Ieperfest, dag 1 / 12-09-2016
Pieter VH

Herinnert u zich de voorbije zomer nog, toen het kwik van de thermometer probleemloos tot dertig graden klom? Het voelt alsof het vorige week was. Om toch nog een beetje die zorgeloze sfeer op te roepen, publiceren we nu graag ons verslag van de eerste dag van Ieperfest, een festival dat al 24 jaar het West-Vlaamse Mekka is voor elke zichzelf respecterende fan van hardcore en punk. Toch komen ook metalfans hier aan hun trekken, en gelokt door bands als Wiegedood en Tribulation begaven wij ons richting Ieper. Ieperfest dag 1, vrijdag 12 augustus: een impressie vanuit een metalen oor.

***

Eleanora

Deze Gentse post-metalband had de eer om in de Marquee het festival te openen. Op ons had hun debuutalbum Allure alvast de nodige indruk gemaakt, dus stonden wij stipt om 13u al vooraan in de tent. Dat er nog veel mensen aan de kassa aan het aanschuiven waren, bleek wel uit het feit dat wij ons daar samen met de fotografe van dienst bevonden, en er verder niet echt een publiek te bespeuren was. Eleanora kwam op, en trotseerde manmoedig de leegte die zich daar voor het podium uitstrekte, wat misschien meteen ook een mooie metafoor is voor de muziek van deze band. Met het betere sloop- en beukwerk werd gelukkig een aantal kijklustigen snel de tent in gelokt, en zo werd het op dit vroege uur toch nog een feestje.

Helaas had Eleanora slechts 25 minuten speeltijd, wat in hun geval nét genoeg was om twee nummers te spelen, maar gelukkig maakte ook het sublieme Telos deel uit van deze set. Stonden wij een maand daarvoor tijdens de Gentse feesten deze band nog te bekijken in een overvolle Kinky Star, naar adem happend tussen tussen bar en publiek, dan hadden we nu een zee van ruimte: de rest van het publiek bleef immers op een respectvolle vier meter van het podium staan, zodoende hadden wij meer dan genoeg plaats om voluit te gaan. Want de intensiteit waarmee deze heren hun met sludge doorspekte post-metal spelen, is gewoon onweerstaanbaar. Snoeiharde riffs en een zanger die de ziel uit zijn lijf schreeuwt: wat heeft een mens nog meer nodig? Ieperfest was amper 25 minuten bezig, en wij waren reeds murw geslagen. (Pieter VH)

***

Hemelbestormer

Nadat we een klein half uur de tijd hadden om te recupereren van het voorgaande, beklom Hemelbestormer het podium van de Marquee. Al was het bij sommigen wellicht meer strompelen: nadien vernamen we via de facebookpagina van de band dat de bassist ’s morgens zijn ligamenten gescheurd had bij het betreden van het terrein. De West-Vlaamse klei kan inderdaad hardnekkig plakken…

Gelukkig had dit geen invloed op het optreden: ook hier weer post-metal, met lang opgebouwde nummers en zwaar beukende riffs. Opvallend, want ongewoon, is wellicht dat hier zonder zanger gespeeld wordt. De band zette dit nog eens extra in de verf door haar opstelling: gitaristen aan de zijkant, met centraal achteraan de drummer. Waardoor de plek centraal vooraan, waar je normaal de zanger terugvindt, leeg bleef. Onze aandacht werd dus naar achteren getrokken, waar achter de drummer zwart-witte beelden geprojecteerd werden die wondermooi aansloten bij de muziek. En waarbij de drummer wel eens overspoeld leek te worden door aanrollende golven.

Hemelbestormer was ons tot nu toe onbekend, maar maakte een overtuigende passage op Ieperfest: soms dromerig en ontroerend, soms verschroeiend. In het begin misten we misschien wel even een zanger, maar dat bleek de macht der gewoonte te zijn, en ging eigenlijk snel over. Deze muziek staat compleet op zichzelf, en deed ons enigszins denken aan de instrumentale versie van het Pelagial van The Ocean. Een optreden dat om meer vroeg, en ons nadien ook naar de merchandising stand liet hollen. Voorzichtig, weliswaar, want met die West-Vlaamse klei weet je maar nooit. (Pieter VH)

***

Alkerdeel

Wie wel raad weet met die West-Vlaamse ondergrond, is de blackmetalband Alkerdeel. Waarmee we – gezien de naam van de band (Alkerdeel is dialect voor strontkar) – uiteraard niets willen insinueren. Of misschien wel, maar zelf geboren en getogen in die klei mogen wij dat. Hoe dan ook, in onze review van het album Lede schreven we nog dat dit album lekker rauw, vuil en ranzig klinkt, en dat is ook exact wat er live gebracht wordt. Al moet ook gezegd worden dat het showelement net iets beter overkwam in het kleine, donkere zaaltje waar de releaseshow van Lede gepresenteerd werd: toen werkte de overdaad aan rook in combinatie met de stroboscopische effecten hypnotiserend, op klaarlichte dag in een grote tent is dat effect uiteraard minder uitgesproken.

Toch werd ook nu weer vol overgave gespeeld: Alkerdeel heeft weinig te maken met black metal die flirt met dood en graf, maar trakteerde ons op een zompige, psychedelische blackmetaltrip. Naar het einde toe ging de vaart er even uit, middels een streepje noise dat even aansleepte. De gitaren klonken alsof ze een intiem gesprek voerden, waarbij de feedback wel eens scherp in de trommelvliezen kon snijden… Alkerdeel is niet bang om buiten de lijntjes te kleuren – en hierdoor kan het wel eens gebeuren dat je je afvraagt in welke vreemde trip je terechtgekomen bent – maar weet uiteindelijk altijd terug op z’n bokkenpootjes te landen. (Pieter VH)

***

Ghost Bath

Ook Ghost Bath brengt black metal, maar van een andere soort: deze band kun je met een gerust hart onderbrengen bij de depressive black metal. Denk aan sterk vervormde gitaren, repetitieve melodieën, en ijselijk gekrijs. Meestal bestaan dit soort bands uit één persoon, maar bij Ghost Bath was het podium toch aardig gevuld. Ook vormelijk probeerde deze band toch enigszins buiten de lijntjes te kleuren: droeg de zanger nog het typische zwart, dan hadden de andere drie bandleden zich piekfijn in het wit uitgedost.

Maar genoeg over de kledij – de muziek, daar moet het over gaan. Het jongste wapenfeit van Ghost Bath heet Moonlover, een album dat mij niet helemaal overtuigd had. Maar wat op Ieperfest live gebracht werd, was van een ander kaliber. Ineens bleken die songs uitstekend te werken, en bleek het getormenteerde gekrijs ook nog eens écht ontroerend te zijn. Tot op het bot. Ghost Bath greep ons hier bij de strot, om niet meer los te laten tot de zanger moederziel alleen afsloot met een mistroostig stukje op het keyboard. Wat een aangename verrassing was dit optreden! (Pieter VH)

***

Wiegedood

Sinds het verschijnen van De doden hebben het goed, weerklinkt dit debuut van Wiegedood nog heel regelmatig door onze speakers. Het is ongetwijfeld het album dat we het voorbije jaar het meest beluisterd hebben. Het optreden bleek 40 minuten te zullen duren, net voldoende dus om het hele album te spelen. Wiegedood houdt zich ook schuil in de Church of Ra, en daar hoef je meestal niet al te veel woorden tussendoor te verwachten, maar wie heeft die nodig met zo’n massieve geluidsmuur. Wiegedood neemt je mee naar die gitzwarte plekken van de ziel waarvan je het bestaan liever ontkent, maar slaagt er tegelijk in om je daar vrede mee te doen vinden. Wij waren dus op voorhand al verkocht, al moet gezegd worden dat de sfeer op zo’n festival net iets minder uit uitpakt dan in een kapel – waar de releaseshow van dit album nog gegeven werd. Aangezien we op voorhand weten waaraan we ons mogen verwachten op een festival, moeten we er eigenlijk niet over klagen, maar het geroezemoes dat vanuit het terrein naar binnen dringt, werkt toch minder bevorderlijk voor de sfeer. Want Wiegedood biedt niet alleen een gigantische geluidsmuur, maar heeft ook een aantal intimistische passages, die zeker even belangrijk zijn.

Vlak voor het laatste nummer bleek zanger-gitarist Levy Seynaeve enige problemen te ondervinden met zijn gitaar, wat leidde toch een snel, maar zenuwachtig stemmen van het instrument. Duidelijk geërgerd werd het slotnummer dan toch ingezet, wat Wiegedood niet belette om imposant af te sluiten met Onder Gaan. Zelfs met dit soort kleine imperfecties blijft dit gewoon kwaliteit van de bovenste plank, en wij kijken dan ook vol verwachting uit naar de binnenkort te verschijnen opvolger van De doden hebben het goed. (Pieter VH)

***

Broken Teeth HC

Voor een potje hardcore met stevige metal invloeden zijn we hier bij Amped-Up wel te vinden. En laat het Engelse Broken Teeth HC uit Manchester nu net uit dat vaatje tappen. Ze stonden trouwens al voor de tweede keer op Ieperfest en worden bij de toppers van het festival gerekend, getuige hun hoge plaats op de affiche. Het gaat de schoffies dan ook voor de wind . Eerder dit jaar konden ze, tot verbazing van velen, namelijk hun handtekening zetten onder een contract met het grote Nuclear Blast. Zo werden ze met één pennentrek labelgenoten van hardcore iconen Agnostic Front, Biohazard, Madball en Hatebreed.

Zo’n snelle worp naar de top schept natuurlijk torenhoge verwachtingen. Het terrein voor het hoofdpodium stond rond de klok van 19u dan ook behoorlijk vol. Ook op het podium stonden er nogal wat ‘toeschouwers’. En zoals het in hardcore blijkbaar de gewoonte is: hoe meer publiek op het podium, hoe populairder de band. Hoe kan je nu vanuit die positie deftig naar een show kijken? Het blijft toch een raar fenomeen, dat nepgevoel van één grote familie te zijn met respect voor elkander. Naar ons gevoel is het eerder een neiging zichzelf zoveel mogelijk onder de aandacht te brengen. Ze hebben daar een woord voor: narcisme. Doch, dit geheel terzijde. De agressieve metalriffs in combinatie met een onweerstaanbare mid-tempo groove lieten niemand onberoerd en al snel ontstond dan ook heel wat beweging voor het podium. De gorilla-achtige bewegingen en de uitstraling van zanger Dale Graham waren een lust voor het oog en hij wist het publiek dan ook danig op te jutten. Veel spreken deed hij verder niet, maar dat bleek ook niet nodig te zijn.  De muziek en de show deden ons meteen denken aan de jaren ‘90 en meer bepaald de gloriedagen van Merauder. Broken Teeth HC klinkt anno 2016 trouwens meer als Merauder dan Merauder zelf. Vanzelfsprekend lag het accent op de laatste plaat At Peace Amongst Chaos, aangevuld met enkele ‘oudjes’.

Halverwege ontstond er wat opschudding omdat een onverlaat al te lang op het podium liep op te vallen. De irritaties liepen hoog op en het eindigde met een ferme trap van bassist Nial Moren waarbij de ‘attention seeker’ van het podium robbelde. Met Broken Teeth HC valt duidelijk niet te sollen, en maar goed ook. Er was slechts één kanttekening bij een anders erg aangenaam optreden en dat was het geluid. Dat durfde namelijk nogal eens te rommelen. Kwam het nu door de geluidsman of door het bijwijlen wat slordige spel? Wij houden het op een combinatie van de twee. (Steven Demey)

***

The Black Dahlia Murder

We zagen deze Amerikanen eerder al eens op een erg vroeg uur op het podium van Graspop. Op Ieperfest worden ze duidelijk wat hoger ingeschat, getuige hun voorlaatste plaats op het hoofdpodium. The Black Dahlia Murder is een band die we al van het begin volgen. De extreme metalcore van de vroege dagen is in de loop van de jaren geëvolueerd naar een bijzonder snelle en strakke mix van Amerikaanse death metal en de meer melodieuze Zweedse variant à la At The Gates. Wat ons betreft zijn Nocturnal en Ritual hun bescheiden meesterwerkjes, al is het laatste wapenfeit Abysmal ook verre van verkeerd.

Op plaat valt er weinig te lachen met deze woestelingen. Daarvoor is de muziek van een te hoog en serieus niveau. Op het podium wisten ze de strakke uitvoeringen echter te combineren met een laconieke vertoning waar vooral frontman Trevor Strnad zijn aandeel in had. Wie dan nog eens de moeite doet om de lyrics onder de loep te nemen weet genoeg. De Amerikanen namen zichzelf, in tegenstelling tot hun muziek, duidelijk niet al te serieus en dat wekte alleen maar meer sympathie op. Vanzelfsprekend lag het accent op de laatste studioplaat Abysmal met krakers als het titelnummer, Vlad, Son Of The Dragon en Threath Level N° 3. Verder hoorden we ook nog de bescheiden hitjes Everything Went Black, het oudje Miasma en What A Horrible Night To Have A Curse passeren. Deze keer was het geluid wel loepzuiver, al durfden de getriggerde drums na verloop van tijd wel wat op de zenuwen werken. Het was echter een ‘scheet in een netzak’ want verder viel er weinig te klagen over de doortocht van de sympathieke Amerikanen. (Steven Demey)

***

Tribulation

De Zweden van Tribulation waren duidelijk de vreemde eend in de bijt op Ieperfest. Het siert het festival dat ze elk jaar de moeite doen om bands te programmeren die niets met hardcore te maken hebben. Zo speelden er dit jaar en de jaren daarvoor heel wat bands die in genres als death, black en zelfs new wave opereren. Tribulation brengt een eigenzinnige mix van laatst genoemde genres en is aan een steile opmars bezig. De heren mochten als laatste in de grote tent aantreden en stonden daar perfect op hun plaats. De donkere en intieme sfeer van de tent paste het gezelschap als gegoten.

De Zweden brachten in het verleden al twee knallers uit, namelijk The Horror en The Formulas Of Death. Het vorig jaar verschenen The Children Of The Night is echter het absolute hoogtepunt in hun korte carrière. De plaat werd over de hele wereld unaniem geprezen en eindigde erg hoog in tal van jaarlijsten. Meer dan terecht, want de sfeer en muzikaliteit van dat meesterwerk is van een zeldzaam hoog niveau. Ook live stond het mysterieuze gezelschap zijn mannetje. Aan de relatieve leegte van de tent was duidelijk te merken dat de doorsnee hardcore ‘kid’ niet echt zat te wachten op dit stelletje obscure figuren. Tribulation liet zich daardoor echter niet uit het lood slaan. Vanaf het eerste nummer Strange Gateways Beckon, tevens de eerste song van de jongste plaat, was het geluid kraakhelder. Frontman Johannes Andersson had met zijn basgitaar en zijn hoge microstandaard wel wat weg van wijlen Lemmy, maar dan in een blackmetalversie. Meest opvallend waren echter de twee graatmagere gitaristen Adam Zaars en Jonathan Hultén. Eerstgenoemde heeft nog min of meer iets mannelijks over zich, maar laatstgenoemde heeft veel weg van een travestiet. Jonathan krulde zich over het podium met een soort balletschoentjes met hoge hakken, mysterieuze en erg vrouwelijke corpsepaint en het luchtig hemdje in een dotje geknoopt. Het zal ons echter worst wezen. Door zijn eigenzinnige podiumpresentatie en rare bewegingen droeg hij alleen maar bij tot nog meer kijkplezier.

Het schitterende en als single uitgebrachte Melancholia stond al vroeg in de set geprogrammeerd. Het getuigde van erg veel lef. Naarmate het optreden vorderde, zagen we de tent ook wat voller lopen en Tribulation was duidelijk zieltjes aan het winnen. Oudere songs zoals Randa, Ultra Silvam en When The Sky Is Black With Devils stonden door hun meer agressieve karakter in schril contrast met het nieuwe werk, maar werden al even perfect de tent in geslingerd. Verder hoorden we van het laatste werkstuk ook nog The Motherhood Of God passeren. Het moge duidelijk zijn, Tribulation was de winnaar van de vrijdag en leverde misschien wel de beste show van het jaar af! (Steven Demey)

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

X