Jera On Air 2023 – Het verslag van de zaterdag
Ontwaken op de laatste dag van je favoriete festival, het is altijd een lichte teleurstelling. Gelukkig kreeg ik snel een tijdsschema in m’n handen, want ook deze laatste dag stond weer bol van de interessante bands. Op onze agenda stonden volgende groepen: Static Dress, Cancer Bats, Landmvrks, John Coffey, Black Flag, Heideroosjes, UnityTX, Enter Shikari, Carpenter Brut, Motionless In White, Sunami, No Pressure, Messhugah, The Ghost Inside en No Turning Back. Wederom een programma om duizelig van te worden, maar ook euforisch. Net zoals de dag voordien was ook zonnetje aanwezig. Het werd warm, maar niet overdreven. Het perfecte festivalweertje dus! Nog voor die slotdag goed en wel begonnen was, kwam de organisatie met het nieuws dat het vrijgegeven tijdsschema voor de Buzzard diende aangepast te worden. De eerste bands op deze stage hadden namelijk problemen met het vervoer, en konden dus niet tijdig in Ysselsteyn geraken.
Static Dress – Vulture – 13:00 – 13:30
Door de vertragingen op de baan werd ons wat meer rust gegund vooraleer we aan de laatste dag gingen starten. Een band die ik echt niet wilde missen was Static Dress. Volgens de Britse pers is het een opkomend talent welke de emoscène weer wat doet heropleven. Ze werden door Kerrang! in 2021 genomineerd voor “beste doorbraak” en wonnen zelfs de lezerspoll van dat jaar wat betreft beste nieuwe band. Rouge Carpet Disaster, welke in 2022 verscheen, zorgde voor een welgekomen boost binnen de post-hardcore-/emoscène. Die eerste langspeler knalde hier al verschillende keren door mijn boxen, en ik was benieuwd of ze dit explosieve geheel live konden overbrengen.
Daar de Britten zo’n complexe sound hebben, was de staat van het geluid immens belangrijk voor deze show. Het is vaak al geen evidentie om het in een zaal klaar te krijgen, laat staan op een festival. Maar al te vaak draaien dergelijke shows uit op een sisser, gewoon omdat de mix niet goed zat. Het zou toch zo jammer zijn, dat een veelbelovende show als deze van Static Dress in het water zou vallen door tegenvallend geluid. Toen het viertal op het podium kroop spatte het zelfvertrouwen al van het geheel. Wat meteen opviel was dat er hier een collectief te voorschijn kwam, en dat ondanks de wel zeer jonge leeftijd. Frontman Olli Appleyard maande, in een wel zeer gewaagde outfit en bijhorende mascara, het publiek aan om er een feestje van te maken. En ook deze keer was het Jerapubliek gehoorzaam.
Openen deed het met Di-SinTer vanop de debuutplaat. Wat meteen opviel was dat het geluid, zoals gevreesd, nog niet helemaal snor zat. De vocal was net wat te pertinent aanwezig, waardoor de instrumenten een chaotisch boeltje werden. Gelukkig werd dit redelijk vroeg in de set verholpen. Net zoals de geluidstechnicus had ook de band zelf wat tijd nodig om wakker te worden. Het duurde even voor ze de juiste schwung hadden gevonden. Als je weet dat de Britten slechts dertig minuten mochten spelen, dan weet je dat het een wrang gevoel opleverde. Het was vooral Appleyard die ondermaats presteerde. Hij verwaarloosde zijn clean vocal, waardoor het vaak een ergerlijk puntje werd. Toegegeven de screams van de man zijn van een uitstekend niveau, alleen jammer dat het geheel doorspekt is van zangstukken.
Het publiek was misschien de enige die echt vanaf de eerste seconde presteerde, iets wat we gewoon zijn van de Jeracrowd. Het duurde dus even, maar wanneer het viertal op kruissnelheid zat, liet het wel zien waarom het al die lofzang van de pers verdiende. Het was lang geleden dat ik nog zo’n show had meegemaakt. Het deed me op momenten zelfs wat denken aan de debuutplaat van My Chemical Romance, wat voor de jonkies misschien wel één van de grootste complimenten is die ze kunnen ontvangen. Ook de honger die Static Dress een hele set lang uitstraalde, doet me denken aan de hoogdagen van de emoscène. Push The Rope werd het best gebracht, de vocals van Appleyard waren beter, maar nog steeds niet van het gewenste niveau. Dat is toch een werkpunt voor de frontman.
De Britten kozen om met Clean., de eerste single van de band af te sluiten. De band wilde nog snel een wall of death realiseren, maar dat hadden ze beter achterwege gelaten. Je voelde aan alles dat de speeltijd duidelijk werd gecommuniceerd en dat de band gevraagd werd hier rekening mee te houden. Het was vooral de ontplooiing van de muur des doods die helemaal in het honderd liep. Appleyard vergat één of ander seintje af te spreken, waarna de linkerzijde pardoes op de rechter afstormde. Het voelde wat puberaal, wat eigenlijk nog mag voor zo’n jonge band. De rest van de show voelde het allemaal een pak matuurder. Ze weten een sfeertje te zetten die doet denken aan de hoogdagen van de emo. Denk dan aan de oersound van bands als Underoath, The Devil Wears Prada, From Autum To Ashes en My Chemical Romance. Zo’n bands zijn dezer dagen een unicum op een festival en daar mag dringend verandering in komen. Als deze act eens in een zaal staat, zal ik er zeker bij zijn. (B.W.)
Setlist:
- Di-sinter
- Disposable Care
- Push Rope
- Courtney Just Relax
- Sweet
- Clean.
Cancer Bats – Eagle – 13:30 – 14:00
Cancer Bats, de hardcoremachine uit Toronto, nam het Eagle-podium over met hun woeste gebrul en ontketende een sonische aanval. De explosieve opening van Bricks & Mortar gaf nieuw leven aan onze nog steeds brakke en vermoeide lichamen na twee intense festivaldagen.
Met een stem die leek te worden aangedreven door pure bedwelming, staken ze die oranje versterkers in brand en creëerden ze een imposant spektakel op het podium, versterkt door het opvallende artwork van hun laatste album Psychic Jailbreak (2022). De vlammende solo’s op de iconische Flying V-gitaren boeiden ons allemaal, terwijl de rauwe kracht van de bas door onze botten dreunde.
Dankbaar voor de kans om opnieuw in Nederland op te treden, liet Cancer Bats het publiek headbangen en springen van vreugde terwijl ze het aanstekelijke anthem Hail Destroyer ten gehore brachten. Ze zetten alles verder in vuur en vlam met hun elektrificerende cover van Beastie Boys’ Sabotage, gevolgd door de daverende aanval van Lucifer’s Rocking Chair. (ML)
Landmvrks – Eagle – 14:30 – 15:15
Landmvrks betrad de Eagle-tent en ondanks de lichte verwarring door de festivalpresentator in de introductie als Parijzenaars in plaats van afkomstig uit Marseille, toonden ze hun onwrikbare toewijding en passie op het podium en bewezen ze dat hun muziek geografische labels overstijgt. Hun optreden was niets minder dan energiek en krachtig.
Terwijl ze ons meenamen op hun unieke metalcorereis, liet Landmvrks ons meedeinen op de golven van zijn nieuwste album Lost in The Waves (2021), met opvallende nummers als Visage en Say No Word. De zware breakdowns bleven onophoudelijk op ons inbeuken, begeleid door diep klinkend drumwerk en zorgden voor de eerste golf van opgewonden crowdsurfers.
Tijdens een pauze in de set deelde leadzanger Florent Salfati mee dat het al even geleden was sinds zijn laatste optreden hier, dat teruggaat tot 2019. De emoties liepen hoog op toen ze zich begaven in het oprechte Self-Made Black Hole. Salfati voegde zich zelfs bij de instrumentalisten en tokkelde akkoorden op zijn gitaar, wat een intieme touch aan het optreden gaf.
Naarmate het einde van de set naderde, liet Landmvrks een blijvende indruk achter met het meeslepende Fantasy. Het was een krachtige manier om hun optreden af te sluiten en liet het publiek smachten naar meer. (ML)
John Coffey – Eagle – 16:00 – 16:45
Eindelijk was het nog eens tijd om uit de bol te gaan op de muziek van John Coffey. De laatste keer dat ik de band aan het werk zag was tijdens zijn afscheidsconcert in Tilburg in 2016. Er werd toen al duidelijk gezegd dat het heus geen definitief afscheid was, maar dat het project even on-hold werd gezet. Dat het zeven jaar ging duren vooraleer ik één van mijn grootste liefdes weer aan het werk zou zien, in alle eerlijkheid, dat had ik toen niet gedacht. Toen ik in de Eagle arriveerde, en ik de grote banner zag hangen, begon mijn hart wat sneller te slaan. Nog enkele luttele minuten en het was weer zo ver, een feestje van jewelste. Want als je van één band op deze affiche wist dat ze, waar ze ook geprogrammeerd stonden, de tent zouden pletwalsen, dan is dat wel John Coffey.
Als het niet met hun muziek is, dan zal David Achter De Molen wel iets geks doen. Wie herinnert zich het voorval met het pintje op Pinkpop 2015 niet? Ditmaal was het nog voor de band op het podium stond dat één van de momenten van het festival te beleven viel. Aan de linkerkant van de stage, stonden wat familie en vrienden verzameld. Ook diens kinderen tekenden van de partij. Een klein meisje was wel heel nieuwsgierig en rende van achter de coulissen de stage op. Wanneer zij begon te wuiven naar de voor haar staande massa, wuifde Jera massaal terug. Hoe ze op het idee kwam om vervolgens haar handjes in de lucht te steken, waarna het publiek een schreeuw gaf, blijft me één groot vraagteken. Maar ze wist als een ware orkestmeester, voor een uitgelaten sfeertje te zorgen nog voor de aanvang van de show.
Wie had gedacht dat de mannen uit Utrecht deze hereniging zouden inzetten met een nagelnieuwe track? Ik alvast niet. SING and hope it’s out of tune werd enkele weken voor het festival in combinatie met The Revenue Was Sick! uitgebracht. Het deed wel wat een opener van zo’n heugelijke show dient te doen. Het lontje aan steken, en de pit al vroeg uit zijn voegen laten barsten. Frontman David testte al tijdens het eerste nummer de stevigheid van de palen uit. De lyrics werden luidkeels meegeschreeuwd, door een goed gevulde Eagle. De energie zat meer dan goed. Zowel band als publiek straalde geluk uit. Net na de opener koos John Coffey om met Broke Neck de opgebouwde energie niet te verspillen. Het is een energiebommetje van jewelste, de uitgelezen kans voor David om zich al eens aan een sprongetje in het publiek te wagen. John Coffey is terug, en hoe!
Het is al even geweten, maar er komt een nieuwe plaat aan. Hopelijk krijgen we binnenkort meer concreet nieuws. Je kon er vanop aangaan dat we op Jera een track zouden horen, welke het daglicht nog niet gezien had. Het cadeautje was The Sunset wat nog nooit eerder gespeeld werd. Ik was extatisch bij het inzetten van deze song maar verloor mijn enthousiasme na een tijdje. Er zat weinig vaart in deze track en voelde zelfs wat eentonig aan. Ook het publiek leek even zijn aandacht wat te verliezen, met uitzondering van een wel zeer vurige frontstage. Het leek wel alsof John Coffey hierop geanticipeerd had, want hierna zorgde Dirt & Stones voor een onvergetelijk momentje. De track op zich had al voor een energie-uitbarsting van jewelste gezorgd, maar dat was niet genoeg. De Hollanders wilden de sfeer van het begin van deze feestelijke bijeenkomst weer vinden.
Het niveau waar Featherless Redheads mee was geëindigd, een uitgelaten en zeer dankbare crowd, niet enkel die frontpit. Een circle pit rond de vier steunpalen van de grootste stage, er is er maar één die daarin kan slagen. David Achter De Molen maande het publiek aan om er maar snel werk van te maken, anders zou de band niet meer verder knallen. Voor je het wist, was er een meute aan het rennen. Eentje die voor de omstaanders voor wat welgekomen verkoeling zorgde op deze warme dag. Je zag enkele mensen twijfelen: “Zou ik mee rennen? Het ziet er anders wel fijn uit.”. Menig persoon dacht hier even op het gemakje te komen genieten van de show van de Hollanders, om uiteindelijk in een wel zeer woelige moshpit te belanden. Want het was daar dat de immense circle pit finaal eindigde. John Coffey bleef de ene kraker na de andere op ons afvuren. Dit was een show die van het ene hoogtepunt naar het andere denderde.
Net zoals SING and hope it’s out of tune, deed ook Steam Waltz de Eagle exploderen. Meer nog, als je het mij vraagt is dit het sterkste nummer dat de band tot op heden heeft uitgebracht. Het heeft gewoon alles wat je van een dijk van een song verwacht. Dat het live voor zo’n uitbundige sfeer zorgde, dat had ik dan weer niet verwacht. Zeker niet als je weet dat dit een vers nummertje is, zo’n drie maanden oud. Je voelde aan alles dat de fans John Coffey hadden gemist. Net zozeer voelde je aan alles dat ook de band dergelijke vertoningen had gemist. Deze pletwals werd ten einde gebracht door één van de publieksfavorieten Heart Of A Traitor, waarmee John Coffey nog snel even een wall of death wilde zien. Net zoals Static Dress eerder op de dag, tikte de klok genadeloos, al deerde dat John Coffey voor geen meter. Het kwam hier voor een feestje te maken en dat deed het. Wat kijk ik uit naar die nieuwe plaat, laat maar komen! (B.W.)
Setlist:
- SING and hope it’s out of tune
- Broke Neck
- Featherless Redheads
- The Sunset
- Dirt & Stones
- Nails On The Blackboard
- Steam Waltz
- Relief
- Oh, Oh, Calamity
- Romans
- Heart Of Traitor
Black flag – Vulture – 16:45 – 17:30
In 2013 kreeg ik voor het eerst de kans om een deel van Black Flag aan het werk te zien. Het is één van die shows waar ik tot op heden spijt van heb dat ik niet ben gaan kijken. Het was toen wel onder de noemer Flag, daar er slechts één bandlid van de originele bezetting present tekende. De rest van de bezetting bestond uit leden die ooit een korte of langere tijd binnen Black Flag dienst hadden gelopen. Ik koos toen echter voor de show van Killswitch Engage, een band die ik later nog verschillende keren aan het werk mocht zien. Eindelijk was het zover, tien jaar later volgde mijn herkansing om één van de grondleggers van de punk-hardcore scène aan het werk te zien. Ditmaal niet onder een andere naam, neen, Jera wist Black Flag op de affiche te zetten.
Alhoewel… . Deze band bestaat uit Greg Ginn, welke het enige lid is dat er sinds het ontstaan bij is. Mike Vallely is ook geen onbekende voor de fans. De man is niet terug te vinden op één van de zeven studio-albums maar is wel, op Ginn na, het langst actief binnen de band. Dit kan alleen maar aantonen wat voor een duiventil deze band is. Bassist Harley Duggan en drummer Charles Wiley zijn er pas sinds vorig jaar bij. Hoe dan ook wilde ik niet weer dezelfde fout maken als tien jaar geleden. Wie er ook het tijdsslot met deze iconische band deelde, ik moest gewoon naar Black Flag gaan kijken.
In eerste instantie stond Sunami gelijktijdig geprogrammeerd. Doordat het blokkenschema van de Buzzard laadtijdig nog werd aangepast, veranderde dit echter. Plotseling stonden met C4, Restraining Order en Pain Of Truth drie bands gelijktijdig geprogrammeerd met Black Flag en de Heideroosjes. Zuur, maar ik koos dus voor de veteranen aan het werk te zien. Zo hard ik heb uitgekeken naar deze show, zo hard viel hij ook tegen. Ik had me verwacht aan een reisje naar de ware hoogdagen van het genre, met de tijdmachine van de band. Althans dat was wat ik gehoopt had, de machine sputterde wat tegen.
Ik kwam terecht op één of andere gouden bruiloft waar een coverband de beste hits van Black Flag aan het spelen was. Dat de band niet honderd procent klonk, nam ik er maar al te graag bij. Kijk de bomma toch eens shinen. En toen realiseerde ik me dat dit helemaal geen gouden bruiloft was, maar Jera On Air en fucking Black Flag on stage… . Van een desillusie gesproken. Er straalde geen beleving van dit viertal, waar was de passie? Het geluk? De voldoening? Ergens achteraan in de coulissen bij een goed gevulde portefeuille denk ik.
Uren lang heb ik met mijn vriendin gediscussieerd of we al dan niet de hele show van Black Flag zouden uitkijken. Mijn vriendin is namelijk een grote fan van de Heideroosjes en wilde geen minuut missen van deze show. Toen ze rond kwart na vijf met haar poezelige oogjes keek of we al naar de Eagle wilde vertrekken, heb ik geen seconde getwijfeld. Dankjewel schat om me uit deze marteling te verlossen. Ik ga nog steeds genieten van de muziek van Black Flag, maar zal toch twee keer nadenken vooraleer ik er live nog eens naar zou gaan kijken. (B.W.)
Heideroosjes – Eagle – 17:30 – 18:30
Heideroosjes en Jera On Air, het is een winnende combinatie, althans de vorige keer dat ik de band uit Horst hier aan het werk zag. Ook deze keer stond de mainstage goed gevuld voor wat de enige festivalshow in Nederland van dit jaar zou zijn. Al een hele dag viel het op hoeveel kinderen op de weide aanwezig waren. Ik had de link met de Heideroosjes nog niet gelegd, maar toen ik de tent binnenwandelde viel mijn spreekwoordelijke drankbonnetje. Het is misschien wat overdreven om te zeggen dat het wel leek alsof al de lagere scholen van het land verzameld hadden voor de stage, maar sjonge wat waren er veel tieners in de tent. Het is duidelijk dat een groot deel van de ouders, welke opgegroeid zijn met de Heideroosjes, hun passie/liefde hebben overgedragen.
Mama’s zien pogoën met dochterlief, een vader die z’n zoon de lucht insteekt om hem wat beter zicht te geven op het podium, om hem vervolgens al crowdsurfend richting Marco en co te laten vertrekken, DAT en nog veel meer is de Heideroosjes anno 2023. Dat het een feestje ging worden, daar kon je vanop aangaan. Maar de Heideroosjes hebben laten zien dat ze, zelfs zonder routine in de benen, garant staan voor een uur lang knallen op het hoogste niveau. Al moet ik wel zeggen dat ik op momenten het gevoel had dat er een boysband on stage stond. De bewegingen, en dan vooral die van Marco Roelofs en Frank Kleuskens, leken soms doordat ze zo synchroon waren wel erg ingestudeerd. En dan had je plots gekke Fred Houben in beeld, en realiseerde je weer dat het hier om een punkband gaat.
Vanaf de eerste noten werd Roelofs goed ondersteund door de toen al kapot geschreeuwde kelen van de Jerabezoekers. Ondanks het verschroeiende begin van de Heideroosjes met Break The Public Peace en Time is Ticking Away, ging het dak er pas echt af tijdens Damclub Hooligan. Het is één van de nummers van de band waar ik niet zo hoog mee oploop, maar live weet het ook mij telkens weer te overtuigen om toch enkele strofes mee te zingen. De Hollanders slagen er wonderwel vaak in, om net met die nummers die ik niet zo geweldig vind, genadeloos toe te slaan. Nog zo’n nummer en tevens topmoment was Lekker Belangrijk.
Een persoonlijk hoogtepunt was er in het midden van de setlist, wanneer de set wat ingedommeld was door een cover van The Ramones zijn The KKK Took My Baby Away. Je voelde aan alles dat het een momentje was om met een stevigere klassieker ten berde brengen. En jawel hoor Nothings Wrong was dat energiebommetje waar iedereen naar verlangde. De pit werd weer wat groter, en de kinderen kropen weer wat dichter bij mama en papa. Tussen de nummers door nam Marco ruim de tijd om wat te babbelen met zijn fans. Dat was ook niet anders na Nothings Wrong, wat achteraf bekeken wat jammer was. De crowd stond stijf van de adrenaline, als je weet dat de volgende track Val Maar Dood was, dan was het misschien leuker geweest als die sfeer wat behouden kon blijven.
Maar die gesprekjes tussen door kenmerkt de band natuurlijk wel. En wanneer je zo’n kenmerken hebt, moet je deze op je oudere dagen niet meer aanpassen. Ondanks dat de muziek verschilt van elkaar, hing hier een hele set lang de sfeer die me deed denken aan die van daarvoor bij John Coffey. De band genoot met volle teugen, iets wat het publiek ook duidelijk deed. De sfeer was een hele tijd zoals we die gewend zijn van de combinatie Heideroosjes en Jera: uitmuntend. Net voor de band zijn anthem Scum United inzette, liet Roelofs weten dat we ook volgend jaar kunnen uitkijken naar enkele shows van de Heideroosjes. De band viert dan zijn vijfendertigste verjaardag, welke gevierd zal worden met enkele optredens. Misschien dat er een spotje op Jera bijhoort, al mag het dan wel met uniekere show worden. Dit was nagenoeg de set van de vorige keer, wat ik altijd wel wat jammer vind. Desalniettemin heb ik weer meer dan genoten van de Heideroosjes. (B.W.)
Unity TX – Buzzard Stage – 18:30 – 19:15
Na het nostalgische tripje van de Heideroosjes werd ons wederom geen rust gegund door de organisatie. Jera On Air staat naast de gevestigde waardes ook bekend om het boeken van jonge, talentvolle bands. Eentje daarvan is het Amerikaanse UnityTX, dat eerder tot de buitenbeentjes op de affiche behoorde. Het publiek staat erom bekend om een open-mind te hebben, en graag te ontdekken. Dat dit kwartet mocht aantreden op de Buzzard deed me vermoeden dat dit wel eens kon uitdraaien op een zwaar feestje. Het tentje stond goed gevuld toen ik arriveerde, en ook de band straalde goesting uit. Ik was duidelijk niet de enige die laadtijdig afzakte, de sound van de Amerikanen overtuigde veel voorbijgangers om toch eens te gaan kijken.
En dat bleek niet meer dan terecht. UnityTX bevestigde datgene wat iedereen voorspelde. Het weet op een ingenieuze manier twee uiterste met elkaar te combineren. Toegegeven, dat is de ene song al wat beter geslaagd dan de andere. Maar echt een wrange smaak had ik nooit, daar de band live als een ware sloopkogel fungeerde voor de pit. Het geheel stond bol van de adrenaline, wat in de pit voor enkele turbulente toestanden zorgde. Op de meest onverwachte momenten besluiten de Amerikanen, doormiddel van een flinke breakdown, om een tempo hoger te schakelen of beter zelf om een ommezwaai van jewelste te maken.
Maar waar de band enerzijds besluit om het geheel potiger te maken, besloot het even vaak om alle energie te elimineren. Waar er in het begin van de set veel nieuwsgierigen waren, waren er tegen het einde van de set ook wel wat afhakers. Zij konden de inventieve mix niet zo smaken of kozen ervoor om een goed spotje te bemachtigen bij Enter Shikari of het Belgische Arson. UnityTX bleef echter een hele set lang knallen met Ruckus als één van de hoogtepunten van de set. Het is een korte track maar eentje die bol staat van de adrenaline, wat duidelijk gesmaakt werd door de enthousiaste menigte. Dat ook World Of Malice in de set ging zitten, hadden de fans wel kunnen voorspellen.
Deze single werd eerder dit jaar uitgebracht en is zonder twijfel één van de stevigste nummers van de Amerikanen. Iets wat zich op Jera vertaalde in een wel zeer woelige pit. UnityTX maakte onlangs bekend dat het later dit jaar een nieuw album zal uitbrengen. Hopelijk komen ze deze snel voorstellen in de Lage Landen, want deze intense cocktail wil ik nog eens meemaken. (B.W.)
Enter Shikari – Eagle – 19:15 – 20:00
Toen ik het blokkenschema onder mijn ogen kreeg, waren het niet enkel de clashes tussen bands waar ik triestig van werd. Ook het uur van de show van Enter Shikari was op zijn zachts uitgedrukt opmerkelijk. De vorige keer dat de Britten op Jera speelde, mochten ze een festivaldag afsluiten. De speeltijd die het toen kreeg bedroeg één uur en een kwartier. Deze keer moesten ze het doen met een spotje op de vroege avond, wat gepaard gaat met een schamele drie kwartier. Ik was benieuwd welke songs ze in deze korte tijd ten berde gingen brengen. Dat het een setlist ging worden waar de nieuwste telg A Kiss For The Whole World centraal ging staan, mocht geen verrassing zijn.
De Eagle stond goed gevuld, en aan de start van de set was een groot deel van aanwezige enthousiast. Pls Set Me On Fire had de eer om deze set op gang te trekken. Dat deed het voortreffelijk, de schwung zat er direct in. Zoals steeds op een festivalshow van de Britten, heb je mensen die raar rond zich kijken en de tent verlaten. Je zou denken dat de naam Enter Shikari wel al genoeg zou zeggen, maar toch zijn er nog steeds mensen die niet weten wat ze brengen. Hyperactieve rock met elementen uit het hardcore, punk en meerdere elektronische genres. Het is één van de weinige bands welke ik sinds mijn puberjaren ben beginnen volgen en waar ik tot op heden nog steeds grote fan van ben. Ook zij zijn gegroeid, en wat ze dezer dagen maken staat ver van die eerste iconische eerste langspeler Take To The Skies. En toch blijven ze me keer op keer omverblazen met hun eigenzinnige cocktail, al moet ik wel toegeven dat deze korte set de minste was.
De Britten schoten nog veelbelovend uit de startblokken, maar het tweeluik A Kiss For The Whole World x en Satelites * *, haalde de vaart en energie uit de set. Toen de band na deze twee minder energieke, nog een nieuw nummer aankondigde, was de reactie daarop bijzonder stil. Waar was de vitaliteit van het publiek naar toe? Het introdeuntje van Bloodshot en de song in zijn totaliteit kon de passie toch weer wat aanwakkeren, al was het van korte duur. Het is zo’n track die continu wat uitbolt, om dan weer een powerinjectie van jewelste te krijgen. Wat dan volgde was de gekende Quickfire Round. Deze gaat al geruime tijd mee, en is dé moment waar de meester zijn kunsten laat zien. Deze keer brachten ze vier nummers in iets meer dan acht minuten. Ook op Jera zorgde het voor de gewenste toename aan zweetuitbarstingen.
Al was ook deze niet honderd procent de bom die we nodig/verwacht hadden. Havoc B katapulteerde ons even naar de zomer van 2009 wanneer het met Common Dreads zijn tweede langspeler uitbracht. De smerige basslijnen zorgde ervoor dat de moshpit nog eens aan terrein kon winnen, eindelijk zaten we (eventjes) op de gekende vibe die de band normaal een hele set uitdraagt. Bull, een singeltje dat eind vorig jaar het levenslicht zag, haalde al de eerder opgebouwde energie genadeloos uit het geheel. Het is een leuke toevoeging in een zaal, wanneer je onder die-hard fans bent, op Jera zorgde het eerder voor verbijstering.
Gelukkig was er daar The Last Garrison om het feestgedruis weer wat aan te wakkeren. Voor het eerst in de set werden de lyrics door zowat iedereen meegeschreeuwd. We zaten weer op het niveau van enkele luttele minuten geleden toen Havoc B de gemoederen probeerde de verhitten. We gingen al het laatste kwartier van de set in, welke onvergetelijk werd ingezet door dé klassieker der klassiekers Sorry, You’re Not A Winner, welke zo als vaak deel uitmaakte van de Quickfire Round. Dat het slechts een deel met gitaren werd gebracht, en de rest door elektronische deunen nam ik, en duidelijk een groot deel van Jera, er maar al te graag bij.
De voorbije jaren was Live Outside de vaste afsluiter geworden, maar daar lijkt nu toch verandering in te komen. De kelen werden nog een goed schor geschreeuwd, tijdens deze ballade. Toch had de band nog een extraatje achter de hand gehouden, The Dreamers Hotel, zorgde ervoor dat de stembanden alsnog voldaan/beschadigd de show konden verlaten. Ik ben er zeker van dat de frontstage heeft gedanst, gezweet maar vooral genoten. Dat is fijn, maar wanneer Enter Shikari op kruissnelheid presteert staat de hele weide in lichterlaaie. Dat was helaas niet het geval, het tweede deel van de set was intenser en kon het geheel nog wat reanimeren. Wanneer je tot één van de beste livebands behoort op deze aardknot, dan zijn de verwachtingen automatisch ontzettend hoog. Wat ze vandaag brachten was eerder gemiddeld. (B.W.)
Carpenter Brut – Vulture – 20:00 – 20:45
Rechtstreeks uit Poitiers, Frankrijk, bracht Carpenter Brut het duistere synthwave-feest naar de Vulture-tent en verenigde metalheads en liefhebbers van de jaren 80-stijl van John Carpenter in een dans van eenheid. Terwijl je naar hen luistert, is het onmogelijk om niet te denken aan Perturbator, en zelfs Nine Inch Nails en de goede oude jaren 90 op te roepen.
Ondanks dat ze sterk vertrouwen op instrumentale muziek en een geprogrammeerde zangstem, zoals die van de geweldige Greg Puciato van The Dillinger Escape Plan in Imaginary Fire, kent Carpenter Brut’s aanstekelijke en krachtige optreden geen grenzen. Het publiek zong en chantte mee met de instrumentale melodieën en dompelde zich onder in de pulserende synthesizers en elektrificerende gitaarwerk.
Producer en toetsenist Franck Hueso navigeerde moeiteloos over het podium en wisselde naadloos tussen zijn console en een boeiende podiumaanwezigheid. Zijn controle over het publiek was duidelijk te zien terwijl hij moeiteloos contact maakte met het publiek. Naast Franck Hueso zijn twee belangrijke pijlers van Carpenter Brut’s geluid en podiumaanwezigheid gitarist Adrien Grousset en drummer Florent Marcadet. Zij zorgen voor het organische anker, de rock- en metalelementen in hun muziek, wat hen onderscheidt van louter dansnummers of niche-geluiden. Franck Hueso weet hoe hij de perfecte combinatie van muzikale en visuele elementen kan behouden om een boeiende en meeslepende show te creëren en het publiek mee te nemen op een suggestieve reis.
Het was een totale viering van donkere/horror synthwave, waarin elementen van nostalgie, energie en aanstekelijke ritmes samensmolten. Ze bewezen dat zelfs met een voornamelijk instrumentaal repertoire en geprogrammeerde vocalen hun liveoptreden een onstuitbare kracht is die de geest ontsteekt. (ML)
Motionless In White – Vulture – 21:30 – 22:15
Motionless In White barstte het podium op en begon hun set met het krachtige openingsnummer Disguise, wat de toon zette voor een metalcore spektakel met een elektrificerende setlist gedomineerd door nummers van hun zeer populaire recente album Scoring The End of The World. Terwijl ze ook fans verwenden met geliefde oudere favorieten zoals Eternally Yours en Reincarnate, is het vermeldenswaardig dat hun festival setlists voornamelijk hun recentere materiaal omarmen, wat de groeiende populariteit van de band in de afgelopen jaren weerspiegelt.
In het midden van hun optreden veranderde de Vulture-tent in een waar Slaughterhouse, waarbij een bombardement van energie het publiek verbluft achterliet.
Voor degenen die bekend zijn met hun live-optredens is hun podiumaanwezigheid niets minder dan een visueel feest. Gotische esthetiek, meeslepend theater en uitgebreide kostuums creëren een meeslepende ervaring. De opvallende verschijning van de bandleden, gekleed in donkere kleding en versierd met ingewikkelde make-up, versterkte verder de sfeer van hun optreden.
Maar het draait niet alleen om het visuele aspect; Motionless In White heeft in de loop der jaren zijn liveperformance tot in de puntjes geperfectioneerd. Hun muzikaliteit combineert naadloos met entertainment en toont een opmerkelijk comfort op het podium. (ML)
Sunami – Buzzard – 21:30 – 22:00
Doordat het blokkenschema last minute nog een update kreeg, kon ik toch gaan genieten van de beatdown-hardcore van Sunami. Normaal stonden zij gelijktijdig geprogrammeerd met Black Flag, wat uitdraaide op een gigantische teleurstelling. De show werd opgenomen door Hate5Six, wat bij de aanwezige in de pit ervoor ging zorgen dat ze net dat tikkeltje meer zouden geven. Dat deze show bij één van de meest intensieve van het weekend ging horen, dat kon zowat elke aanwezige voorspellen én achteraf ook bevestigen. Sunami is nog maar sinds 2019 bezig aan zijn muzikale ontdekkingstocht, maar wist in die tijd al ontzettend veel potten te breken. Volgens Josef Alfonso, frontman van dit bonte gezelschap, ligt de sleutel van het succes bij het feit dat ze zich niet te serieus pakken.
Dat het menens was op Jera On Air kon je al opmerken aan de opkomst. Tot ver buiten de stage stonden nieuwsgierigen opgesteld om deze orkaan aan het werk te zien. Want als de Amerikanen doorheen die weinige actieve jaren iets vergaard hebben, dan is het wel een meer dan uitstekende live-reputatie. Wie dacht even met een pintje in de hand in de moshpit een feestje te bouwen, kwam wel zeer bedrogen uit. Dat was dan weer op te merken rond de derde song van Sunami, wanneer er plotseling een karrevracht aan getroffene naar buiten strompelde. En dat strompelen kan je redelijk letterlijk nemen. De ene zijn kwetsuur was al wat erger dan de andere. Dat ze hier een match op Champions league niveau aan het moshen waren, was niet enkel ons opgevallen.
Waar er violent-dancers zijn, zijn er gekwetste, en zeker als Sunami voor de dansinstructies zorgt. Dat was ook de mensen met fluogele pakjes opgevallen, welke plots een zware shift tegemoet gingen. Aan de uitgang namen twee ploegen post om zij die enige hulp nodig hadden te assisteren of te begeleiden naar het moshpital. Sunami vond het allemaal niet zo erg, en besloot nergens om eens wat gas terug te nemen. Resultaat: een heerlijke show welke tot ver buiten het kleine tentje voor een agressief sfeertje zorgde. Tijdens de afsluiter besloot de band zowat al z’n materiaal in het publiek te dumpen. Althans dat was toch de opzet, na de microfoon en de statieven besloot de security in te grijpen. Wat een mokerslag van jewelste!
Meshuggah – Eagle – 22:15 – 23:00
Zonder veel tijd voor een pauze konden we net op tijd onze vloeistoffen aanvullen met een biertje of twee voor de langverwachte headliner van de avond, het machtige Meshuggah. De anticipatie bereikte zijn hoogtepunt toen het podium in duisternis gehuld werd en vervolgens, een voor een, de bandleden tevoorschijn kwamen. Ze begonnen vol gas aan hun set, met hun kenmerkende ongelooflijk complexe riffs en brachten ons meteen aan het headbangen. Het is duidelijk dat hun muziek meer een luisterervaring is dan een om op en neer te springen.
Nadat de eerste razernij tot bedaren kwam, voegden ze strategisch kleine pauzes in, waarbij het podium tijdelijk in het duister gehuld werd. Tijdens deze intermezzo’s kwamen de bandleden weer samen, veranderde het decor en bouwde de anticipatie op. Wanneer de lichten weer aangingen, was het effect indrukwekkend. Ik moet de verlichtingsontwerper noemen die verantwoordelijk is voor de betoverende lichtshow die een integraal onderdeel is van hun optreden. De intense uitvoeringen van de krachtige nummers Born In Dissonance en The Abysmal Eye zoog ons in een zintuiglijke draaikolk waar we pas aan het einde uit konden komen. Met Frederik Thordendal hebben ze een van de beste gitaristen en we raakten ook betoverd door het legendarische drumtalent van Tomas Haake, ervan overtuigd dat hij niet van deze planeet is. Een verrassend en humoristisch moment kwam van zanger Jens Kidman vanwege een defecte microfoon. Meshuggah heeft zeker een blijvende indruk achtergelaten in de Eagle-tent, waardoor degenen die al waren vertrokken spijt kregen van hun beslissing.
Ze besloten de avond met het krachtige Future Breed Machine, wat het publiek in een laatste razernij bracht.
No Pressure – Buzzard stage – 22:00 – 22:45
Ook No Pressure was een band welke ik onder geen beding wou missen. Door logistieke problemen op de Buzzard stonden zijn vlak na de wervelwind van Sunami geprogrammeerd. In werkelijkheid duurde het een tiental minuutjes vooraleer No Pressure aan zijn set zou starten. Nogmaals een dikke duim voor de organisatie van Jera, want op vele andere festivals had het geen waar geweest. Wanneer een band niet tijdig op een festival geraakt, betekent dat veelal een last-minute annulatie. Op Jera steekt de organisatie de koppen bij elkaar om alsnog een oplossing te vinden. Dat we hierdoor een tiental minuutjes minder konden genieten van No Pressure, moesten we er dan maar bijnemen. Ik had hoge verwachtingen, maar dat deze superband op zo’n niveau zou presteren, dat had ik in de verste verte niet zien aankomen.
De energie die lost barste, was van een hele andere aard dan enkele minuten ervoor. Waar er bij Sunami enkel maar boosaardige mensen de hoofdrol opeiste, waren er nu ook crowdsurfer en dergelijke toestanden. Ook de violent-dancers waren er nog steeds, dat heb je wanneer een band een cocktail van punk en hardcore serveert. No Pressure genoot duidelijk met volle teugen, al was dit het meest op te merken aan het gedrag van Parker Cannon, welke je zou moeten kennen van zijn feeërieke vocal bij The Story So Far. Hij creëert een zeer typerend geluid, al was deze niet altijd even zuiver tijdens de performance op Jera. Kan eigenlijk ook moeilijk anders wanneer er constant drie volwassenen op je kruipen om die ene strofe in de micro te schreeuwen.
Blijf dan toch op je podium staan hoor ik je denken. Voor zowat elke andere frontman was dat de meest “veilige” optie, maar Cannon heeft niet liever dan die connectie met zijn fans. Dat hij na de show wat oefeningen moet doen om zijn nek weer te deblokkeren neemt hij er maar al te graag bij. Wanneer je jezelf zo smijt als frontman, dan ben je als crowd al veel sneller bereid om weer wat harder uit de bol te gaan. Dat en het feit dat het festival duidelijk aan zijn laatste avond was gestart deed de bezoekers over de rooie gaan. Samen met een uitstekende No Pressure zorgde het voor een geweldige vibe.
Een groot hekelpunt van de vorige editie was het feit dat de Buzzard niet opgewassen was tegen het geluid van de grote Eagle. Dat werd dit jaar verholpen door de Buzzard samen te laten spelen met de Vulture. Daar er laadtijdig aan de timetable moest gesleuteld worden, kon de organisatie niet anders dan de shows van No Pressure (Buzzard) en Meshuggah (Eagle) te laten clashen. Het kleine tentje was, net zoals de voorgaande editie, niet opgewassen tegen de sound. Zeker voor zij die buiten de Buzzard stonden, zal het voor wat wrevel hebben gezorgd. En dat waren er een hoop, want er was veel belangstelling voor No Pressure.
Misschien dat ook de main stage wat hinder ondervond van No Pressure, moest dat zo zijn dan zal dat tijdens de cover van Green Day zijn Burnout geweest zijn. Iedereen schreeuwde deze song luidkeels mee, en ook in de pit leverde het enkele huzarenstukjes op. Het leek wel alsof iedereen de strofes van Billy Joel Armstrong in de micro wilde schreeuwen. Desondanks dat een combinatie tussen punk en hardcore me veelal onberoerd laat, wist deze show me wel probleemloos te entertainen. (B.W.)
The Ghost Inside – Vulture – 23:00 – 00:00
De laatste act in de Vulture-tent werd geleid door helden The Ghost Inside, die gelukkig bezig zijn met de wederopstanding na het noodlottige busongeluk in 2015. Leadzanger Jonathan Vigil vertelde over het moment dat hij wakker werd in het ziekenhuis na het verwoestende ongeluk en gaf toe dat hij aanvankelijk twijfels had over het terugkeren naar het podium. Het trauma had zijn vastberadenheid geschud en hem doen twijfelen of touren iets was wat hij wilde blijven doen. Hij uitte echter immense dankbaarheid voor de overweldigende steun en liefde die hij van de fans en metalgemeenschap ontving. Het was hun onwankelbare toewijding die hen uiteindelijk inspireerde om in 2019 na een pauze van 3 jaar triomfantelijk terug te keren.
Ze creëren compleet prachtige chaos live, van voor naar achter, van links naar rechts, en ze begonnen daarmee met de opener Engine 45. Een explosieve wervelwind raast door de tent. Met een hamerende intensiteit en onmiskenbare kwaliteit zien we een band in topvorm. De eerder genoemde wederopstanding werd vergezeld door een nieuw zelfgetiteld album, en nummers als The Outcast en Pressure Point houden zich staande tussen de oudere tracks. De tekst van “Fuck This” zegt eigenlijk alles en behoeft geen verdere uitleg. De immense populariteit van de band kwam ook tot uiting in de eindeloze rij bij de signeersessie. Jonathan herinnert ons aan onze betekenis in de terugkeer van The Ghost Inside, terwijl hij ook de aanwezigheid van Andrew Tkaczyk benadrukt, die op een kruk zit met slechts één been. Een diepe buiging, immense respect en een krachtige getuigenis van kracht. Het daaropvolgende Dear Youth (Day 52) is prachtig, en de hele tent begrijpt het. De emoties zijn zo diepgaand en de Vulture breekt het crowdsurf-record van de dag. De verjongende combinatie van “blegh” en breakdowns neemt toe tijdens Out Of Control en vervolgens Faith Or Forgiveness van de altijd goede oudere plaat Fury And The Fallen Ones (2008). In slechts één uur neemt The Ghost Inside ons mee op een sonische reis door hun hele discografie, waarbij geen album onaangeroerd blijft. Als absoluut hoogtepunt worden we getrakteerd op de afsluiters, Avalanche en Aftermath.
No Turning Back – Buzzard Stage – 00:00 – 01:00
Dit was mijn derde keer Jera On Air. Wat ik van de twee voorgaande edities heb onthouden is dat de show van No Turning Back steevast tot één van de beste van het weekend hoort. De editie voor de wereld op slot ging mocht het de Buzzard afsluiten, vorig jaar speelde het rond de klok van negen. Dit jaar was het helemaal niet de bedoeling dat de mannen uit Brabant de stage onveilig kwamen maken. Normaliter had H2O hier de festiviteiten mogen afsluiten, maar zij cancelde een groot deel van hun Europese tournee. No Turning Back is een graag geziene gast op Jera, en dus een voor de hand liggende keuze om nog maar eens uit te nodigen. Zo’n vijf minuten voor aanvang stond de Buzzard akelig leeg, iets wat de band wel voorzien had. Op de Vulture stond The Ghost Inside nog van jetje te geven, een band waarvan een groot deel van het publiek nog richting No Turning Back zou kunnen trekken.
Klokslag middernacht besloot No Turning Back om aan zijn offensief om bezoekers te lokken te starten, dit doormiddels van een introductietape. Geen horrorgeluidjes of elektronische toestanden als vele andere bands, gewoon een oeroude Hollandse klassieker van Arie Ribbens. Brabantse Nachten Zijn Lang deed wat het moest doen, de meute lokken naar de Buzzard voor de laatste hardcoreshow van deze editie. Wanneer No Turning Back besloot om muzikaal van jetje te geven, zat het spel van minuut één op de wagen. Het podiumpje waar de band op speelde, werd gedeeld door enthousiastelingen welke zich wilde wagen aan een duikje in het publiek. Take Your Guilt had de eer om deze set op gang te trekken, je kan je je al voorstellen wat er gebeurde.
Martijn Van Den Heuvel nam plaats op het strookje dat bedoeld is voor zij die wil stagediven. Net zoals bij Parker Cannon zie je aan alles dat Van Den Heuvel geniet van de connectie met zijn aanhang. Dat er een hoop bewonderaars rond zijn nek hangen om de tekst in zijn microfoon te schreeuwen, deert de man niet. Nog voor de laatste noten van de opener uit de boxen knalde, stond het tentje meer dan gevuld. Je voelde aan alles dat het ook deze keer weer een schot in de roos ging worden. Een intensieve late night work-out, met een band welke er duidelijk zin in had. Dat het hier als vervanger moest opdraven maakte hun dankbaarheid er niet minder op. Waar No Turning Back ook mag spelen, de band zal de organisatie altijd belonen met een dijk van een show.
Net zoals bij Distant een dag eerder, koos ook No Turning Back ervoor om de muziek te laten spreken. Het duurde even vooraleer Van Den Heuvel de tijd nam om zijn aanhang toe te spreken. Na True Love voelde je dat de tent nood had aan wat recuperatietijd, waarna Martijn besloot om iedereen te bedanken om aanwezig te zijn. Ook benadrukte hij het feit dat de show werd gefilmd door Sunny Singh oftewel Hate5six. Opvallend feitje waar de band ons maar al te graag op attendeerde was dat No Turning Back de enige Europese band was welke door de Amerikaan werd opgenomen. Waarna de frontman zijn meute aanmaande om voor een laatste keer alles te geven. Laat ze maar eens zien waarvoor de Europese scène staat! Het was niet dat hiervoor het publiek ondermaats presteerde, zeker niet, maar toen de band besloot om met Do You Care? weer aan te vatten, ontplofte het kleine tentje. Er was amper plaats op het verhoogje voor de stagedivers, en dus ook voor Martijn.
Het werd zo’n boeltje dat de frontman zelfs zijn microfoon verloor in het feestgedruis. Martijn greep nog om zich heen maar tevergeefs, die was de man een tijdje kwijt. Geen probleem moet de frontman gedacht hebben, waarna hij de microfoon van de gitarist inpalmde. Het leverde een uniek beeld op, Martijn met statief. Gelukkig duurde het niet lang vooraleer de crew de verloren microfoon weer in bezit had, en hij weer kon plaatsnemen op zijn favoriete vertrouwde spotje, tussen de kolkende massa. Wie dacht dat toen de set op zijn hoogtepunt zat, heeft No Turning Back nog nooit eerder aan het werk gezien. Never Give Up weet altijd voor een extra duwtje richting totale krankzinnigheid te zorgen. Deze korte snedige track deed wat je er kon verwachten. Het publiek, dat waarschijnlijk ook dacht dat het aan zijn maximum zat qua inspanning, werd echt knettergek. De Buzzard snakte naar adem, No Turning Back had zijn publiek weer maar eens in een wurggreep.
Geen voorgekauwde setlist, dat is iets waar deze band voor bekend staat. No Turning Back heeft ondertussen negen albums waar het uit kan kiezen. Zoals elke band hebben ook zij enkele nummers welke steevast in de set (moeten) zitten, maar het weet telkens weer te verrassen. Dat was ook deze keer niet anders, het werd een wandeling door het uitstekende repertoire. Het wist voor een derde keer voor één van de hoogtepunten, zo niet hét hoogtepunt van het festival te zorgen. Bestaat er een betere band dan deze Hollandse veteranen om Jera On Air af te sluiten? Wat zeg je Floggin Molly? Laat volgende keer deze Brabantse bom aan energie de grote stage maar eens afsluiten, want dat het de Buzzard uit zijn voegen kan laten barsten, dat weten we ondertussen. (B.W.)
Jera On Air U was weer fantastisch. Ondanks een wel zeer valse start, werd het toch weer een weekend genieten van het beste wat onze prachtige scène te bieden heeft. Ondertussen heeft de organisatie laten weten dat het volgend jaar zijn dertigste verjaardag mag vieren en dat we ons aan iets speciaals kunnen verwachten. Krijgen we drie volwaardige festivaldagen of een wel zeer spectaculaire headliner of wie weet wel een combinatie van beide? De toekomst zal het uitwijzen. Wij zullen er alles aan doen om ook volgend jaar weer aanwezig te zijn op deze hoogmis van de punk- en hardcorescène.