Skálmöld, Cruachan, Kanseil @ Trolls & Légendes (Mons) – 18/04/2025
Alex

Onlangs vond in Mons (Bergen) Trolls & Légendes plaats, een fantasyfestival met optredens, markt, stripbeurs en zo meer. Ik trok erheen voor de optredens van legendes Cruachan en Skálmöld.

Plek van het gebeuren was de Lotto Mons Expo. Ik was hier laatst in 2014 voor PPM Fest (Power, Prog & Metal Fest). De gehele ruimte is een lange hangar die voor dit weekend was opgedeeld in het concertgedeelte en de rest. 

Door de vele, lange files was ik al half vergaan van de stress (“ik ga toch niet te laat zijn?!”) toen ik eindelijk halverwege de set van opener Kanseil binnenliep. Een jeugdige bende uit Italië die folk metal brengt met een doedelzakspeler en een fluitist. Ben ik omvergeblazen door deze groep? Neen, helaas niet. Daar was het geluid niet goed genoeg voor afgesteld: ik hoorde de twee folkspelers nauwelijks. De heren – allen getooid in eenzelfde tuniek – leken bijwijlen wat onwennig, al zochten enkelen onder hen met regelmaat contact met het publiek. En dat publiek, dat zong toch vrolijk mee wanneer het gevraagd werd en was gul met zijn applaus. Al bij al een leuke opener.

Na een half uur podium opruimen was het dan de beurt aan Cruachan. Jongens en meisjes, dit is dé band waarvoor ik drie uur in de wagen heb gezeten. De Ierse groep onder leiding van Keith Fay staat te boek als de eerste metalband die een permanente folkinstrumentalist in zijn bezetting had. Alleen al voor die historische waarde zou je Cruachan gezien moeten hebben. Heel wat ledenwissels en en negen albums later, is de groep nog steeds aan het pieken. The Living and the Dead uit 2023 kreeg van mij 90% (review).

Pieken doet de band ook live, dat was me direct duidelijk. Met instrumentale opener The Living presenteerde de band zich duidelijk aan wie hen nog niet kende: riffs en aanstekelijke deuntjes. Helaas werd ook duidelijk dat de gitaar moest vechten om echt gehoord te worden (een euvel dat tegen Skálmöld verholpen was). En zelfs met een onevenwichtig geluid was het een optreden om van te snoepen. Er was aandacht voor The Living and the Dead, voor het debuut (met To Invoke the Horned God), en de platen daartussen. Een waar festijn voor deze fan! Zanger Keith liet ook verstaan dat Cruachan nooit gebruik zou maken van backing tracks, ook voor nummers die op plaat verschillende tracks hebben. De band voegde de daad bij het woord en bracht een geslaagde versie van The Reaper met melancholisch tussenstuk dat nu volledig gedragen werd door de viool. Op plaat klinkt dat uiteraard voller, en toch was ik onder de indruk.

Het mocht er ook vrolijk aan toe gaan: The Festival en Some Say the Devil Is Dead zijn twee feestnummers, en ja, ik zag een vrolijke circle pit ontstaan. De hardere nummers van de set waren I Am Warrior (dat direct volgde op het verrassende maar uitstekende The Morrigan’s Call) en Blood for the Blood God (dat niets te maken heeft met Warhammer). Tussendoor een woordje van dank voor de organisatie en hoe de groep ondanks alle gedoe blij waren op dit podium te staan.

Na een uur zat het feest erop. Ik had een band gezien waarvan ik hoge verwachtingen had en die waren ingelost, wat een heerlijk optreden. Wie wenste kon de band gedag zeggen aan de merchstand, waar ze een handvol t-shirts en vinyl verkocht. Ik wens eeniedere folkmetalfan toe dat hij Cruachan eens live kan zien, en Cruachan een groter publiek en meer podia in de Benelux. Deze band doet het al meer dan dertig jaar en staat er nog steeds.

Daarna was het de beurt aan de IJslandse vikingen van Skálmöld: historisch gezien vijanden van de Ieren, maar Cruachan had het publiek al warm gemaakt voor deze volgende band. De zes IJslanders timmeren al sinds 2009 met succes aan de weg: ze zijn sterren in eigen land en ook buiten de landsgrenzen hebben ze fans. Het is bijzonder straf dat deze groep al sinds zijn ontstaan dezelfde bezetting heeft: drie gitaristen, bassist, drummer en toetsenist, die bovendien allemaal bijdragen aan de zang. De hoofdmoot daarvan is voor gitarist Björgvin (rauwe zang), gitarist Baldur (screams), en toetsenist Gunnar (baszang). Nog straffer is dat ze hun internationale roem hebben vergaard terwijl ze enkel in het IJslands zingen.

Zoals al geschreven was het geluid tijdens deze set beter dan de voorgaande twee. Het publiek was groter en de band gooide zich helemaal. Alle muzikanten amuseerden zich duidelijk, en vanuit het publiek kwam gericht gejoel bij het aankondigen van de nummers of wanneer bepaalde melodieën begonnen (wie de brug Kvaðning kent, weet waarover ik spreek). De setlist putte vrel uit de jongste plaat Ydalir, aangevuld met liedjes uit de rest van de discografie. Alle nummers werden vol enthousiasme uitgedeeld en aangenomen, maar Kvaðning nog het meeste. Ik vond Ullur bijzonder indrukwekkend: het nummer bouwde af en drummer Jón Geir zong van achter zijn drumstel een lang stuk terwijl de stokjes zwegen. Halverwege dit stuk durfde het publiek daar meeklappen en je zag de al vrolijke man nog verder stralen. Kiekenvlees!

Maar ook aan IJslandse liedjes komt een einde, na een goed uur zat het erop voor Skálmöld. Een tweede ijzersterk optreden deze avond. Het eveneens IJslandse Sólstafir sloot de avond af, maar dat optreden kon ik helaas niet bijwonen. Trolls & Légendes staat vanaf nu op mijn radar, ik ben benieuwd wie de organisatie volgend jaar strikt.

Websites

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

mei

Geen concerten

juni

Geen concerten

X