpijpen broeken is nochtans een echo uit een ver verleden, in tijden zoals de onze zelfs verder weg dan ooit. De bandnaam en het imago deden dus het slechtste vermoeden, doch het voordeel van de twijfel kregen ze. Muzikale prestaties en goede songs gaan namelijk voor alles! Het bleek al snel dat die prestaties best ok waren. Goede songs echter, daar schortte het toch wel aan. Laat ons het samenvattend de ziekte van het chronisch gebrek aan pakkende refreinen en meeslepende riffs noemen. Het kabbelde voort en verzandde regelmatig in een oeverloze jamsessie die kant nog wal raakte. Bovendien werkte de podiumpresentatie van de zangeres, spastische bewegingen makend, danig op de zenuwen. Zingen kon ze nochtans, dat wel. Het publiek opwarmen zat er echter niet in. Of zoals een goeie vriend het treffend verwoordde: Wolvespirit is de Blues Pills van den Aldi!

Spiritual Beggars dan! Een band die ook retro ademt, maar die wél de songs heeft. Geopend werd met Left Brain Ambassadors van het album  Ad Astra, de beste plaat uit het tijdperk dat Spice nog de zanger was. Het geluid zat meteen goed met een opvallende rol voor de erg sterke drumklank. Als donderslagen werden de roffels de zaal in geslingerd. Ludwig Wittweet dan ook als geen ander om zijn drumwerk simpel en krachtig te houden, steeds in dienst van het nummer en zonder al te veel tierlantijntjes. Dit, in combinatie met de solide baspartijen van podiumbeest Sharlee D’Angelo, zorgde voor een stevige basis waarboven toetsenist Per Wiberg en gitarist Michael Amott hun ster konden laten schijnen. Menig duel tussen klavier en snaren werd uitgevochten waarbij een winnaar van geen tel was. Amott, met een gezicht dat steeds meer op een ‘duckface’ begint te lijken, toonde weer eens waarom hij het kleine broertje van Michael Schenker en John Norum mag genoemd worden. Met sprekend gemak toverde hij de ene na de andere fabuleuze gitaarriedel uit zijn dikke haarband. Per Wiberg mag stilletjes aan de beste toetsenist van zijn generatie genoemd worden.

BandPhotoSpiritualBeggars

De band was gekomen om zijn nieuwe album  Sunrise To Sundown  te promoten en die plaat werd, zoals het hoort, dan ook extra in de verf gezet. De pakkende titelsong volgde en werd meteen enthousiast onthaald. De nieuweling was duidelijk al tot de huiskamers doorgedrongen. Zanger Apollo Papathanasio houdt ergens het midden tussen Ronnie James Dio en David Coverdale maar dan zonder de kracht van de eerste en de uitstraling van de tweede. Zeggen dat de Griek zich op het podium als een vis in het water voelde gaat namelijk te ver. Al te vaak werd de automatische piloot ingeschakeld en het contact met het publiek verliep stroef. Is het een gebrek aan zelfvertrouwen? Kan hij zich onvoldoende uitdrukken met zijn gebrekkig Engels? Joost mag het weten, maar met zo’n talent zou zijn ster toch wat meer mogen schijnen!

Van de laatste plaat kwamen verder in de set ook nog het van een pakkend refreintje voorziene Hard Road, het voortdenderende  Dark Light Child en het aan Might Just Take Your Life van Deep Purple schatplichtige Diamond Under Pressure. Tussendoor kregen we een bloemlezing uit vrijwel alle albums van de band. Meer recenter werk zoals het hakkendeWise As A Serpent en de feelgood song Turn The Tide werden afgewisseld met de zware doom rock van Young Man, Old Soul uit het onvolprezen  On Fire-album en de spacey geluiden van One Man Army uit misschien wel hun beste plaat Demons. Het siert de band dat ze zelfs een oudje als Euphoria uit het meer stoner georiënteerde Mantra III lieten passeren. De finale bestond uit een rondje veren in de kont steken waarbij iedereen nog eens zijn kunnen mocht etaleren. Liever hadden we nog een song gehoord! Het meer ingetogen maar prachtig gezongen Mantra mocht op verrassende wijze de avond afsluiten. Dampende rock met vakmanschap gebracht, het zou op de zomerfestivals niet misstaan. Tot dan?

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

april

Geen concerten

mei

Geen concerten

X