door Vanpevenaeyge Carly | aug 27, 2024 | Festival
Half augustus worden de sportterrein van Campus De Lange Munte omgetoverd tot een gevangenis. Want dan neemt traditioneel het metalfestival Alcatraz deze terreinen over. De enige sporten die dan op deze terreinen gebeuren zijn gewichtheffen (in de vorm van verschillende bekers drank), worstelen (moshpits, walls of death,…) en wandelen en/of lopen (naar één van de vier podia). Ook dit jaar had dit festival terug een mooie affiche samengesteld met ruim 40 bands uit ons eigen landje en verder een verscheidenheid aan genres van over de hele wereld. Opkomend geweld en gevestigde waarden. Dit is het verslag van dag 2.
Temptations For The Weak – Swamp
Een band moet groeien en Temptations For The Weak heeft goed opgelet! Opener van de Swamp Stage. Van La Morgue in 2022 naar het op één na grootste podium van Alcatraz, duidelijk een evolutie. En dat heeft TFTW met glans doorstaan. Thrash metal met een pak metalcore-invloeden zonder de melodie uit het oog te verliezen. Voor, naar festivalnormen, dit vroege uur stond de tent toch afgeladen vol. Na de instrumentale intro (iets dat tegenwoordig in de mode is) vloog er al beukend in met Tear It Down, een track die letterlijk stond voor wat nog ging volgen. Bij Saviour sloeg de vlam letterlijk in de pan en kregen we de eerste cirlepit van de dag, waarna de ene moshpit na de andere volgde. Crowdsurfers en een wall of death, werkelijk alles werd door het publiek uit de kast gehaald. Vooral bij afsluiter Mind Insane vlogen er al heel wat metalheads over de aanwezige hoofden. Opdracht met glans doorstaan voor TFTW.
Ankor – Helldorado
Opener van Helldorado Stage was weggelegd voor het internationale gezelschap van het in Spanje residerende Ankor. Met een Britse frontvrouw, die zowel cleane zang perfect beheerst (stel u voor Pommelien Thijs) en screams ook niet uit de weg gaat (probeer u nu Alissa White-Gluz van Arch Enemy voor te stellen). Een Griekse drumster, Britse bassist en Spaanse gitaristen vervolledigen de band die alternatieve metal brengen waardoor dit allemaal licht verteerbaar is en het partygevoel nooit ver weg is. Op een podium dat gehuld was met bloemen kregen we een bepaald hippiegevoel. Op de tonen van Spaanse gitaren betrad Ankor het podium waarbij we direct getrakteerd werden op een grunt van jewelste bij het nummer Darkbeat. En zo wisselde de set af met lief engelengezang en screams/grunts. Na een korte onderbreking verscheen drumster Eleni terug op het podium om een showtje te brengen die doet denken aan de shows van Arejay Hale (Halestorm). Het publiek smulde van deze voor velen toch wel positieve ontdekking, mezelf incluis.
Finntroll – Prison Stage
D.R.I – Helldorado
Arson – La Morgue
U zoekt een definitie van uniek? Arson is het antwoord. Vijfkoppige Gentse band die niet voor een gat te vangen is. Een harde mix van rock-‘n-roll, punk, hardcore en … jawel, southern rock. En dat stralen ze ook uit met hun retro interieur/opstelling. Een oude grammofoon op een retro bar, een kamerbreed tapijt als backdrop en alle bandleden strak in pak. Op de tonen van Pointer Sisters’ Fire, vergezeld van knipperende tafellampen, kregen we een band te zien waar we op dat moment nog niet wisten wat ons nog te wachten stond. Een gebruik bij deze band is dat er een garçon het publiek bedient van shotjes whisky, maar op Alcatraz nodigde de band het publiek op het podium uit om hun shot te komen halen. Stormloop op het podium als gevolg waarna het publiek al crowdsurfend het podium verliet. En niet alleen het publiek maar ook zanger Jeroen liet zich gewillig meevoeren over het publiek. Op een bepaald moment had je maar twee soorten mensen in La Morgue: zij die surften over het volk en zij die de surfers ondersteunden. Een rustpuntje was misschien wel toen gevraagd werd om iedereen neer te zitten en daarna als een explosie recht te veren, waarna het feestje in al zijn hevigheid verder ging. Een wall of death met als centrale gasten de twee gitaristen, een volle tent rondjes laten lopen over de hele breedte van de tent en uiteindelijk het in brand steken van de cimbalen van de drum. WTF, was me dat een feestje.
Pro-Pain – Helldorado
Rituals Of The Dead Hand – La Morgue
Rituals of the Dead Hand ontstond in de 2016 toen Lykaios en Isangrim van post-metalband Hemelbestormer besloten om een reis te maken in de donkerste krochten van de extreme metal. Met Beleth als vaste bassist, dook het trio nog dieper in de onheilspellende duisternis en dat probeerden ze op Alcatraz dan ook te creëren, helaas vereist dit soort muziek een donkere rokerige zaal en dit was een beetje moeilijk in een tent om 16.00 u ’s namiddags. Om het mysterieuze wat op te drijven verschenen er twee gemaskerde monniken op het podium die tevens de vocalen voor hun rekening namen. Ondanks hun dierenschedels in de hand en hun ijzige blik richting publiek, bleef de tent maar weinig gevuld. Ondanks alles bleven de aanwezigen wel trouw ter plaatse. Misschien kan het ook te maken hebben met de sterke bands op ander podia op dat moment. Desalniettemin heeft ROTDH bewezen dat er in België ook plaats is voor bands die andere horizonten opzoeken.
Spiritbox – Prison Stage
Bizkit Park – Helldorado
Stel je voor, een coverband die meer succes heeft dan bands die eigen nummers speelt. Een coverband die een metalgenre dat een beetje in de vergeethoek is geraakt, terug enorm populair maakt. Kan niet denk je? Toch wel, Bizkit Park (what’s in a name). Een paar jaar geleden stond deze band al eens op de Swamp Stage, dit jaar mochten ze dit eens overdoen op de Helldorado Stage. Blijkbaar was half van het Alcatrazpubliek naar dit podium afgezakt want er was dus letterlijk geen doorkomen meer aan. Kan ook niet anders als je zowat alle nu-metalnummers in jouw setlist hebt. Het begon al bij de intro. Op de tonen van Star Wars opkomen geeft al een indruk waarvan je hoge verwachtingen schept. Waarna My Generation van Limp Bizkit de set inzette, gevolgd door Down With The Sickness van Disturbed, gevolgd door…. De ene nu metaltrack na de andere. Gebracht als één langgerekte medley. Vijftig minuten lang hit na hit en het publiek smulde ervan.
Pothamus – La Morgue
Deze Mechelse band doet al tien jaar koppig haar eigen zin Een eigen mix van sludge, tribal en post-rock gebrouwen tot één betoverende trip. Stormachtige riffs en tribaleske percussie reageren op zwevende drones en schurende baslijnen. En alhoewel dit een genre is dat door een kleine groep geapprecieerd wordt binnen de metal kon deze band toch wel een goedgevulde Morgue meenemen in hun verhaal. Geen moshpits en crowdsurfers deze keer, maar een volledige tent waarbij de hoofden simultaan op en neer wiegden. Hoewel er een nieuwe plaat in het vooruitzicht ligt, werd er op Alcatraz nog steeds geput uit het in 2020 uitgekomen album Raya.
Emmure – Helldorado
Red Fang – Helldorado
Tijd voor oerdegelijke stoner metal. Tijd voor Red Fang. Bijna twintig jaar bestaat deze band al en bij de eerste aanblik zie je vooral vier oude knarren, maar vergis u niet. Deze Amerikanen rocken hevig, zeer hevig zelfs. Op Alcatraz vierden ze hun album, Murder The Mountains, uit 2011 en dus 15 jaar oud. De setlist bestond dan ook voornamelijk uit nummers uit datzelfde album, mooi afgewisseld met tracks uit hun 4 anders albums. Blood like Cream en Crows in Swine (Whales and Leeches), Arrows uit het gelijknamige album uit 2021 en Antidote (enkel als single uitgebracht maar steevast in de setlist) zaten mooi verweven in de set. Ook nummers uit het debuutalbum kregen een plaats. Night Destroyer ergens halverwege en het nummer waarmee het allemaal begon voor Red Fang, Prehistric Dog, mocht het feestje afsluiten. Het publiek smulde ervan en bedankte de band met een heuse moshpit. Opdracht volbracht.
Epica – Prison Stage
Truckfighters – La Morgue
Aansluitend in La Morgue ging het stonerfeestje verder met Truckfighters. Al worden deze heren liever geassocieerd met dessert rock. Denk aan bands als Kyuss, Fu Manchu, Queens Of The Stone Age (Josh Homme is grote fan), alleen komen deze gasten niet uit een woestijn maar uit Zweden. Maar dat is niet te merken aan hun muziek of hun enthousiasme. Gitarist Dango had nog geen noot gespeeld maar had wel al gans het podium rondgehuppeld en gesprongen (ondanks het steunverband aan de knie) en is dit blijven doen tot einde van de show. Net als bij hun Amerikaanse collega’s op het andere podium werd er geput uit al hun albums, mooi verdeeld over hun show. En eveneens als Red Fang sloten ze af met het nummer die hun op de kaart zette van op hun debuutalbum, Desert Cruiser.
Heideroosjes – Helldorado
Europe – Prison
Oude rockers als afsluiter van een festivaldag. Het blijft een traditie die wat mij betreft mag doorbroken worden. Altijd dezelfde pensioengerechtigde acts (soms al ver erover) die festivals afsluiten terwijl er zoveel bands zijn die plaats meer dan waardig zijn. Dus… met enige tegenzin zakten we af richting Prison stage, maar wat we zagen oversteeg onze verwachtingen. Europe kende ik alleen van de hits uit mijn jeugd en verder stond ik daar niet bij stil. Maar van de eerste toon viel het op dat deze band geen studioproject is of zo maar deze heren wel degelijk kunnen rocken. Beter nog , frontman Joey is uitstekend bij stem en dartelt over het podium als een jong veulen. Na het openingsnummer, On Broken Wings, begroette hij de weide zelfs in het Nederlands: “goedenavond Alcatraz”. Waarna meteen Rock The Night ingezet werd tot jolijt van het publiek. De nummers zaten soms in een minimale verschillende versie van het origineel maar blijven zeer herkenbaar. Uiteraard heeft deze band ook iets minder hardere tracks zoals Carrie dat luidkeels door het publiek werd meegekweeld. Links en rechts ontstond er ook een dansje. Nog zo’n “trage“ is Open Your Heart dat deels akoestisch werd gespeeld. Bisnummers van dienst waren Cherokee en hoe kan het ook anders The Final Countdown.
Hatebreed – Helldorado
door Bjorn Wielockx | jul 7, 2023 | Festival, Festival report
Wie de eerste kletsnatte dag van Jera On Air had overleefd, kon nog uitkijken naar twee volwaardige festivaldagen. Dat deze twee dagen de zon heel de dag aanwezig was, was voor vele bezoekers een opluchting. De weide die de dag voordien zo geleden had, was door de organisatie aangepakt. Houtschilfers in combinatie met het uitstekende weertje hebben de weide gered. Op die tweede dag Jera stonden weer een hele hoop bands die je echt niet mocht missen. Ook onze agenda was goed gevuld want met Slope, Paledusk, Distant, Ghostkid, End, Attila, Kublai Khan TX, Loathe, Bizkit Park, The Interrupters, Random Hand, Fever 333, Sleep Token, Candy, Papa Roach, De Hardheid, Hatebreed, Fleddy Melculy en Rancid betekende het weer van de ene naar de andere stage hollen. Het was duidelijk dat een groot deel van de festivalgangers zin hadden in die eerste volwaardige festivaldag. Rond kwart voor twaalf kon je met de stroom meewandelen richting inkom van het festival. Aan die inkom had de organisatie voor iedere bezoeker een bonnetje te geef, dit ter compensatie van het leed van de dag eerder.
Slope – Buzzard – 12:00 – 12:30
Wie ervoor koos om vroeg naar de festivalweide af te zakken, kon kiezen tussen een thuismatch van de Hollandse punkband GirlsGirlsGirls of innoverende hardcore van het Duitse Slope. Ik koos ervoor om richting de Buzzard zonder barrière te trekken, daar Slope met Street Heat een waar pareltje onder de schouder heeft. Deze plaat werd uitgebracht in de lente van 2021, en behoort tot mijn persoonlijke favorieten. Het was al een tijdje geleden dat ik het kwintet aan het werk zag. Ze stelden toen zeker niet teleur, maar je voelde dat de band meer in z’n mars had. Op Street Heat laat de band wél horen tot wat het allemaal in staat is. Ik stelde me niet de vraag of dit een stevige ochtend work-out ging worden, maar hoe zwaar die juist ging zijn.
Toen ik de timetable voor het eerst onder ogen kreeg, was het vroege uur waarop Slope moest aantreden iets wat me meteen opviel. Akkoord, de Duitsers hebben nog niet veel op het palmares staan, maar als opener… dat vond ik precies wat overdreven. Het intieme tentje waar Slope zijn kunstje kwam tonen stond goed gevuld en dat nog voor de band opkwam. Wanneer het introductietapeje begon leek het zelfs even te klein te worden. Al vanaf de eerste noot zat het spel op de wagen. Er zijn maar weinig festivals waarbij de opener dit teweeg kan brengen. Jera On Air heeft een geweldig toegewijd publiek, dat werd hier nog maar eens onderstreept. Geen lamentabele shows zoals op veel andere festivals. Hier staat, als het goed gebracht wordt, elke tent in vuur en vlam zélfs zonder pyrotechnische middelen.
Slope bracht met zijn innovatieve hardcore probleemloos de hele tent aan het bewegen. Hoe grijs, grauw en koud het de dag ervoor was, zo hard straalde het zonnetje op de eerste volwaardige festivaldag. Dat de mensen er des te meer zin in hadden, resulteerde in een wel zeer onstuimige Buzzard. Een dagje eerder brachten de Duitsers met Freak Dreams een nieuwe single op de markt, eentje welke absoluut niet mocht ontbreken in de set. Hij zat in het midden verstopt en kon zich probleemloos meten met de andere bommetjes. Ook hier hanteert Slope zijn succesformule vanop Street Heat, eentje waar duidelijk nog geen sleet op zit. Hopelijk mogen we de volgende telg snel verwelkomen.
De set stond bol van de hoogtepunten en kende geen enkel dipje. Purple Me, Trainsurfing en vooral afsluiter 9 to 5 zorgden voor ware huzarenstukjes, en dat als openingsact. Dat beloofde voor de rest van de dag. Het publiek had er duidelijk zin in. Een meer dan winnende combinatie met een uitstekend presterende Slope on stage. Tot een volgende keer mannen! (B.W.)
Paledusk – Eagle – 12:30 – 13:00
Na de pletwals van Slope nam ik even de tijd om wat voedsel te gaan zoeken. Het moest echter van een kraampje komen waar geen wachtenden stonden, want op de grote Eagle was Paledusk al van jetje aan het geven. De Japanners waren, tot ze bij een lading namen van Jera zaten, een nobele onbekende voor me. Ze maken metalcore welke tal van andere genres overhevelt, wat op album een spectaculair geheel oplevert. Ik was benieuwd hoe de cocktail aan genres ging uitdraaien op een festival als Jera On Air. Toen ik de grote tent binnenwandelde en achteraan postvatte, merkte ik meteen op hoe luid het geheel stond.
Oordopjes waren hier, en eigenlijk gedurende het hele festival, wel een vereiste. Al was het maar om je oren te beschermen tegen de chaotisch cocktail die Paledusk hier serveerde. Het leek wel alsof alles gewoon op zijn maximum werd gezet, om vervolgens te knallen. Het zorgde er echter voor dat het geheel schel en monotoon overkwam. Laat Paledusk nu zo’n band zijn die echt moet beschikken over een uitmuntende sound, dit om de gelaagdheid van zijn nummers in de verf te zetten. Het meesterlijke kantje dat de band zo kenmerkt verdween hierdoor als sneeuw voor de zon. Paledusk zelf genoot wel, al voelde het op momenten net wat te georkestreerd aan.
Georkestreerd, zo kan je deze show nog het best bestempelen. Wat meer spontaniteit had het wat kunnen rechttrekken, al bleef het geluid dan wel hetzelfde. I’m Ready To Die For My Friends was met straatlengtes voorsprong het meest vreselijke nummer dat ik op Jera heb moeten aanhoren, en Darker Still van Parkway Drive was er ook bij deze editie. Wat een gedrocht van jewelste was die track van de Japanners. Het moet wel gezegd worden dat de frontrow een hele set lang genoot. Ikzelf besloot dat het met I’m Ready To Die For My Friends wel welletjes was geweest. Genoeg tering herrie op een half uurtje tijd. De breakdown die helemaal achteraan het nummer verstopt zat, trok het geheel eventjes recht, maar werd weer even snel onderuit gehaald. Een show om zeer snel te vergeten dus. (B.W.)
Distant – Buzzard – 13:00 – 13:30
Wat ik in twee jaar Jera heb geleerd is, dat je op dit festival bij shows van bands van eigen bodem moet proberen present te zijn. Tusky, Hang Youth, No Turning Back en Heideroosjes zorgden voor hoogtepunten van voorgaande edities. De Rotterdamse deathcoreband Distant kon wel eens de volgende in dit rijtje worden. Zij stonden geprogrammeerd in de intiemere Buzzard, waar de organisatie het genre wel meerdere keren plaatste. Een dag eerder mocht Chelsea Grin de keet afsluiten, en dat deed het uitstekend. Als Jera zijn elan wil bevestigen, dan zou het nu nog staffer uit de hoek moeten komen. Net zoals bij Slope eerder op de dag, was het tentje te klein en stonden nieuwsgierigen tot ver buiten de tent gepositioneerd om toch maar een glimp van dit vijftal op te vangen.
De publieksopwarmer spoorde iedereen aan om ook in de voorgevormde pit plaats te nemen. Het Jera publiek is goed gehoorzaam en besloot dan ook om een stapje voorwaarts te zetten. Nog voor de eerste noot uit de boxen knalde, maande Distant de aanwezige aan om de pit open te breken. En ja hoor, het spel zat wederom op de wagen. De armen en benen vlogen duchtig in het rond, en dat allemaal nog voor de band goed en wel gestart was. Je wist dat Distant enkel de bal hoefde binnen te tikken. Een intikkertje werd het niet, het werd een wereldgoal van formaat.
Openen deed de band met Paradigm Shift, volle gas planché dus. De Hollanders mogen kiezen wat ze willen, het zal altijd volle neut zijn. Distant staat voor power, rauwheid, agressie, tempo, bommetjes,… . Een hele set lang werden we daarmee verwend, wat voor een wel zeer intensieve pit zorgde. Eigenlijk was het hele tentje aan het bewegen. Vaak kiezen bands ervoor om tussen de nummers door, een babbeltje te slaan met het publiek, om zo hun dankbaarheid te laten zien. Distant liet die interactie voor wat het was en koos ervoor om een hele set lang te knallen. Blijven raggen, met de zweetparels op je voorhoofd, dat is pas dankjewel zeggen.
Het half uurtje passeerde in no-time, waardoor ik maar weinig kon neerkrabbelen in mijn notitieboekje. Na de set stond er, alles kapot, intensiteit, wat een vocal en Heirs Of Torment op mijn papiertje. Die laatste had de eer om deze onvergetelijke set af te sluiten en deed dat met verve. De pit werd een zone waar alleen de sterkste bleken te overleven. De stagedivers en crowdsurfers kwamen echt van overal. Een spektakelstukje! Ondanks het feit dat deze review eerder aan de korte kant is, zorgde Distant toch voor één van de beste shows van het weekend. In het najaar is de band op tournee met Lorna Shore en andere toppers. Toch eens kijken voor een ticketje in de AB in Brussel. (B.W.)
Setlist:
- Paradigm Shift
- Exofilth
- Hellmouth
- Heritage
- Oedipism
- Heirs Of Torment
Ghostkid – Vulture – 13:00 – 13:30
Volgende in de schijnwerpers stond GHØSTKID, helemaal uit Duitsland, met hun vlammende post-hardcore punk. Ondanks de hitte en het vroege begin van de tweede dag van het festival, brachten ze energieke riffs die de eerste mosh pits openden in een volgepakte Vulture-tent. Ze trapten af met het opwindende nummer FØØL, waarin leadzanger Sebastian Biesler zijn aanstekelijke growls liet horen en naadloos rap, screams en cleane vocalen combineerde. Het duurde niet lang voordat het publiek begon te springen en helemaal losging, net als een van de officiële fotografen die de linkertoren van het podium beklom om een foto te maken. Wat deze ervaring echt bijzonder maakte, was echter dat de bassist en gitarist van het podium sprongen en zich onderdompelden in de mosh pit terwijl ze nog steeds op hun snaren speelden. Echt buitengewoon. De set ging verder met meer favorieten van het publiek zoals START A FIGHT, HOLLYWOOD SUICIDE en YØU & I, en werd afgesloten met hun meest populaire nummer, SUPERNØVA. Gedurende hun optreden zijn duidelijk invloeden te horen van iconische acts zoals Bring Me The Horizon en Annisokay, naadloos vermengd met de intense sferen van hyper-pop en industriële muziek. (ML)
End – Eagle – 13:30 – 14:00
Met Chelsea Grin, Slope en Distant werd mijn persoonlijke lijstje met toppers op Jera 23 weer wat langer. Het viel me wel weer op dat ik, net zoals de voorgaande jaren, een voorkeur heb naar de shows in het tentje zonder barrière. Na Distant was het snel even een drankje oppikken en me richting de Eagle begeven. Daar stond met End een band geprogrammeerd welke volgens de internationale pers als één van de meest beloftevolle kan beschouwd worden. Net zoals Paledusk, wat eerder vandaag tegenviel, stond ook End geprogrammeerd in de grote Eagle.
Net zoals bij de Japanners, mistte ik een stukje van de set van End. De Amerikanen zijn een superband met leden die we kennen uit andere projecten als The Dillinger Escape Plan, Counterparts, Shai Hulud en Fit For An Autopsy. Allemaal klinkende namen uit verschillende scènes, dus kon het toch niet anders dan dat dit een heerlijke show zou worden? Voor het festival had ik een playlist met al de bands welke ik echt niet wilde missen, een soort van opwarmertje. Wanneer End hier de revue passeerde was het één van de mindere, maar alleen al voor de antecedenten die de band kan voorleggen wilde ik het voor geen geld van de wereld missen.
Ik was benieuwd hoe dit chaotische allegaartje zou uitdraaien, zeker na de flop van Paledusk. Wat meteen opviel als ik mijn plekje nog aan het zoeken was, was dat het geluid hier veel beter stond dan bij zijn voorganger. Net wanneer Pariah zou gaan exploderen had ik mijn spotje gevonden om van dit pareltje te genieten. Want ik ga er geen doekjes omwinden, dit was een echte topper. Het was jammer dat ik een deeltje van de set had gemist, want ook het einde zou ik aan mij laten voorbijgaan. Attila zijn verjaardagsfeestje zou immers starten wanneer de laatste tonen hier uit de boxen knallen. Maar zover waren we nog niet, eerst kon ik nog enkele nummers meepikken van dit muzikaal hoogstaand geheel.
Wat een daadkracht straalde dit collectief uit! Iets wat zich tussen de palen van de grootste stage vertaalde in een indrukwekkende pit en dat zo vroeg op de dag. Het deelde de ene mokerslag na de andere uit en dit aan een verschroeiend tempo. Qua intensiteit kon deze zich meten aan de uitputtingsslag van Distant. Ook muzikaal behoorde deze tot de betere van het weekend. Hopelijk kondigen ze snel een zaalshow aan, want dat ik deze band wil terugzien staat als een paal boven water. (B.W.)
Attila – Vulture – 14:00 – 14:45
Een show die met stip in onze agenda stond aangeduid was die van de Amerikaanse nu-metal/partycoreband Attila. Zij kwamen de verjaardag van About That Life vieren, een plaat die me terug katapulteert naar mijn studentenjaren. Doorheen de jaren ben ik de band wat uit het oog verloren, daar de sound ook veranderde. Dat het viertal deze voor mij iconische langspeler kwam vieren, leek me een evidentie op een onvergetelijke show. Draaide deze verjaardag even op een sisser van jewelste uit. Al vanaf de eerste seconde viel het op dat Fronz, de frontman van Attila wel heel fel ondersteund werd door het betere tapewerk. Je zou dan denken dat dat opbeurende werk gebeurt bij de intense rapcore stukken, maar dat was, niet zo nadrukkelijk het geval. Fronz staat ervoor bekend om liever lui dan moe te zijn, maar wat het hier op Jera vertoonde tart zowat alle verbeelding.
Dat het voor mij niks werd moge duidelijk zijn, maar het publiek liet het allemaal niet aan zijn of haar hart komen. Er werd stevig gefeest, wat op Jera betekent dat er een onstuimige pit was en dat het publiek dankbaar reageerde. Zelfs wanneer de elektriciteit het begaf, bleef het publiek enthousiast. De tijd tikte genadeloos weg en je wist dat de band keuzes diende te maken… . Voor het festival liet het weten dat het de plaat in zijn totaliteit zou komen spelen, daar was echter geen tijd meer voor. Toen de techniek het toeliet om weer te starten koos het voor About That Life. In geen tijd was de energie weer terug. Ook de pit presteerde weer op zijn gekende niveau. Dat het vervolgens koos om met de nieuwe single Bite Your Tongue af te sluiten blijft onbegrijpelijk.
Wat met Callout, The New Kings en Party With The Devil? Deze werden gewoon achterwegen gelaten om het nieuwste materiaal te promoten. Gelukkig voor Attila was er eerder op de dag I’m Ready To Die For My Friends van Paledusk, anders had het met deze Bite Your Tongue zeker mee kunnen dingen voor vreselijkste song op Jera 2023. Mijn verwachtingen waren zonder twijfel veel te hoog, zeker voor een band als Attila, waar het partygehalte altijd primeert. Als de band me al niet meer kan overtuigen met zo’n plaat dan denk ik dat het beter is om ze vanaf nu over te slaan. (B.W.)
Kublai Khan TX – Eagle – 14:45 – 15:30
Na de pletwalsen van Slope, Distant en End, en de tegenvallende shows van Paledusk en Attila waren de batterijtjes leeg (lees: voetjes, rug en andere) en toe aan wat rust. Dat of eender ander synoniem staat niet in de woordenboek van Jera, want ook nu moest ik me haasten naar de andere stage om weer maar eens een topper van formaat aan het werk te zien. Kublai Khan TX zijn volledige set heb ik niet gehaald. De zon zorgde ervoor dat je genoeg moest hydrateren, en de drankenstand in een tent waar een band aan het spelen was, vond ik vaak iets te druk. De Amerikanen stonden relatief vroeg geprogrammeerd, maar kregen de eer van de organisatie om op de grootste stage te spelen. Toen wij binnenwandelde stond deze goed gevuld en zag je in de verte een woelige pit. Net zoals bij End knaagde het idee dat ik ook van deze show een groot deel had gemist.
Want het kleine stukje dat ik heb mogen aanschouwen was meer dan spectaculair. De band straalde zelfvertrouwen uit en had genoeg energie om Jera nog maar eens knock-out te slagen. Het zorgde ervoor dat wanneer de band een nieuwe song startte, het publiek aan een nieuwe ronde van een boksmatch begon. De grote Eagle heeft de reputatie dat het, zeker voor hardcorebands, op een vroeg uur gelijk staat aan een energieloze show. Na END bewees nu ook Kublai Khan TX dat dat helemaal niet het geval is. Een hele set lang stormde Matt Honeycutt, frontman van Kublai Khan TX van de ene kant naar de andere.
In 2022 brachten de Amerikanen Lowest Form Of Animal op de markt, het eerste werkje na de pandemie. Natuurlijk kregen we hiervan een voorstelling, met Swan Song als waar hoogtepunt. Er was al een hele set lang een woelige pit, maar wat dit veroorzaakte was hemels. Het start met een stukje dat door de fans luidkeels kan worden meegebruld, wat ook gebeurde op Jera. Na zo’n half minuutje vloog de ene na de andere breakdown je om de oren. Die zijn, zoals we gewend zijn van Kublai Khan TX, anders dan bij de hedendaagse hardcore. Ze zijn vaak een tikkeltje trager en worden dan ook nog eens langer uitgerokken. Resultaat: een pit die wel zeer turbulent was.
Wat een heerlijke hardcoreshow! Mijn lijstje met bands die ik in een zaal wil zien blijft maar aandikken. Kublai Khan TX staat wel zeer hoog op dat lijstje, want wat het hier liet zien was fantastisch. De set kende geen dipje, waardoor de pit zich naar hartenlust kon uitleven. (B.W.)
Any Given Day – Buzzard – 15:30 – 16:15
Het concert van Any Given Day was een indrukwekkende vertoning van opzwepende melodische metalcore op het Buzzard-podium, die deed denken aan de stijl van de late Killswitch Engage. Voordat ze begonnen, spoorde zanger Dennis Diehl het publiek vol passie aan om de moshpit te openen en push-ups te doen, waar enthousiaste fans niet aarzelden om aan mee te doen. Vervolgens namen ze ons mee op een reis door het verleden en trakteerden de fans op een nummer van hun oudste album, Never Say Die. De band speelde speels een versie van Seven Nation Army voordat ze losbarstten in Apocalypse, wat resulteerde in een van de grootste circle pits binnen de tent. Direct na het klassieke meezingnummer Diamonds leidde Diehl’s waanzinnige energie ertoe dat hij crowd surfte en zong te midden van het publiek, en sloot de show af met een ongelooflijke climax. (ML)
Loathe – Buzzard – 17:00 – 17:45
Loathe bestormde het Buzzard-podium en liet de zenuwslopende breakdowns, dodelijke grooves en nevelige pitch-shifts van Aggressive Evolution los. Ondanks dat we als sardientjes in de kleinste tent stonden, wisten we ons naar voren bij het zijpodium te wurmen en voegden we ons bij de razende pit. Het werd al snel duidelijk dat hun imposante aanwezigheid een groter podium verdiende, zoals de Eagle- of Vulture-tenten. Bassist Feisal El-Khazragi hanteerde moeiteloos meerdere instrumenten terwijl hij zijn gutturale vocalen aan de mix toevoegde. Halverwege de set ging het vlammende ‘eavy Is The Head That Falls With The Weight Of A Thousand Thoughts los met een woeste combinatie van krachtige blast beats, intense tremolo riffs en zwaar vervormde, galmende screams van de charismatische Kadeem France. Het emotionele hoogtepunt werd bereikt met het hartverscheurende Two-Way Mirror, een nummer dat alle harten in de betoverde menigte tegelijkertijd raakte. Loathes muzikale bereik doorkruiste het hele spectrum, waarbij ze moeiteloos overgingen van momenten van mosh-opwekkende woede naar introspectieve passages vol met de beklijvende essentie die doet denken aan de legendarische Deftones. Hun kenmerkende hoekige gitaren, aanstekelijke springerige gedeeltes van gestoorde, verdraaide en progressieve nu-metalcore slappers creëren een boeiende en krachtige muzikale ervaring van begin tot eind. Terwijl de laatste noten nog nagalmden in de lucht, liet Loathe het beest los met “I Let It And It Took Everything…”, waardoor we meer wilden. (ML)
Bizkit Park – Hawk – 17:15 – 18:00
Ik kan heel kort zijn in de recensie van het optreden van Bizkit Park op Jera On Air. Dit was een van de gekste feestjes die ik ooit heb gezien. Voordat de eerste noten klonken, was de Hawktent al tot de nok toe gevuld en stonden mensen in de brandende zon te proberen een glimp van het podium op te vangen. Toen de eerste noot klonk, barstte de tent direct uit in een waanzin van lichamen; mensen klommen het podium op en gooiden zichzelf terug in de menigte, sommige opblaasbare zwembandjes werden meegedragen door het publiek, mensen sprongen vanaf het balkon. Deze waanzin duurde de volle 45 minuten dat Bizkit Park speelde en het publiek verlangde naar meer, dus ze moeten naar hun tienjarig jubileumshow in AB Brussel op 10 maart. (YV)
The Interrupters – Eagle – 17:45 – 18:30
Met het zonnetje dat al een hele dag goed zijn werk deed, was de dansbare SKA/punk van The Interrupters een wel zeer welgekomen optie. Even geen stomende breakdowns, maar heerlijke sing-alongs en skanken maar. Dat ook Jera On air zin had om zijn beste dansmoves te showen, kon je opmerken aan de opkomst. De Eagle stond aangenaam gevuld en rond kwart voor zes was iedereen er klaar voor. Essentieel voor een optreden is de band, en die liet op zich wachten. Zo’n vijf minuten en retard begonnen de Amerikanen aan hun feestje. Als je weet dat het dat deed met Take Back The Power vanop de debuutplaat, dan kan je je voorstellen wat er gebeurde.
Inderdaad, de Eagle barstte zowat uit zijn voegen. Waar je ook keek, iedereen had een glimlach op het aangezicht en de meeste onder hen konden gewoonweg niet blijven stilstaan. Ook Aimee Allen, de frontvrouw die de drie gebroeders Bivona in bedwang moet houden, had er duidelijk zin in. Ze dartelde over de stage en dit zonder aan kwaliteit qua zang in te boeten. Straf, want de dame deed dit drie kwartier lang. Langer dus als de gemiddelde bezoeker, want toen de band in het midden van hun set besloot om twee nummers te spelen van de nieuwste telg In The Wild, werden de dansbenen eventjes wat rust gegund.
De sfeer tijdens In The Mirror was nog meer dan goed, al viel het wel op dat het uitbundige wat weg was. Wanneer The Interrupters besloten om daarna ook nog eens Raised By Wolves te spelen, zakte de sfeer even onder nul. Van SKA was er dan even geen spraken meer. Plotseling veranderde een wel zeer talentvolle band naar een doorsnee rockbandje. Het moet wel gezegd worden, dat het geluk nog altijd van het kwartet afspatte. Het is zo’n band die altijd, waar ze ook worden uitgenodigd, zeer dankbaar is. Dat was ook op Jera, niet anders, al voelde het toch hier en daar wat te fel vooraf uitgeschreven. Dit was niet mijn eerste show van de band, en in het verleden was één van de kenmerken hun spontaniteit. Dat ontbrak echter wel.
Jera On Air was ingedommeld na het wel zeer commerciële Raised By Wolves. Je voelde aan alles dat er hier een bommetje nodig was om het geheel weer wat power te geven. Zo’n song die vanaf de eerste noot iedereen weer aan het bewegen krijgt. Zowat al de songs vanop de eerste drie platen dus. She Got Arrested was een meer dan uitstekende keuze, en zorgde ervoor dat iedereen weer begon te bewegen. Family, één van de publiekslievelingen, zat achteraan de set verstopt. Even leek het alsof hier een afsluiter aan het spelen was. De grootste stage stond goed gevuld en de lyrics van deze oertrack werden luidkeels meegezongen. Wanneer de track aan het uitbollen was, dacht ik dat de set erop zat, daar de band vijf minuutjes te laat was gestart.
Maar nee hoor, She’s Kerosene had de eer om deze feestelijke set af te sluiten. En dat deed het, mede door de eerder opgebouwde energie tijdens Family, uitstekend. Iedereen die hier present tekende, kon goed gemutst de avond aanvatten. Jammer dat er een dipje in de set zat, maar desalniettemin zorgde het hier toch voor een heerlijke show. (B.W.)
Random Hand – Buzzard Stage – 18:30 – 19:15
Met Random Hand stond er vlak na The Interrupters nog meer SKA op de agenda. Die keuze begrepen we niet goed, daar het genre toch minder present is op het festival. In tegenstelling tot zijn grote broer maakt Random Hand geen combinatie tussen Punk en SKA. De Britten slagen erin om twee uitersten bij elkaar te brengen. SKA en hardcore, iets wat voor velen onverenigbaar is, om precies te zijn. Ze stonden geprogrammeerd in de intiemere Buzzard. De shows die ik er vooraf bekeek puilde het tentje steevast uit. Dit was echter niet het geval, vreemd toch, zeker met in het achterhoofd het feit dat The Interrupters net voor een volle Eagle speelde. De ruimte die er eens was in het tentje, werd dankbaar ingenomen door skankers en violent-dancers.
De opkomst was misschien niet zoals we gewoon zijn van het tentje, maar de intensiteit was dat wel. Wanneer Random Hand de stage opkroop, begon iedereen weer zijn beste dansmoves boven te halen. De breakdowns die zo nu en dan in het geheel versmolten zitten, zorgde ervoor dat ook de hardcoreboys zich moeide in het gewoel. Zij pasten zich echter aan aan het “dronkenmanssfeertje” dat er toch een hele set in de lucht hing. Wat duwen en wat trekken in de pit, een karrevracht aan stagedivers en crowdsurfers tekende ook present. Om maar aan te geven dat zij die present tekenden het allemaal naar hun zin hadden. Alhoewel… .
Persoonlijk bleef ik hier en daar wat op mijn honger zitten, en dat blijf ik tot op de dag van vandaag vreemd vinden. Misschien was het de “overload” aan SKA, wat ik ten zeerste in twijfel trek. Datgene wat Random Hand hier serveerde was van een totaal andere categorie dan The Interrupters. De nummers welke ik kende, voelde wel beter aan dan de eerder onbekende. Play Some SKA dat al vroeg in de set verstopt zat én waarvan ik de breakdowns en dergelijke wist zitten, voelde een pak beter aan. Het zorgde voor nog wat meer energie in de Buzzard. Nogmaals, al die wrevel die ik voelde tijdens deze show, dat was eerder een persoonlijk probleem.
Want zowel band als publiek genoten duidelijk met volle teugen. Na een half uurtje besloot ik dat het welletjes was geweest en koos ik ervoor om eens richting merchtent te trekken. Wat ik zeker weet is dat, wanneer onze wegen nog eens kruisen, ik de band zeker nog eens aan het werk wil zien. Misschien dat ik me dan wat beter moet voorbereiden en dat het dan des te beter gaat aanvoelen. (B.W.)
- Tales Of Intervention
- Pack It Up
- Play Some SKA
- Bones
- Lifejackets
- Anthropology
- The Cycle
- Not A Number
- After The Alarm
- Scum Triumphant
- Anger Management
FEVER 333 – Eagle – 19:15 – 20:00
Op het Eagle-podium kwam vervolgens de revolutionaire FEVER 333, bekend om zijn elektrificerende optredens en krachtige sociaal-politieke boodschappen, en ze maakten hun reputatie meer dan waar. Leadzanger Jason Aalon Butler straalde energie uit en domineerde het podium samen met een nieuwe bandopstelling die perfect aansloot bij zijn creatieve visie. Ze brachten zeker een hernieuwd gevoel van passie, vergezeld van een visueel verbluffend op maat gemaakt podium. Butlers dynamische vocalen verweven zich naadloos met de aanstekelijke mix van punkrock, hiphop en hardcore van de band, waardoor er een atmosfeer ontstond die doordrenkt was van pure adrenaline.
Bekend om hun krachtige sociaal-politieke boodschappen, brachten ze een indringende boodschap over de worstelingen waarmee immigranten te maken hebben, waarbij ze het publiek eraan herinnerden dat ze allemaal One of Us waren. Vervolgens verrasten ze ons met een opwindende cover van Blur’s Song 2, waarin ze hun eigen unieke stijl inbrachten. Bassiste April Kae voegde extra groove en verleidelijkheid toe aan het optreden, waarmee ze het publiek betoverde.
Het explosieve anthem Prey for me resoneerde met het publiek en zorgde voor nog meer wilde moshpits en crowdsurfing. De energie op het podium was overweldigend, met bandleden die zich op de grond gooiden en onvermoeibaar sprongen. Het was een waar spektakel van waanzin. In een spontaan moment klom Butler op een van de imposante barstructuren aan de voorkant en sprong met een salto in het verbijsterde publiek, terwijl hij bleef zingen en schreeuwen. Terwijl het optreden zijn hoogtepunt bereikte, sloot FEVER 333 af met het krachtige Hunting Season, wat een onuitwisbare indruk achterliet op iedereen. De combinatie van hun elektrificerende optreden, krachtige boodschap en onverschrokken podiumacties maakte het een onvergetelijke ervaring. (ML)
Sleep Token – Vulture – 20:00 – 20:45
We begaven ons meteen naar het Vulture-podium om eens te meer getuige te zijn van de meteorische opkomst van een van de meest succesvolle bands van de afgelopen jaren: Sleep Token. Gehuld in mysterie blijven ze het publiek betoveren met hun raadselachtige aanwezigheid en hun unieke mix van atmosferische rock, pop en metal. Hun optreden deze keer was ronduit betoverend, terwijl ze ons meenamen op een transcendent muzikaal avontuur en etherische melodieën en zware riffs verweefden met een sfeer van intrige. De krachtige vocalen van Vessel en de spookachtige instrumentals creëerden een buitenaardse sfeer die het publiek zoals altijd verbijsterd achterliet. De snelle opkomst van de band werd duidelijk in de enorme vraag naar hun merchandise, aangezien de merchandise-stand tijdelijk moest sluiten om bij te vullen!
Ondanks de verzengende hitte in hun gewaden leverde Sleep Token een onberispelijke podiumproductie af, waarbij geen detail over het hoofd werd gezien. De breakdown van Hypnosis van het geliefde album This Place Will Become Your Tomb (2021) raakte ons dit keer harder en we konden het niet laten om mee te doen in de moshpit en ’te aanbidden’. In een van de laatste nummers betoverde Vessel ons door tegelijkertijd te zingen en keyboard te spelen.
Het grootschalige slotstuk kwam met het triomfantelijke Higher, dat een onuitwisbare indruk op ons allemaal achterliet. Het was indrukwekkend om hun onwrikbare toewijding aan hun kunst te aanschouwen, zelfs onder uitdagende omstandigheden. (ML)
Candy – Buzzard – 21:30 – 22:15
Wanneer je je programma uitstippelt voor het festival zijn er altijd wel bands bij waarvan je niet goed weet wat te verwachten. Candy was voor mij zo’n naam. De ene keer was ik ondersteboven van de indrukwekkende sound, de andere keer was de skipbutton sneller ingedrukt dan dat de tweede noot uit mijn muziekspeler knalde. Dat ik niet de enige nieuwsgierige was, werd duidelijk aan de opkomst. Rond half tien stond het kleine tentje goed gevuld. Wanneer Candy op het podium stond, veranderden al die vredelievende mensen van daarnet in een stelletje wilden.
Eerder op de dag deed End het al eens voor. Chaos zo brengen dat het toch gestructureerd voelt. Er zit geen logica in de ontplooiing van de muziek van Candy. Het is de ene tempo-versnelling/vertraging na de andere, iets wat in de pit voor extreme taferelen zorgde. Zij die de muziek wel meester waren, wisten wanneer de orkaan zou toeslaan. Meer nog, vaak waren het de orkanen zelf! Ikzelf stond net buiten het tentje, waar ik goed zicht had op de pit. Dus ook op de mensen die naar buiten kwamen gestrompeld. Voor één man was strompelen echter geen optie meer. Een man die als een bezetene rond zich sloeg maakte de baan vrij voor twee andere, welke de gewonde naar buiten droegen. Eenmaal buiten, en in de goede handen van de organisatie/EHBO, kwam de man weer bij.
Candy liet het allemaal niet aan zijn hart komen en bleef maar knallen. Wie een dipje had en schrik had om vroegtijdig af te haken, moest hier present tekenen. De adrenaline die van dit geheel spatte was ongezien. Zonder twijfel leverde de Amerikanen hier één van de meest intense shows van het weekend af. Zelf gaven de mannen ook alles. Heel de band leefde zich uit en genoot duidelijk van de wel zeer woelige pit. Een half uur na de start besloot Candy dat het wel welletjes was geweest. Met nog een kwartier op de teller gingen de mannen de backstage in, waarvan ze niet meer terugkeerde. Doodzonde, want in dat kwartier had de band nog harder kunnen toeslaan. Maar misschien is het maar beter dat ze vroegtijdig stopte, deze wedstrijd had al genoeg slachtoffers gemaakt. Weer een naam op mijn lijstje erbij voor de niet te missen zaalshows. (B.W.)
Papa Roach – Eagle – 22:15 – 23:15
De voorlaatste act was een epische headliner set van de onvergelijkbare Papa Roach. Hun tijdloze hits zoals Last Resort (recentelijk gecoverd door Falling in Reverse), Between Angels and Insects en Blood Brothers (die herinneringen oproepen aan de goede oude dagen van het Tony Hawk’s Skater Pro game) resoneerden bij fans van alle leeftijden, wat zorgde voor een overvolle en enthousiaste menigte in de Eagle-tent. Papa Roach verspilde geen tijd en zette de toon met de explosieve opener Kill The Noise, begeleid door een vuurwerkshow.
Gedurende de avond brachten ze een spervuur van energieke, meeslepende nummers, waardoor golven van nostalgie ontstonden bij trouwe fans en nieuwe fans werden betoverd door hun onmiskenbare podiumaanwezigheid. In het midden van de set verrasten ze ons met een krachtige cover van Firestarter van de legendarische Prodigy. Alsof dat nog niet genoeg was, kwamen de leden van Hollywood Undead het podium op om het aanstekelijke Swerve te vertolken.
Naarmate het optreden zijn climax naderde, was het tijd voor het pronkstuk van hun discografie en waarschijnlijk een van de meest populaire moderne rock/metalnummers aller tijden: Last Resort. Dit tijdloze anthem vertegenwoordigt de blijvende erfenis van Papa Roach en overstijgt generaties, waardoor het een hoeksteen van hun carrière is geworden. Frontman Jacoby Shaddix beheerste het podium met een onweerstaanbare magnetisme en stortte zijn hart en ziel in elke tekst. FEVER 333-frontman Jason Aalon Butler maakte een memorabele verschijning en deelde de microfoon tijdens dit epische slot. (ML)
De Hardheid – Hawk Stage – 22:15 – 23:15
Wie van een show in de kleinste stage van het festival voor de volle honderd procent wou genieten, moest vroegtijdig afzakken. De dag voordien belandde ik er voor een stukje van Nøfx, om even wat anders te hebben dan Parkway Drive. Echter een spotje binnen was geen optie, en het geluid buiten was door de intimiteit van de stage, op z’n zachtst uitgedrukt niet optimaal. Toen de Amerikanen van Candy een kwartier voor tijd besloten om er de brui aan te geven, dacht ik wel genoeg tijd te hebben om rustig de oversteek te maken. Als Belg heb ik duidelijk de aanhang van de Hollandse SKA band onderschat. Wie dacht dat het tentje de dag eerder zijn maximum capaciteit had bereikt, was verkeerd. Voor De Hardheid waren de meeste mensen bereid om toch nog wat te wringen om er alsnog bij te horen. Ik koos net zoals de vele andere voor een spotje buiten.
De sfeer was ook daar uitstekend, tot ver buiten de tent stonden mensen in groepjes te dansen en te pilsen. Bier en dansen, dat zijn de perfecte ingrediënten voor een show van De Hardheid. Al viel het ook wel op dat er tijdens deze show ook hier en daar van een pretsigaret genoten werd. Een grotere stage had hier echt wel op zijn plaats geweest. Deze iconische SKA band hield een kortstondige reünie, een spotje op Jera On Air kon dus niet ontbreken. Dat het laat op de avond was, dat is normaal voor een band met zoveel jaren ervaring op de teller. Maar dat het zijn kunstje op de kleinste stage moest tonen, dat was toch jammer. Er waren meer dan gegadigden genoeg die deze reünie voor geen geld van de wereld wilde missen.
Met negen man stonden ze op het kleine podiumpje, er was nauwelijks ruimte om te bewegen, maar dat deed de band toch! Samen met het publiek maakte ze er een ongezien feestje van. Dit festival staat gekend voor zijn energie, maar wat De Hardheid hier teweeg bracht, was toch van een ander niveau. Er waren maar weinig bands welke zijn publiek zo in zijn macht had als de De Hardheid. Een kolkende Hawk bestaande uit skankers, two-steppers en punkrockers verenigde zich tot een kolkende pit. Qua feestgehalte was dit zonder twijfel één van de beste van het weekend.
De setlist die de Hollanders zijn publiek voorschotelde, was een aaneenrijging van hits. Tot enkele maanden terug kende ik de band enkel van naam, maar doordat ze door Jera werden aangekondigd, kwam ik in aanraking met hun wonderlijke muziek. Toen ik tussen het publiek stond merkte ik dat de Hollanders deze hitmachine wel naar waarde schatten. Zowat alles werd luidkeels meegeschreeuwd en een hele set lang wist de band zijn publiek tot het uiterste te drijven. Tijdens ’t vrouwtje besloten een hoop dames om zich te wagen aan een sprongetje in het publiek of om al crowdsurfend naar voor te gaan. De leuke taferelen volgde elkaar in een sneltempo op.
Kutmuziek was één van de weinige nummers welke ik, in een ver verleden, al eens had beluisterd. Even moest het geskank plaatsmaken voor het betere duw en trekwerk. Geen agressieve pit, alles bleef beschaafd zoals dat gaat tijdens een SKA-optreden. Iedereen moet er een goed gevoel aan overhouden, de cohesie maakte het alleen maar spectaculairder. Uitgelaten maar met respect voor een ander, dat is de sfeer tijdens De Hardheid. Er was zelfs een man in een rolstoel welke zich waagde aan het betere crowdsurfwerk. Je zag de man maar ook de mensen onder hem duidelijk genieten. Een episch momentje op Jera.
Iets voor elf besloot ik om me richting Vulture te begeven waar Hatebreed bijna ging starten. Het was met pijn in het hart, want dit was echt een geweldige ervaring. Hopelijk hebben de Hollanders de smaak weer te pakken, en komen er nog enkele extra data. Ook tijdens het schrijven van deze review werd ik nog bedwelmd door die warme gloed. Dankjewel De Hardheid voor deze onvergetelijke herinnering. (B.W.)
Hatebreed – Vulture Stage – 23:00 – 00:00
En voor je het goed en wel besefte waren we al aan de afsluiters van de avond beland. De Amerikaanse hardcore-/metalcoregigant Hatebreed had de eer om de Vulture af te sluiten. Zo’n vijf minuten voor aanvang van de show was de opkomst aan de magere kant. Je kon probleemloos de eerste rij bereiken, iets wat in het verleden anders was. Het eerste kwartier van de setlist stond gelijk geprogrammeerd met het einde van de set van Papa Roach, waar de tent wel uitpuilde. Klokslag elf uur begon Hatebreed aan zijn set, al was het duidelijk dat Jamey Jasta schrok van de magere opkomst.
Openen deed het collectief met Live For This. Jasta zijn geschreeuw ging door merg en been en ik denk zelfs door de wanden van de Eagle want plotseling begon het volk toe te stromen. Mensen vlogen naar voor, iets wat de volgende tien minuten bleef aanhouden. Wie de fans van Hatebreed kent weet dat ze dat op hun manier doen. Het zorgde ervoor dat zowat heel de tent veranderde in een kolkende massa, en terecht! Al duurde het wel even voor Hatebreed op kruissnelheid presteerde.
Dit was mede te wijten aan een twijfelende geluidstechnicus. Tijdens de derde track Tear It Down werd er nog wat gesleuteld aan het geluid, wat het zeker niet slechter maakte. De basslijnen kwamen beter tot zijn recht en ook de drum kwam wat ruwer over. Jasta zelf lag ook hier en daar wat in de knoop met zichzelf, iets wat we niet gewoon zijn van de man. Dit jaar viert de band de twintigste verjaardag van Rise Of Brutality, wat ervoor zorgde dat er meer nummers van deze plaat gespeeld werden. Het leek wel alsof Jasta zijn stem had getraind voor deze oudere krakers, want die verliepen vlekkeloos.
De setlist bestond uit veertien nummers, elf nummers hiervan staan op één van de eerste vier langspelers van Hatebreed. Het werd dus echt een trip down memory lane, met alleen maar klassiekers, een setlist waar een fan dus alleen maar kan van dromen. Before Dishonor, één van de nummers vanop de debuutplaat, wist in combinatie met wederom een uitstekende crowd, het meest mijn aandacht te trekken. Het leek wel alsof iedereen in de Vulture zijn of haar frustraties van zich wilde dansen. Ook Hatebreed zag dat de crowd uitzinnig was en bleef maar pompen. In de pit was het knallen of er bij neervallen.
Zoals we Hatebreed kennen spatte de dankbaarheid van het collectief. Tussen het gebabbel door liet Jasta weten dat het volgend jaar dertig jaar Hatebreed mag vieren met een nieuwe langspeler en bijhorende tour. Zien we Hatebreed volgend jaar weer in ysselsteyn? Na een set als vandaag hebben we niet liever. Want ook deze keer zorgde ze voor een bom aan energie. (B.W.)
Rancid – Eagle – 00:00 – 01:00
&
Fleddy Melculy – Hawk – 00:00 – 01:00
Wanneer je naar een festival gaat, weet je dat je keuzes zal moeten maken. Soms zijn die hartverscheurend, de andere dan weer voor de hand liggend. Eentje waarover ik maar bleef peinzen, was de clash tussen de Amerikaanse punkgigant Rancid en de iets minder gigantische maar minstens zo spectaculaire Fleddy Melculy. Voor een groot deel onder de festivalbezoekers was de keuze snel gemaakt, Rancid. Maar het feit dat onze Belgische trots de kleine Hawk mocht afsluiten, dat sprak mij ook wel aan. Omdat het me een dagje eerder zo was bevallen, besloot ik ook deze headliners met elkaar te mixen. Ik koos ervoor om na Hatebreed in lichte looppas richting de Eagle te trekken, waar ik net op tijd binnen stormde. In het begin van deze maand bracht Rancid met Tomorrow Never Comes de tiende studioplaat op de markt. Voor het festival bekeek ik de set van de Amerikanen om te weten wanneer de titeltrack van deze plaat de revue zou passeren.
Want dat is zo’n bom aan energie, die wilde ik echt niet missen. Ook de Amerikanen beseffen dat het een pareltje is en besloten er deze tournee de set mee te openen. Ik was dus blij als ik zag dat het spektakel op Jera On Air nog moest starten. Een paar seconde duurde het vooraleer Rancid besloot om doormiddel van Tomorrow Never Comes deze heerlijke punkshow te openen. Tim Armstrong en Matt Freeman dartelde over de stage en ook Brandon Steineckert ramde als een bezetene op z’n drums. Lars Frederiksen was dan weer enthousiast op zijn manier. Rancid had er duidelijk zin in en speelde vanaf de eerste minuut retestrak.
Ik stond zo te genieten, dat het me pas tijdens Radio, de derde song van deze indrukwekkende set opviel dat de Eagle helemaal niet vol stond. Rancid is dan misschien geen commerciële naam als The Offspring of Rise Against, maar ik dacht dat muziekminded Jera deze act wel meer naar waarde zou schatten. Wat ik wel vanaf mijn spotje kon vaststellen is dat de Hawk voor Fleddy Melculy veel te klein was. Het kriebelde om ook daar eens te gaan kijken, maar de Amerikanen speelden zo strak, dat het toch nog even duurde vooraleer ik me aan de oversteek waagde. Ze bleven de ene na de andere klassieker afvuren en zette de mainstage onder hoogspanning. We waren zo’n twintig minuten ver in de set toen het besloot om met East Bay Night een eerder onbekende track te spelen. Het was voor mij het moment om eens richting Hawk te trekken.
Zoals ik al van ver kon zien was het tentje daar veel te klein. Net zoals bij De Hardheid eerder op de avond, stonden de nieuwsgierigen tot ver buiten de tent. Als ik aankwam kon ik alleen maar constateren dat dat niet meer dan terecht was. Fleddy Melculy staat sinds zijn geboortedag garant voor een feestje. Daar Rancid een pak beter presteerde dan de vorige keer dat ik de Amerikanen aan het werk zag, op Groezrock 2016 om precies te zijn, nam ik me voor om me slechts tot drie nummers van Fleddy Melculy te beperken. Ik werd verwend met Freddie, Stop en Niks, een drieluik waar ik vooraf voor had getekend. Op de vorige editie mochten de Belgen de Eagle openen na de late cancel van Loathe, en dat deden ze meer dan behoorlijk. Ze zorgden ervoor dat de grootste stage van het festival aardig gevuld was. Dat ze nu plotseling in de kleinste stage moesten aantreden, blijft op zijn minst opmerkelijk.
Fleddy Melculy en zijn leger des heils zullen er niet slechter door geslapen hebben. Het is natuurlijk een eer om je set om middernacht te mogen starten op Jera, er zijn er maar weinige die dat kunnen zeggen. Dat het een optreden ging worden zeer dicht bij de fans, ook dat schrikt Fleddy Melculy niet af. Sterker nog, ze doen niet liever. Het is een band die graag connecteert met zijn publiek, en dat altijd op een magistrale wijze doet. Dat was ook nu niet anders, iets wat op Jera dan altijd zal uitdraaien op een feestje. Ook deze band was op geen foutje te betrappen, Fleddy Melculy en Rancid, twee groepen die het niveau van de top probleemloos halen.
Niks is één van mijn favoriete nummers van deze formatie, het was fijn om de mini-set hier mee af te kunnen sluiten. Althans dat was wat ik dacht, hoe groot de lokroep ook was van de Amerikaanse punkers, een potje Ik Ben Kwaad kon ik toch niet afwimpelen? Het was niet volgens de planning, maar toch bleef ik nog even hangen om ook deze ware krachtpatser nog mee te maken. De Hawk ontplofte, crowdsurfers kwamen van overal en ook de moshpit werd duidelijk woeliger. De volgende keer mag Fleddy Melculy gerust weer op een groter podium, daar hebben ze wel de aanhang voor. Het was met een wel zeer wrang gevoel dat ik richting Rancid trok, al was het maar uit medeleven voor deze punkgigant.
Want hoe vol de Hawk stond, zo leeg stond de Eagle, en dat voor een naam als Rancid. Waar waren al die enthousiastelingen naartoe die zo aan het dansen waren tijdens de set van The Interrupters? Zij die wel nog stonden te genieten van één van de grootste punkbands op onze aardknot, deden dat op de tonen van Old Friend. Het duurde niet lang vooraleer ik me weer in de juiste gemoedstoestand bevond. Ook het tweede deel van de set van de Amerikanen die ik kon meepikken, bleef het de ene klassieker na de andere afvuren. Wie dacht dat de sfeer op zijn hoogtepunt was gekomen moest Olympia WA. nog meemaken. Om nog maar te zwijgen over het kippenvel momentje tijdens The Wars End.
Frederiksen stond even alleen op het podium om deze ballad op zich te nemen. De rauwe stem van de man vulde de weide probleemloos. Je zag dat ook de mensen buiten, aan de drankenstanden toch even beroerd werden. Wat de set nu wel kon gebruiken, was een adrenalineinjectie van jewelste. Rancid heeft er zo wel enkele in zijn uitgebreide repertoire. Dat het koos voor de snedige track Something In The World Today was eerder opvallend, maar bleek achteraf een geniale zet. Het is misschien niet de meest gekende song van de band, maar hij zorgde voor de nodige power die toch welgekomen was. Wat volgde was een Rancid dat weer begon aan datgene waarvoor ze garant staan: klassiekers afvuren.
Met Time Bomb en Ruby Soho had de band twee van de grootste publieksfavorieten achter de hand gehouden om de set op een wonderbaarlijke manier af te sluiten. De mensen konden de nacht al dansend inzetten en goed gehumeurd richting tentje trekken. Het was dan misschien niet de grote publiekstrekker als Parkway Drive en Floggin Molly wel bleken te zijn. Wat betreft sfeer en kwaliteit hoefde de Amerikanen zeker niet onder te doen. Wie er bij was genoot duidelijk met volle teugen, de rest is bijzaak. (B.W.)
Setlist Fleddy Melculy
- Let’s Go
- Vandaag Nog Wel
- Nee
- Fuck Uw Vrienden
- Dudedeedurtwo
- Freddie
- Stop
- Niks
- Ik Ben Kwaad
- Fake
- Geen Vlees, Wel Vis
- Feestje In Uw Huisje
- Apu Van De Nightshop
- Geen Tijd Voor Spijt
- Pinker
- Varken
- T-Shirt van Metallica / Fleddy Melculy