Opeth & Anathema – 20 november 2012 , Brussel
Eef

Dinsdag 20 november 2012, rond een uur of acht. De Brusselse straten zijn gevuld met biertrucks en horden studenten die Sint Verhaegen vieren. Op straat stinkt het naar de alcohol, studentenkots en schaamteloosheid. Het is haast onmogelijk om jezelf een weg te banen tussen de drinkebroers en drankkarren zonder een stap te zetten in de haast tastbare bubbel met gerstgeurige lucht die rond ieder met een beker hangt. In deze massa bevinden zich ook enkele mensen die de drank laten voor wat hij is en een ander genotsmiddel hebben uitgekozen om de avond door te brengen. Aan de ingang van concertzaal Ancienne Belgique – AB voor ingewijden en luie schrijvers – staat een rij metal- en progfans te wachten: het Zweedse Opeth en het Britse Anathema staan vanavond op de planken. Je zou wel gek moeten zijn om dit te missen! Of een fan moeten zijn van Motörhead, dat deze avond optreedt in Deinze. Ergens in deze massa bevinden zich twee redacteurs van jouw favoriete metal e-zine: feenah en Lord Lexy. Hun impressies staan hieronder te lezen.

Anathema_logo_new

Lord Lexy: Anathema was al bezig met zijn set toen ik, met een fris biertje in de hand, de zaal betrad. Deze Britten zijn naar het schijnt een van de Grote Drie van de Britse doom metal, maar erg veel was daar niet van te merken. De muziek die de band bracht was voor het grootste deel van de set gevoelig en niet te zwaar, en ging eerder de atmosferische toer op. Ik kende tot nu de band niet, maar daar kwam na deze show verandering in. Gedurende drie kwartier mocht Anathema het publiek in vervoering brengen, en is daar zeker in geslaagd. Het geluid stond goed, de band speelde met zichtbaar plezier en kreeg steeds grotere delen van het publiek mee. Dat ik geen enkel nummer kende, kon mijn pret niet bederven. Na een kleine 45 minuten zat de speeltijd erop, en werd de band onthaald op een luid applaus, en zelfs achter in de zaal joelden de toeschouwers. Qua supportacts is dit een van de sterkste die ik ooit heb gezien, en ik heb dan ook zonder aarzelen de twee aangeboden cd’s bij de merchandisestand gekocht.

opeth-logo-dark

feenah: Na Anathema was het tijd voor twee uurtjes Opeth. Het eerste hoogtepunt kwam vroeg in de set, met name tijdens het openingsnummer The Devil’s Orchard, dat vanuit het niets ontploft om dan enkele seconden later terug stil te vallen. En als simultaan live starten nog niet moeilijk genoeg is, doen ze het daarna nog eens…en nog eens.

Toen ik Opeth vorig jaar in 013 te Tilburg zag, was er tijdens dat optreden geen enkele grunt te bespeuren. Veel is veranderd, want reeds bij het tweede nummer, Ghost Of Perdition, was het al van dat. Wat dan volgt is een typische wall of Opeth die je bij de keel grijpt. Hoe schoon zijn de tempowissels, de contrasten tussen hard en zacht, de technische hoogstandjes, die je meesleuren in de diepste gedachten van frontman Mikael Akerfeldt. Nadien volgde de aankondiging dat een oudere song gespeeld zou worden, en die werd op luid applaus onthaald. Mikael begon hier trouwens te vertellen over hoe het album Still Life was vernoemd naar een nummer van Iron Maiden, en een slechte proggroep met dezelfde naam.

Opeth ging vervolgens verder met een zachtere song, Hope Leaves van het Damnation album, maar het contrast met de volgende song kon haast niet groter zijn: publiekslieveling Deliverance, dat trouwens de mooiste outro ooit heeft – Instant Street van dEUSbuiten beschouwing gelaten. Dit tweede hoogtepunt was een magisch kippenvelmoment: de handen gingen de lucht in en vreugdekreten weerklonken uit ieders keel.

Daarna volgden Hessian Peel, Häxprocess en ten slotte Reverie/Harlequin Forest uit Ghost Reveries. Deze laatste song heeft een einde dat doet denken aan het slot van Deliverance, maar dan nog technischer: tegendraadse ritmes die de grenzen van menselijke mogelijkheden aftasten.

Maar geen show zonder bisnummers: het publiek schreeuwde om Demon of the Fall, en kreeg daar uiteindelijk een riff uit geserveerd. Nadien schakelden Mikael en de zijnen over op Blackwater Park, dat tevens mijn ringtone is, maar dit terzijde.

Maar er zijn toch enkele minpuntjes (geen enkel ligt aan de band, laat dat duidelijk zijn): het geluid was niet optimaal. De dubbele basdrum klonk achter in de zaal eerder als gebrom (of speelt Axenrot zo snel dat wij, nederige mensen, geen aparte noten meer kunnen waarnemen?). Ook de gitaren klonken niet optimaal en waren soms moeilijk te onderscheiden, al is dat mierenneuken.

Maar naast de muziek bevat een Opethshow ook enkele geestige mopjes en verhaaltjes van bandbrein Mikael. Een greep uit het aanbod:

“Ik heb deze middag vis gegeten, dus de eerste rijen kunnen last hebben van braaksel, maar kotsen is sexy!”

“Ik was eens in Brussel, in een krantenwinkel aan het kijken naar porn… euh boekjes. Iemand stapte op mij af en zei mij dat ik op de zanger van Opeth leek. “Goh, dat vertellen ze mij heel de tijd” was het antwoord.”

“Het oude materiaal doet het altijd beter in de metalwereld. Het nieuwe album? Meh. De oude albums? Yeah! Ik ben nu 38 en schreef mijn eerste album op mijn 19de. Onlangs vertelde iemand me: “Ik ben een grote fan van Opeth, maar mijn favoriet is toch het debuut”. “Euh, bedankt?” Het eerste was super, sindsdien gaat het alleen maar bergaf.”

“Vanaf nu heet Opeth de Martín Méndez-band.”

En dan was er nog het vreemde gezicht van de verdwaalde metalhead, die met zijn aan Motörhead gewijde patchvest door de AB rondliep. Te laat voor een ticketje Lemmy & C°, of wist Opeth hem meer te bekoren?

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

X