Niet zo heel lang geleden, ik kan het me in ieder geval nog goed heugen, stond ik, geëmotioneerd, vooraan het podium en uit volle borst mijn longen uit mijn lijf mee te zingen met de ene na de andere kneiter die Alan Averill en zijn makkers ten gehore brachten. Wat een geweldige show was dat. Die avond werden uiteraard ook een aantal nieuwe hits gespeeld van het jongste album Exile Amongst The Ruins en die gingen er prima in, al moesten ze wel hard opboksen tegen het oude vertrouwde oeuvre.

Het wordt dan ook eens tijd om Exile Amongst The Ruins aan een kritisch luisterend oor te onderwerpen. Hij lag al even op de plank en met het a.s. Graspop om de hoek was het wat druk. Stof heeft hij echter nog niet kunnen vangen (niet alleen omdat het om een digitale kopie gaat…), want ik heb de plaat inmiddels donkergrijs gedraaid.

Enfin! Here goes nothing. Waar Redemption at the Puritans Hand ram vol superieure nummers stond die stuk voor stuk kleine juweeltjes waren, wat mij betreft, viel de plaat erna, Where Greater Man Have Fallen iets tegen, met enkel een paar hoogtepunten. Mijn verwachtingen waren dus enigszins gespannen voor deze nieuwe release en ik hoopte vooral op een stijgende lijn.

Wat in ieder geval vanaf de eerste paar minuten duidelijk wordt, is dat A.A. Nemtheanga zijn stembanden, zoals altijd, op de goeie plaats heeft zitten en deze in gouden toestand verkeren. Het was wat wennen, jaren geleden, die Ierse pub vocalen. Inmiddels ben ik er compleet aan verslingerd. Aan vrijwel alles Iers overigens, maar zijn vocalen verslaan zelf een ijskoude pint van dat zwarte spul. Eerder noemde ik al de Blarney Stone in mijn gig report, wellicht dat deze legende ook een heerlijke rauwe zangstem verschaft? Zo nu en dan laat Averill zich nog verleiden tot een verloren black metal krijs, niet genoeg als je het mij vraagt, maar ach ik kan er zeer zeker mee leven.

Zoals gebruikelijk staat Exile bol van de epische tracks van dik 8, 9 of 10 minuten. Een goed verhaal heeft immers tijd nodig om te verteld te worden en deze barden nemen hiervoor uitgebreid hun tijd. Ik mag dat wel. Een track om je werkelijk op in te leven biedt mij meer dan een nekbrekende thrash track die met krap 2 à 3 minuten alweer voorbij is. Net als seks eigenlijk, de aanhouder wint en je moet er wat je best voor doen om alles onder uit de kan te halen. De opbouw van een track als To Hell or the Hangman is dan ook om te smullen en de vingers bij af te likken. Sowieso een geweldige track die het verhaal verteld van een vader die zijn zoon tot de galg veroordeelde. In Averill’s eigen woorden:

“In 1493 Walter Lynch was hanged by his own father James Lynch, Mayor of Galwayon on the West coast of Ireland for the murder of a young Spanish noblemen who was visiting the family home. He had fallen in love with a young woman by the name of Agnes in the Lynch household and in a fit of jealous rage one night Walter took the young Spaniard’s life. The story goes that an angry ‘lynch mob’ took to the streets and barred the way to the usual execution spot so James took his son Walter and hung him with his bare hands from the open window into the street. He was lynched from the hanging sill.”

Kijk, ik ben dan dus al volledig verkocht. Hier weer geen cliché metal teksten, maar eerlijke, in dit geval non-fictieve, verhalen vertellen op muziek die er naadloos op aansluit. Exile Amongst The Ruins staat er bol van.

Het album heeft een wat lager tempo dan sommigen van zijn voorgangers. Er is nog genoeg ruimte voor een mooi setje dubbele bass partijen, maar deze zijn spaarzamer. Het stoort mij geenszins. Het is vooral een album om ’s avonds, onder het genot van een flink glas single malt of een ‘paar’ pinten, op de bank met wat maten te beluisteren.  En toch blijven de tracks ook live prima overeind, het meezing gehalte is dan ook hoog. Welke ‘black’ metal band kan dat eigenlijk nog meer zeggen?

Wie wellicht gehoopt had op een tweede To The Nameless Dead, een album dat op eenzame hoogte staat wat mij betreft in het black/folk genre, komt misschien op het droge uit. De band heeft dan ook niet onder stoelen of banken gestoken te willen evolueren en voortschrijdend willen blijven. Je kunt ook niet altijd op je lauweren rusten. Bands als Enslaved sluiten hier bijvoorbeeld ook naadloos op aan. Het kan niet immer bij het oude blijven en als de toekomst platen als deze biedt, mogen ze van mij blijven door doen.

Dat het leven in een band als deze, het touren, het schrijven en alles wat het met zich mee brengt zijn sporen achterlaat op de ziel en het lichaam, wordt nog eens sterk benadrukt in de twee meest melancholische tracks op Exile Amongst The Ruins en wellicht wel in het Primordial oeuvre: Stolen Years en de hekkensluiter Last Call. Terneergeslagen en gefrustreerd om de futiliteit van het alles. Nee, deze band schrijft geen dolkomische Limericks of kroeg hits, maar daar luister je dan ook geen Primordial plaat voor.

Ik kan haast niet wachten tot de volgende tour waarbij ik deze nummers, net als de rest van de setlist, ook uit volle borst mee kan zingen en op zoek kan gaan naar de uiterste grenzen van mijn stembanden. Ik bestel alvast de volgende Guinness!

X