Steven Demey

Eerlijk gezegd was het uit Sao Paulo, Brazilië, afkomstige Angra onze aandacht aan het verliezen. Het in 2015 uitgebrachte album Secret Garden, de eerste met Fabio Lione (vooral bekend van Rhapsody of Fire) op zang, was weliswaar niet slecht, maar kon in de verste verte niet tippen aan klassiekers zoals Rebirth en vooral Temple of Shadows. We waren dan ook erg benieuwd of Angra met het nieuwe album Omni zou terugkeren naar de succesjaren van weleer.

Er is een tijd geweest dat we Angra op gelijke hoogte zetten met Symphony X en Dream Theater. Dat was in de jaren 2000 toen zanger Edu Falaschi het overnam van Andre Matos. Die laatste had in de jaren ’90 drie prachtige platen gemaakt met de Braziliaanse band. Toen hij vertrok om zijn eigen band Shaman op te starten, zag de toekomst er ineens niet meer zo rooskleurig uit. Gelukkig kwam Falaschi de band uit de nood redden. Zijn uit duizenden herkenbare strot in combinatie met een meer progressieve benadering van de songs zorgde drie platen lang voor vuurwerk. Rebirth, Temple of Shadows en Aurora Consurgens zouden bij iedere rechtgeaarde metalhead in de kast moeten staan. Daarna ging het bergafwaarts. Aqua was niet slecht, maar had te lijden onder een erbarmelijke productie. Na dat album was het over en uit voor zanger Edu Falaschi en was hij toe aan een nieuwe uitdaging. Hij bracht eerst een album onder zijn eigen naam uit om kort daarna zijn eigen band, Almah, op te starten. Na vijf jaar stilte kwamen de Brazilianen naar buiten met de Italiaan Fabio Lione. Wij vonden het maar een rare keuze omdat we ervan uitgingen dat Angra teveel op Rhapsody of Fire zou gaan gelijken. Dat viel uiteindelijk nog wel mee. Omni is de eerste schijf waarop Rafael Bittencourt wordt bijgestaan door de van Almah bekende Marcelo Barbosa vermits Kiko Loureiro de band in goede verstandhouding verliet om aan de zijde van Dave Mustaine bij Megadeth te gaan spelen.

Net zoals op Secret Garden begint de nieuwe plaat sterk met het flitsende Light of Transcendence. Melodieuze leads, razendsnelle drumpartijen, een lichte symfonische inslag, gitaarsolo’s die schreeuwen om aandacht en Lione die de sterren van de hemel zingt! Een powermetalsong uit het boekje en eentje die dit jaar moeilijk te evenaren zal zijn. Travelers of Time gaat op hetzelfde elan verder, al hoor je hier al de eerste tribal invloeden doorschemeren. De heren verloochenen, net zoals in het verleden, hun roots dus niet. Halverwege duiken koorgezangen op en gaat het tempo nog een stuk de hoogte in. Niets op aan te merken dus. Angra lijkt weer springlevend te zijn!

Dan volgt een eerste buitenbeentje. Black Widow’s Web wordt ingeleid door fijne vrouwenzang die abrupt wordt afgebroken door een afschuwelijke grunt van Arch Enemy schreeuwster Alissa White-Gluz. De song vraagt niet echt om dergelijke zang. Verder heeft het nummer ook niet zoveel om het lijf, of het moet de sublieme gitaarsolo zijn. Insania start bombastisch om al snel gas terug te nemen. Het refrein werkt aanstekelijk en is makkelijk mee te zingen. De strofes worden gekenmerkt door technisch drumwerk en een vette basgitaar. The Bottom of My Soul is een halve ballad die te saai is om er verder woorden aan te verspillen.

Gelukkig gaat het met War Horns weer de goed kant uit. De song is hard en snel en kent een prachtig, bombastisch refrein. Zelfs Kiko Loureiro komt zijn voormalige bandleden een handje toesteken. Zo horen we Angra het liefst! Caveman begint erg technisch en doet wat djent-achtig aan. Laag gestemde gitaren, complexe drumritmes en oerwoudgezangen zorgen voor een tweede buitenbeentje. Deze is echter een stuk beter te verteren dan Black Widow’s Web. Het is ook de meest progressieve track tot nu toe. Ook Magic Mirror trekt aan de progressieve kar. Alle bandleden showen hier nog eens hun ongelooflijke muzikale capaciteiten. Magic Mirror kan zo op een Dream Theater plaat staan. Met Always More volgt een tweede ballad. De ballads mochten gerust achterwege gebleven zijn, want ook deze heeft weinig om het lijf.

Omni – Silence Inside is de langste song van het album en kent een gestage opbouw. Ook hier gaat de band weer erg progressief te werk. De zang is ondergeschikt aan de instrumentatie. Er zitten enkele indrukwekkende stukken in en als het nummer bijna zijn einde bereikt,  gaat het er steeds harder aan toe. Laatste song Omni – Infinite Nothing is een symfonisch instrumentaaltje. Het zorgt voor een eigenaardig einde van een eigenaardige plaat. De eerste helft van het album biedt vooral power, terwijl de songs op de tweede helft veel progressiever zijn. We horen te weinig pakkende songs waar Angra vroeger zo sterk in was. De klasse van alle bandleden druipt eraf, dat is zeker, maar helaas levert dat geen meesterwerk op. Zo blijven we toch wat op onze honger zitten. Hier had op basis van het geleverde spel en het handjevol uitschieters veel meer ingezeten.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

maart

Geen concerten

april

Geen concerten

X