Amenra (12 en 13 mei, Gent): surrogaat voor pistool en kogel
Pieter VH

Af en toe moet je deuren en vensters hermetisch sluiten, je telefoon uitzetten, en je medemens laten weten dat je een weekend lang verlof van het leven neemt. De zon mag wat jou betreft voor het eerst sinds mensenheugenis schijnen, je medemens wentelt zich in de warme lentezon, geniet van blote benen en ijsjes, maar in jouw agenda staat al weken een groot rood kruis. Kome wat komt, maar dit weekend trek jij je terug in je ondergrondse hol en ben je niet bereid om wie dan ook te zien. Tenzij de ander ook zijn ticket voor de Amenra-shows in Gent op zak heeft natuurlijk: dan zie je elkaar daar ongetwijfeld wel!

Amenra dus. De band die in 2012 – is het alweer zo lang geleden? – loeihard uithaalde met Mass V. In 2016 volgde het pure Alive, waar de band op (semi-)akoestische wijze een heel ander gezicht liet zien. Twee albums die je de laatste jaren enorm dierbaar geworden zijn. En toen kondigde Amenra twee optredens in de Gentse Vooruit aan: op vrijdag 12 mei mochten we de uitgebeende versie van Alive verwachten, op zaterdag 13 mei de enige elektrische zaalshow van het jaar. Van licht naar donker. En terug.

Amenra… Kun je enkel woorden gebruiken om dit te beschrijven? Met metaforen en symboliek probeer je het woordeloze te bestormen, in het volle besef van een zekere nederlaag. Je zou, om met Herman Melville te spreken, de veer van een Condor willen plukken en de Vesuvius als inktpot gebruiken. En mocht die inktpot leeg geraken, gebruik je desnoods de zon zelf om er een brandend spoor in de lege ruimte mee te schrijven. Niets is imposant genoeg om uiting te geven aan dat monumentale gevoel dat Amenra heet.

Maar… nogmaals een doos superlatieven leegschudden om Amenra’s naam en faam te roemen… Terecht, natuurlijk, helemaal terecht, dat ontkent niemand. Maar wat zeggen die woorden over een live optreden, nee, ervaring? Nee, deze keer probeer je het anders. Nog altijd met woorden, en in volle overtuiging van de onontkoombare nederlaag. Maar ook in de ondergang kan schoonheid schuilen.

Amenra, altijd en overal

Waar te beginnen?

Je bladert nog eens door het boek ‘Amenra (2009-2014)’ dat enkele jaren geleden verscheen: een boek vol zwart-wit foto’s van Stefaan Temmerman waarop de energie en de uitputting van de band zijn vastgelegd. Je vangt een glimp op van het slepende tourleven. Je schrikt als je ineens ergens een glimlach ziet. Je schrikt nog meer als je ineens op kleurenfoto’s stuit waarin het gezinsleven van de bandleden opduikt. Al is ook dit Amenra ten voeten uit: op de achtergrond van al die oerschreeuwen, al die pijn en smart, schuilt altijd de troost van verbondenheid en vriendschap.

In het boek staat ook een essay van Mike Keirsbilck (Consouling Sounds) waarin hij schetst hoe Amenra met gebruik van rituelen en symboliek een gidsfunctie op zich neemt, waarbij de luisteraar uitgenodigd wordt om de eigen innerlijke waarheid en kracht te ontdekken. Amenra confronteert je met de pijn eigen aan het bestaan, onontkoombaar, maar vraagt je deze niet te verdringen, maar aan het hart te drukken. Pas dan ontdek je de krachten die in jezelf sluimeren. Amenra wil je geen waarheid opdringen, een waarheid die je een vals gevoel van zinvolheid zou verschaffen. Amenra nodigt je uit om diep in jezelf te kijken, zoekend naar je eigen waarheid. Het maakt elk optreden dan ook weer tot een uniek gegeven, waarbij band en publiek samen bereid moeten zijn om alles tot de grond af te breken, vooraleer tot een soort catharsis te komen.

Wie aan de zijlijn toekijkt, zal dan wellicht ook verbaasd zijn over wat anderen lijken te ervaren. Je kunt je goed inbeelden hoe pretentieus of belachelijk bovenstaande moet klinken voor wie buiten de ervaring staat. Dat was exact het probleem waar nog zo’n gids van die innerlijke waarheid op stootte: in ‘Also sprach Zarathustra’ laat Friedrich Nietzsche het personage Zarathustra naar de mens gaan. Hij belandt op de markt, en probeert er de mensen te overtuigen om boven zichzelf uit te stijgen, om alle waarheden ten grave te dragen: ‘Gij zijt de weg van worm tot mens gegaan, en veel in u is nog worm. Eenmaal waart gij aap en ook nu nog is de mens meer aap dan welke aap ook.Zarathustra wil dat de mens zichzelf overwint, zijn eigen waarheid zoekt, maar de mensen op de markt lachen hem uit, bespotten hem. Zarathustra beseft: ‘Ik ben niet de mond voor deze oren.’ Hij keert zich dan ook van de mensen af, en zoekt in eenzaamheid zijn waarheid. Zijn woorden klonken te hoogdravend, en wie weet balanceert zo’n zoektocht naar zin en waarheid altijd wel op het randje van het pathetische. Van het belachelijke. Omdat woorden nooit helemaal de essentie weten te vatten – en er niets anders rest dan zwijgen. Nietzsche, wiens woorden hele generaties beroerden, jammerde ooit: ‘Zij zou moeten zingen, deze ziel.’ Maar hij bleef gebonden aan woorden. Om uiteindelijk te zwijgen.

Amenra zingt. Schreeuwt. Brult. Maar gesproken wordt er nooit. Misschien omdat Amenra net als Zarathustra beseft dat je dan al snel op het randje van het pathetische balanceert. Ook Amenra keert zich af van het publiek: tijdens de akoestische optredens zitten de bandleden in een kring op het podium, waarbij het publiek quasi buitengesloten wordt. Als het volume weer omhoog mag, staat zanger CHVE bij voorkeur met zijn rug naar het publiek. Er wordt geen waarheid vanop de kansel gepredikt. Als er al een boodschap is, dan wel dat je aan jezelf bent overgeleverd. Bouw je eigen waarheid. Zoek je eigen kracht. Alleen. Verbonden.

Amenra, vrijdag 12 mei 2017, Gent

Verbondenheid: dit weekend bracht Amenra opnieuw enkele artiesten uit de Church of Ra mee. Innerwoud mocht de avond inleiden: één man (Pieter-Jan Van Assche), één contrabas, maar vele lagen. Met behulp van drones werd langzaam een dromerige sfeer gecreëerd. Een afgeladen theaterzaal luisterde ademloos toe. Op de achtergrond verschenen zwart-witte beelden, voedsel voor de melancholische ziel. Wat is het toch met water, zee en schuim, dat zoveel mistroostige stervelingen er uren kunnen naar staren? Wat hopen ze in die golven te vinden? Op deze avond werden vreemde effecten gecreëerd door het beeld achteruit te draaien, alsof de zee haar eigen golven opslokte. De tijd vreet altijd haar kinderen op.

Terugdenkend aan deze beelden, sla je één van je favoriete boeken open, Moby Dick, en leest de eerste alinea:

“Altijd als ik wat grimmig om de mond word; altijd als het in mijn ziel een dulle, druilerige november is; altijd als ik onwillekeurig blijf stilstaan voor begrafeniswinkels en me aansluit bij iedere rouwstoet die ik tegenkom, en vooral als de zwarte gal zo opspeelt dat er een streng normbesef voor nodig is om me ervan te weerhouden willens en wetens de straat op te stappen en bij iedereen stelselmatig de hoed van het hoofd te slaan – acht ik het hoog tijd om zo gauw ik kan naar zee te gaan. Dat is mijn surrogaat voor pistool en kogel.”

Zoals deze gekwelde ziel de zee opzoekt, zo vond een hele zaal troost bij de intrieste muziek van Innerwoud en de – weliswaar geprojecteerde – aanrollende golven. Even later kon in deze projectie ook een afgrond niet ontbreken. Traag werd de camera opgezogen door de diepte, en langs deze weg beland je automatisch terug bij Nietzsche: ‘Als je lang genoeg in de afgrond staart, staart de afgrond terug.’ Het zal wel geen toeval zijn dat er enige tijd geleden ook een aantal split-albums met onder andere enkele artiesten uit de Church of Ra verschenen onder de titel The Abyss Stares Back.

Na ruim een half uur intens genieten van deze muzikale trip, kon Pieter-Jan zijn contrabas dan ook tevreden neerleggen, en met een korte, zwijgende groet, verliet hij duidelijk geroerd het podium. Een meer dan toepasselijke inleiding op wat die avond nog zou volgen.

Je kijkt naar de lege stoel naast je, en je vraagt je af waar de dorpsgek van dienst vanavond is. Want altijd, altijd als je je onder de mensen begeeft, is er wel iemand te vinden die de boel voor de anderen bederft. En meestal zit die gek vlak naast je. Of hangt binnen de vijf seconden rond je nek. Deze avond, echter, is er naast je een lege stoel. In een verder volle zaal. Alsof de dorpsgek van dienst net deze avond ziek is. Alsof deze avond voorbestemd is om perfect te zijn.

Al moet je er altijd rekening mee houden dat wie de dorpsgek niet kan vinden, hem misschien zelf wel is.

In het schemerduister betraden de bandleden van Amenra betraden hun biechtstoelen, opgesteld in een cirkel. Enkele jaren geleden gaven ze een gelijkaardig optreden in een stukje bos, waardoor het publiek rond de cirkel stond. Dit roep eerder een soort samenzweerderige sfeer op. Vanuit een theaterzaal bekeken, heb je eerder het gevoel een stiekeme voyeur te zijn van iets wat in stille afzondering plaatsvindt. Het publiek was dan ook muisstil, zelfs tussen de nummers door, alsof het bang was dat de band zich ineens betrapt zou voelen. Alsof er iets intiems verloren zou gaan.

Dat Amenra sinds dat vorige optreden niet stilgezeten heeft, was ook al gauw merkbaar. Bijna alle nummers van Alive passeerde de revue, maar ondertussen is er ook nieuw materiaal de setlist binnengeslopen: Les Lieux Solitaires, Ehre, en het zachtere gedeelte van Nowena | 9.10.  Van dat laatste nummer zouden we een dag later overigens het vervolg te horen krijgen. Wat betekenen tijd en ruimte tenslotte in het Amenra-universum?

De grote vraag is altijd: hoe kijk je naar zo’n optreden. Open ogen, of toch maar gesloten? Trek je je helemaal in jezelf terug, zoals ook de band dat doet, of probeer je je te laten meedrijven door de visuals die ook hier regelmatig opduiken? Een combinatie lijkt mij aangewezen: af en toe open je de ogen, vang je flarden beelden op – water, altijd weer water – al is het je eigenlijk nooit helemaal duidelijk wat er geprojecteerd wordt en wat je droomt.

Je hebt zo je favorieten, uiteraard. Razoreater. The Dying of Light. Maar dat doet er eigenlijk niet zoveel toe: ook in deze pure, kwetsbare vorm weet Amenra je moeiteloos een ander universum in te slepen, met welk nummer dan ook. De broze zang van CHVE kan probleemloos concurreren met zijn open strot. De gitaren lijken een geheel eigen taal te spreken. Smeken je te luisteren naar hun klaagzang. De drum roffelt in doodsnood. De viool fileert het laatste restje mens dat nog van je overbleef. Sluit je ogen, en zink weg in diepe, diepe droefenis.

Het publiek zwijgt. Het zwijgt en applaudisseert niet. Toch moet de druk onvoorstelbaar gegroeid zijn. Helemaal op het einde springt het ventiel van de ketel, stomend en fluitend barst er een gigantisch applaus los. Maar dan is het podium al lang leeg: de bandleden verlieten één voor één hun stoel terwijl de laatste desolate noten in een loop gezet zijn, en wat rest is een donker, leeg podium dat het applaus in ontvangst mag nemen.

Gaat het niet altijd zo: juich je uiteindelijk niet altijd het zwarte, lege niets toe?

Amenra & Raketkanon (split)

Een dag, een hele dag wachten op het vervolg. Laten we dan maar even stilstaan bij het nieuwe split-album dat ook vanaf vrijdag te koop was.

Net zoals in 2014 een split-album van Amenra met Madensuyu een hoes kreeg van kunstenares Berlinde De Bruyckere, siert nu een hoes van niemand minder dan Michaël Borremans het album dat samen met Raketkanon uitgebracht wordt. When stars collide…

Beide bands stellen één nieuw nummer voor. Voor Amenra is dat Nachtschade, een nummer dat grotendeels aansluit bij het bekende werk, al horen we in het midden een meer introspectief gedeelte waarop CHVE zowaar in het West-Vlaams spreekt. Fluistert. Bezweert. Het nummer doet verlangen naar meer. Of wat dacht u? Nog even wachten op dat nieuwe full album dus.

Ook Bohr van Raketkanon begint traag en slepend, om even later zelfs bijna helemaal stil te vallen. Ook hier krijgen we in het middenstuk dus een trager intermezzo, met een klagerige zang, dat zich naar het einde toe weer op gang trekt – ook al gebeurt dat op een enigszins vreemde manier. De fans van Raketkanon zullen dit ongetwijfeld weten te smaken, maar of het genoeg is om de honger te stillen?

Fans willen – net als zombies – altijd meer. Arme artiesten.

Amenra, zaterdag 13 mei 2017, Gent

Meer, dus. En snel, graag.

Zaterdag. De versterkers mochten weer wat luider. The Black Heart Rebellion opende de avond, en joeg meteen het nodige volume door de Vooruit. Een lekkere wall of sound gecombineerd met een energiek lichtspel, dat toch vooral mist en rook moest bijlichten. In het rookgordijn dat over het podium hing zag je de schimmige leden van The Black Heart Rebellion bewegen. Lange opbouwende nummers, al miste je soms toch wat een exploderende climax. Toch was de toon van de avond gezet.

Treha Sektori volgde, het project van de Parijzenaar Dehn Sora. Alleen achter zijn laptop joeg hij steeds fellere drones door de zaal, toewerkend naar die ene climax. Muziek die je ook in jezelf jaagt, die je even laat vergeten wie je bent, terwijl je gefascineerd toekijkt naar de beelden die verschijnen. Maskers. Schedels. Takken. Een vreemde koortsdroom waarin je je vergenoegd laat wegzinken. Pas als het afgelopen is, schrik je terug op, kijkt om je heen. Juist. Gent. De Vooruit.

Kenmerkend voor het hele weekend: niemand spreekt, bindteksten zijn er niet, dankjewels ontbreken. Enkel de muziek spreekt. De enige manier om het pathetische te ontwijken?

De geur van wierook stroomt de zaal in.

Ting, ting… Ting, ting… IJzeren staven slaan tegen elkaar. Het startsein voor Boden. Het startsein voor de overweldigende roes die zou volgen. Tijd om in de afgrond te staren. Als er nog iemand spreekt, krijgt die van de zaal een overweldigend ‘sshht’ toegesist. Maak dat mee tijdens een metal optreden. En toch, het is de enige manier waarop dit kan werken. Totale overgave van de band, totale overgave van het publiek. De bereidheid om samen in die afgrond te staren, en wachten tot die terug staart en je de rillingen over je ruggengraat voelt lopen.

The Pain It Is Shapeless volgt. Daarna A Mon Âme. Steeds meer raak je bevangen door de intensiteit die door de zaal zweeft. Mass IV en V zijn heel goed vertegenwoordigd, worden zelfs bijna integraal gespeeld. Nowena is een absoluut hoogtepunt. Maar was het dat gisteren al niet? Ah, wat betekenen tijd en ruimte nog in het Amenra universum? Je sluit je ogen en laat je overspoelen door beelden. Rond je golft de mensenmassa mee, iedereen verzonken in de eigen belevenis. Je sluit je ogen en laat je overspoelen door beelden. Toegegeven, veel van de geprojecteerde visuals heb je niet gezien. Je laat de muziek werken en creëert je eigen beelden. Desolate landschappen trekken aan je voorbij. Woestijnen. Water, altijd weer water. Zee en schuim. Aanrollende golven. Het eeuwig veranderende en toch gelijk blijvende. Je bevindt je bovenop een kerncentrale, en kijkt naar een grote paddenstoelenwolk aan de einder. Dit is het einde. De afgrond staart terug. Lokt je naar beneden. Je duizelt.

Stil toekijken en de muziek haar werk laten doen is goed, maar het werkt nog beter als je fysiek meewerkt. Als lichaam en geest samensmelten. Je hoofd beukt nu mee op de muziek, en je versmelt helemaal met die dreunende bassen. Met de muziek. De pijn en het lijden. De verlossing. Je kijkt op en ziet de bandleden voluit gaan. Wat een energie. Zelfs CHVE staat zowaar even met het gezicht naar het publiek. Denk je toch gezien te hebben. Na die vluchtige waarneming verzink je terug in je eigen wereld.

Nog maar eens Nietzsche: de tragedies uit de Griekse oudheid werden geboren uit de muziek. Stampende, ritmische oermuziek, afkomstig van de feesten ter ere van de god Dionysus. God van de wijn. Van de roes. Amenra mag zich dan wel allerlei religieuze symbolen toegeëigend hebben uit het christendom en de vrijmetselarij, maar het voornaamste, de muziek, is afkomstig van Dionysus. Van wie anders?

Nietzsche. Ja, alweer. Wat heeft die hele Nietzsche eigenlijk met Amenra te maken, hoor je de geïrriteerde lezer al vragen. Maar: Amenra nodigt je uit om zelf je waarheid te bouwen, met behulp van je eigen symboliek. Je kunt dan ook alleen maar teruggrijpen naar die zaken die je werkelijkheid inspireren. De dingen die voor je van belang zijn. Nietzsche. Moby Dick. Terwijl je dit schrijft, blader je opnieuw door deze boeken. Wat heeft een ander daarmee te maken? En is dat niet het probleem: ofwel beperk je je ertoe om in de grabbelton der superlatieven te grijpen – geweldig, fantastisch, superieur, kolossaal – ofwel probeer je uiting te geven aan je eigen innerlijke ervaring, in het volle besef dat niemand anders dat zo beleefd heeft en je dus aan het raaskallen bent. Laat dit dan maar één van de vele getuigenissen zijn. Balancerend op het randje van het pathetische.

Op zaterdag hoor je wel applaus tussen de nummers. Maar ook hier stijgt er op het einde een gigantische overwinningskreet op. Voorbij? Nu al? Amenra heeft anderhalf uur gespeeld, dat is uitzonderlijk, en toch is dit optreden je alweer tussen de vingers geglipt. Heeft de tijd alweer haar kinderen opgevreten.

Het beste optreden ooit? Zeker weten. Net zoals alle vorige. Maar dit toch net dat tikkeltje beter. Of niet? Een publiek dat bereid was om helemaal mee te gaan, tot de bodem, (ook vanavond ontbrak de dorpsgek van dienst), en een gretige band die bereid was dat publiek met zich mee te sleuren. Samen ondergaan. En terug opstijgen.

Zarathustra keert zich om, en merkt tot zijn verbazing dat hij niet meer alleen is. Dat het uur van de laatste mens geslagen heeft. Dat het mogelijk is om in de afgrond te staren, de afgrond die je zelf bent, en boven die verslindende diepte te balanceren. Zonder hoop. Maar ook zonder angst.

Leven na Amenra

En dan? Wat kan hierop volgen? Hoe de dag erna terug het leven oppakken? Hoe te leven als de sirenen zwijgen?

Je kruipt uit je hol. Je ziet mensen genieten van een prille lentezon. Terrasjes. Blote benen. IJsjes. Hoe breng je die werelden samen? Geen nood. Je gaat op één van die terrasjes zitten en je geniet van de zon. Je kijkt naar blote benen. Je eet een ijsje. Je maakt grapjes en gaat naar een volgend terrasje. Alles lijkt normaal. Alles is normaal. Vandaag mogen alle hoeden op de hoofden van hun eigenaars blijven staan. Je zwarte bloed heeft gekolkt en is tot rust gekomen. Voor even. Je kunt al voelen hoe het langzaam opnieuw verhit, opnieuw richting kookpunt gaat. Je weet dat je dan opnieuw deuren en vensters zult sluiten, en samen met Amenra in de afgrond zult staren. Tot het zover is, doe je alsof het voorbije weekend nooit gebeurd is. Je zwijgt, want je weet dat woorden pathetisch klinken. Samen zwijg je, gezellig keuvelend op een terrasje in de zon. Je zwijgt, en negeert de afgrond in elkaars blik. Verbonden in eenzaamheid. Samenzweerderig weet je: er bestaat een alternatief voor kogel en pistool, en dat alternatief heet Amenra.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

april

Geen concerten

mei

Geen concerten

X