Het verslag van de tweede dag binnen de gevangenismuren van Alcatraz!
Bart Vereecke

Na een korte bewogen nacht, baanden we ons alweer een weg richting Kortrijk, waar weer heel wat moois op ons te wachten stond. Na de rit, inclusief ontbijt, moesten we ons nog reppen naar de Prison Stage. Daar zou de Amerikaanse heavy metalband Fozzy nog voor de klok van elf de aftrap geven op de tweede dag van Alcatraz!

Fozzy – Prison Stage (10u45 – 11u25)

Na de gutsende regen van gisteren, een pak droger vandaag, wanneer we de prison grounds van Officer Nice tegemoet liepen. Onder een stralende zon kwamen we, wat later dan voorzien aan, en misten hierdoor het overgrote deel van de Amerikaanse heavy metalband, Fozzy. We waren nog net op tijd om te twee laatste songs Bad Tattoo en Sandpaper mee te graaien op het einde van de set. De energieke frontman, Christopher Keith Irvine, wist de vroege vogels wel te bekoren met een zangpartij bovenop het balkon van de VIP’s. Maar net als velen moesten wij nog maar even bekomen van de pittige openingsdag van gisteren, waarbij het gerstenat rijkelijk vloeide. (BV)

Crisix – Swamp Stage (11u25 – 12u00)

Wie zijn kater van gisteren nog niet doorgespoeld had, moet het lastig gehad hebben in The Swamp, wanneer Crisix er zijn verschroeiende set speelde. Het Spaanse vijftal gaf er een stevige lel op met een frisse portie thrash waarbij het enthousiasme ervan afdroop! Het aanwezige publiek smulde ervan, en algauw vormt zich de eerste pit van de dag. De heren van Crisix hadden het duidelijk naar hun zin in Kortrijk, te merken aan hun breed lachende gezichten op het podium. Om het feest compleet te maken gingen de twee Catalaanse snarenplukkers zomaar op iemands nek mee de moshpit in. Een beetje gek, jong en onbezonnen, die mannen van Crisix. Maar ze vestigden hiermee ongetwijfeld een eerste hoogtepunt op dag twee van Alcatraz Metal Fest! (BV)

Armored Saint – Prison Stage (12u00 – 12u50)

Het legendarische Armored Saint moest al op de middag het podium op. Eigenlijk een schande voor een band van dit kaliber. John Bush en de zijnen lieten het alvast niet aan hun hart komen en gingen er vol tegenaan. In de 50 minuten die volgden, kregen we een bloemlezing uit werkelijk al hun albums. Opener March of the Saint zette meteen de toon, direct gevolgd door Long Before I Die van Delirious Nomad. De volgorde van de platen werd netjes gevolgd, want als derde in het rijtje kregen we Chemical Euphoria van Raising Fear voor de kiezen. Symbol of Salvation was met vier songs echter het best vertegenwoordigd. Daaruit kregen we toppers als het titelnummer, de hit Last Train Home en het vlotte Reign of Fire. Het onderschatte Revelations was présent met Pay Dirt. Zelfs het matige La Raza kwam aan bod middels Left Hook from Right Field. Uit het sublieme laatste album hoorden we het titelnummer. Zoals altijd was John erg goed bij stem en dwong hij met zijn ervaring en charisma respect af bij het nog niet zo talrijk opgekomen publiek. Afgesloten werd met Can U Deliver van de klassieker March of the Saint. Net zoals in 2015 speelde Armored Saint een vlekkeloze show. We moesten wederom vaststellen dat deze band altijd erg ondergewaardeerd gebleven is en vandaag een veel grotere status verdiende. (SD)

Act Of Defiance – Swamp Stage (12u50 – 13u30)

Act of Defiance was de tweede band die op zaterdag in de Swamp aantrad. Hun twee albums wisten weinig indruk op ons te maken ondanks de aanwezigheid van grote namen als voormalige Megadeth-leden Shawn Drover en stergitarist Chris Broderick. Bassist Matthew Bachand kennen we van Shadows Fall en zanger Henry Derek Bonner heeft een verleden in metalcoreact Scar the Martyr. Live pakte de band alvast veel beter uit dan op plaat. Het geluid zat goed en muzikaal viel er zoals verwacht geen speld tussen te krijgen. Wat eraan schortte zijn de weinig om het lijf hebbende songs en een zanger waarvan er dertien in een dozijn bestaan. Act of Defiance wist dan ook weinig los te maken bij het publiek. (SD)

Battle Beast – Prison Stage (13u30 – 14u25)

De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat het Finse Battle Beast niet meteen ons favoriete orkestje is. Net zoals Sabaton en Powerwolf durven ze wel eens aan overacting doen waardoor het soms moeilijk is om ze nog serieus te nemen. We zullen er dan ook zelden een plaatje van draaien. Dit neemt echter niet weg dat we Battle Beast een uitstekende liveband vinden. De laatste keer dat we ze zagen was op Graspop en daar liet vooral de flink uit de kluiten gewassen frontdame Noora Louhimo een sterke indruk na. Op Alcatraz was Battle Beast dan ook de juiste band op de juiste plaats op het juiste tijdstip. Het geluid knalde loepzuiver uit de boxen en het publiek at van bij openingssong Straight to the Heart, afkomstig van het laatste album Bringer of Pain, uit Noora’s hand. Drie vierde van de set bestond uit materiaal van dat album. Hoogtepunt van de show was echter de hit Black Ninja die door duizenden kelen werd meegebruld! Sterk! (SD)

Orange Goblin – Swamp Stage (14u25 – 15u10)

Eén van de beste optredens die we dit weekend te zien kregen, kwam van het Engelse Orange Goblin. Wat een alles vermorzelende show was me dat zeg! De Engelsen hanteren al jaren een puike mix van ruige stoner rock en vuile rock ‘n’ roll. Zeg maar een kruising tussen Kyuss en Motörhead. En live doen ze dat onder leiding van frontman Ben Ward nog eens maal tien! Tel daar zijn laatste meesterwerk The Wolf Bites Back bij op en de band speelde een al op voorhand gewonnen match. Naast openingssong Sons of Salem en het titelnummer van eerdergenoemde plaat, werden ook songs gespeeld uit de twee, eveneens uitstekende, voorgangers Back from the Abyss en A Eulogy for the Damned. Uit het legendarische debuut hoorden we een übervette versie van Saruman’s Wish voorbij denderen. Orange Goblin kwam, zag en overwon! Wat een band! (SD)

Phil Campbell And The Bastard Sons – Prison Stage (15u10 – 16u05)

Met Phil Campbell kreeg de prison stage mooi volk over de vloer, met de man die maar liefst 32 dienstjaren had bij het grote Motörhead. Na het verlies van legende Lemmy Killmister, 28 december 2015, betekende dit meteen ook het einde van Motörhead. Nog geen jaar later kwam Campbell reeds aankloppen met een eerste soloplaat, getiteld The Age Of Absurdity. Samen met zijn Bastard Sons kwam hij deze dus voorstellen aan het grote publiek, of niet? Wat we te zien en te horen kregen was namelijk eerder een veredelde coverband met een setlist die voor 90% aan Motörhead-covers bevatte met o.a. Rock Out, Born To Raise Hell, R.A.M.O.N.E.S. en het onmisbare Ace Of Spades. Ook Silver Machine van Hawkwind passeerde nog de revue, in een show waarmee Phil Campbell And The Bastard Sons ongetwijfeld heel wat oudere rockers kon charmeren. Zelf hadden we echter iets meer eigen solomateriaal verwacht. (BV)

Sólstafir – Swamp Stage (16u05 – 17u00)

De eigenzinnige line-up van The Swamp kent geen grenzen, en maar goed ook. Zo mochten we ons halverwege de middag opmaken voor de komst van Sólstafir. Het Ijslandse kwartet bracht ons een stukje post metal met een psychedelisch randje. Het was dan ook koffiedik kijken of dit zou aanslaan bij het grote publiek op dit ontiegelijk vroege uur.
Daar hoefden we ons alvast niet te lang geen vragen bij te stellen, zo bleek. Openen deed Sólstafir met het wondermooie Silfur-refur, tevens openingstrack van de bands laatste studiomateriaal, Berdreyminn. De emotioneel geladen, schreeuwerige vocalen van Aðalbjörn Tryggvason gingen werkelijk door merg en been, en lieten niemand onberoerd. Een stil, zeer respectvol luisterpubliek genoot en leek volledig in de zone te zitten waarbij het hem bij Sólstafir om draait. Klassiekers als Ótta en Köld ontbraken niet in een bescheiden set die in zoveel schoonheid gebracht werd. Heel even leek het dat de techniek roet in het eten zou gaan gooien, toen Hallgrímur Jón Hallgrímsson problemen leek te ondervinden aan zijn drumstel.
Het was bewonderenswaardig hoe geduldig en respectvol hiermee werd omgesprongen door zowel band als publiek. Eenmaal dit euvel opgelost was, pakte Sólstafir uit met een fraai slotakkoord in de vorm van Goddess of the Ages. Hierbij kwam vocalist Tryggvason tot op de nadars bij het publiek de schitterende sfeer opsnuiven, aanwezig in The Swamp. Een optreden dat nog lang bleef nazinderen mag ongetwijfeld tot één van de besten van dit weekend gerekend worden. (BV)

Mr Big – Swamp Stage (17u00 – 18u00)

Dit was één van dé optredens waar we vooraf enorm naar uitkeken. Om de één of andere reden is het ons in het verleden nooit gelukt om deze sterren aan het werk te zien. Het grote publiek kent hen natuurlijk van die ene grote hit To Be With You maar de kenners weten al langer dan vandaag dat Mr Big gewoon een volbloed hardrockcollectief is met de beste muzikanten die op deze aardkloot rondlopen. Wat te denken van namen als Billy Sheehan en Paul Gilbert? Deze snarenvirtuozen worden dan nog eens vocaal bijgestaan door wereldzanger Eric Martin. Helaas is drummer Pat Torpey eerder dit jaar aan de gevolgen van Parkinson overleden. Ervaren rot Matt Starr weet zijn grote schoenen echter uitstekend te vullen. Persoonlijk weten wij wel raad met pakweg de laatste drie albums van deze heren. Ze slagen er nog steeds in technische doch pakkende, tijdloze hardrocksongs te produceren waar veel oude gloriën nog een puntje kunnen aan zuigen. Van recent werk was op Alcatraz echter geen sprake, want zowat alle songs kwamen van de eerste drie platen. We konden het hen niet kwalijk nemen. We kregen virtuoze uitvoeringen van Daddy, Brother, Lover, Little Boy, Alive and Kickin’, Addicted to That Rush, Colorado Bulldog en het onvermijdelijke To Be With You. Laatstgenoemde song werd in een iets hardere versie dan op plaat uitgevoerd en zorgde uiteraard voor een meezingende weide. Hier en daar waren zelfs wat ‘slowende’ koppeltjes te bespeuren. Mr Big deed wat van hem verwacht werd en meer moest dat ook niet zijn. (SD)

Municipal Waste – Swamp Stage (18u00 – 19u00)

De Amerikaanse party thrashers van Municipal Waste speelden rond de klok van zes in de Swamp. Traditioneel een uur waarop de meeste festivalgangers voor een eerste keer door de muur gaan. En zoals voorspeld gebeurde dat ook. Een grote drukte aan de toog, veel bier dat op en af gevoerd werd en een moshende meute waren het gevolg. Wij zijn vooral fan van de eerste twee albums Hazardous Mutation en The Art of Partying en gelukkig passeerden daar heel wat songs uit. Zo herinneren we ons strakke uitvoeringen van Mind Eraser, Unleash the Bastards, Sadistic Magician, Black Ice, Beer Pressure, Terror Shark, The Art of Partying en afsluiter Born to Party. Weinig thrash dit jaar op Alcatraz maar Municipal Waste maakte dit ruimschoots goed! (SD)

Epica – Prison Stage (19u00 – 20u05)

Als we één ding met zekerheid kunnen stellen, is het wel dat de noorderburen van Epica zelden of nooit een zwakke show afleveren. Ook hier op Alcatraz wisten ze deze gedachte weer flink wat kracht bij te zetten. Een uiterst attractieve show die voornamelijk nummers bevatte van de platen The Holographic Principle en voorganger The Quantum Enigma wist constant al onze aandacht op te slorpen. Toetsenist Coen Janssen vloog van links naar rechts over het podium met zijn keyboards. Dit alles, terwijl de knapste verschijning van dit weekend, Simone Simons, de sterren van de hemel lijkt te zingen. De Symfonische power metal van Epica klonk verfrissend, en tegelijk loeihard. Weinig bands wisten dit weekend met zo’n perfecte sound uit te pakken vanop de prison stage. Een goed onderhoudende show kent nog enkele hoogtepunten met Sancta Terra en het afsluitende Consign To Oblivion. Epica bracht zijn verschroeiende set met bijzonder veel overtuiging en precisie, waardoor ze op meesterlijke wijze de Prison Stage aan flarden speelden. (BV)

Devildriver – Swamp Stage (20u05 – 21u10)

Dat Dez Fafara (ex-Coal Chamber), en meerbepaald Devildriver een graag geziene gast zijn op de Belgische festivals is oud nieuws. Na talloze passages op Graspop Metal Meeting, is de Amerikaanse melodic deathmetalband ook op Alcatraz Metal Festival toe aan zijn tweede doortocht. Nieuw sinds de laatste passage amper twee jaar terug was The Swamp Stage, waar Devildriver mocht aantreden, en het nieuwste studiomateriaal Outlaws ‘Til the End, Vol. 1. De avond viel, wanneer de Swamp nagenoeg volledig vol liep, en we deze gekende pletwals over ons heen kregen. Een oorverdovend geluid, mede door de bijzonder strakke drums van Austin D’Amond (o.a. Chimaira), liet geen spaander heel van de Swamp. De security had de handen vol met het opvangen van de talrijke crowdsurfers, er vormden zich grote moshpits, en Devildriver hitste de massa al maar meer en meer op en beukte erop los. Het waren gekende taferelen voor zij die Devildriver reeds eerder aan het werk zagen, maar waarom zou de band ook zijn lekkere recept gaan verneuken? Zij die ’s avonds last hadden van oorsuizen moesten maar eens terugdenken aan deze show. (BV)

Dimmu Borgir – Prison Stage (21u10 – 22u25)

Wanneer de avond viel mochten we ons stilaan opmaken, voor wat voor velen als de headliner van de dag stond aangevinkt. Acht jaar lang moesten we namelijk wachten op het nieuwe studioalbum van de Noorse blackmetalgigant, Dimmu Borgir. Nu er met Eonian eindelijk nieuw studiomateriaal was, mochten we ons voor de Prison Stage gaan opmaken voor wat wel eens de gig van het weekend kon gaan worden.
Een eerste glimp van de bandleden kon men op de middag al opvangen aan de signeerstand van Rock Tribune. Mooi dat ook grotere bands de tijd namen hun trouwe schare fans te begroeten. Grote afwezige daar was niemand minder dan Shagrath zelf. Als dat maar geen onheil zou gaan betekenen.
Bij de aanvang van de show was er alvast een klein euvel, toen één van beide toortsen op het podium maar dienst bleef weigeren. Dan maar zonder zag je de man na verwoede pogingen denken, waarna de intro van The Unveiling door de speakers weerklonk en de Noorse krijgers één voor één het podium betraden. Een prima song om het zaakje meteen wat aan te zwengelen pakte goed uit, en de geluidsman had de zaakjes ook behoorlijk goed voor mekaar. Met Interdimensional Summit, het eerste nummer uitgebracht van het nieuwe album, kwam er meteen een tweede nummer van Eonian aan. Het geheel klonk bij wijlen iets te rommelig en het moment waarop de koorzangen weergalmen is pijnlijk duidelijk hoeveel hier meeloopt op tape.
Na een minibreak nam iedereen zijn post terug in, en schakelde Dimmu Borgir een versnelling hoger, met het brutale The Chosen Legacy.  Een duo afkomstig van het album In Sorte Diaboli werd vervolledigd met het achtereenvolgende The Serpentine Offering.
Shagrath was goed bij stem, en het geheel klonk best pittig, al was het misschien nog iets te stil naar ons aanvoelen. Ook het telkens van het podium verdwijnen na twee songs, zorgde voor te veel stiltes, waardoor de schwung er nooit echt leek in te komen. In een wandeling doorheen de discografie kregen we achtereenvolgens een tweeluik uit Abrahadabra en Puritanical Euphoric Misanthropia period en nogmaals het nieuwbakken Eonian. Hierbij stond vooral Indactrination garant voor een stevige muilpeer. Voor de echte parels was het wachten tot het bittere eind, waar Dimmu Borigir met Progenies of the Great Apocalypse en het afsluitende Mourning Palace in schoonheid wist af te ronden. Een fraaie show, al weten we dat Dimmu Borgir tot meer en beter in staat is. (BV)

Satyricon – Swamp Stage (22u25 – 23u30)

Het Noorse Satyricon behoort ondertussen tot de groten der aarde binnen, en zelfs al buiten, de blackmetalwereld. Best wel opmerkelijk, want de sound blijft toch wel erg rauw en ontoegankelijk. Het onafscheidelijke duo Satyr en Frost wisten in de loop van de jaren van hun Satyricon een sterk Noors exportproduct te maken en dat begint meer en meer zijn vruchten af te werpen. De aanhang wordt steeds groter en overal waar ze komen spelen ze het zaakje plat. Of het nu in een kleine concerthal of op een groot festival is, het speelt geen rol. Naar aanleiding van het laatste meesterwerk Deep Calleth Upon Deep is de band aan een erg uitgebreide wereldtournee bezig en dat bracht hen enkele maanden geleden nog in de Biebob. Daar konden we alleen maar vaststellen dat Satyricon nog beter wordt met de jaren. Dat kwamen ze nog maar eens bevestigen op Alcatraz. De setlist was om duimen en vingers bij af te likken. Wat te denken van klassiekers als Black Crow on a Tombstone, Now, Diabolical, Fuel for Hatred en K.I.N.G? Het nieuwe album werd voorgesteld middels het titelnummer, het verschroeiende Midnight Serpent en het slepende To Your Brethren in the Dark. Met Our World, It Rumbles Tonight kon er zelfs een song van het door velen verguisde vorige album af. Mother North was ook aanwezig en zorgde voor een kille sfeer in de anders zo broeierige Swamp. Satyricon bewees nog maar eens, zeker live, de beste blackmetalband ooit te zijn. (SD)

Limp Bizkit – Prison Stage (23u30 – 00u40)

Het dateert al van enige tijd terug, maar in 2001 zag ikzelf voor een eerste keer Limp Bizkit aantreden, toen nog in het Sportpaleis in tijden waar nu-metal hoogtij vierde. Ik was op zich dan ook razend benieuwd toen ik zag dat ze op Alcatraz zowaar als headliner geprogrammeerd stonden. De band die door de jaren heen evenveel lovers als haters had, moest het hier maar eens gaan waarmaken, en de criticasters het zwijgen opleggen.
Wanneer Fred Durst en de zijnen de Prison Stage opkwamen en meteen uitpakten met het stevige My Generation, gevolgd door Break Stuff en Rollin’ leek het alsof Limp Bizkit alles en iedereen naar huis zou gaan spelen. De cathy songs brachten nog steeds de massa in beweging en de sound van de band klonk even krachtig als jaren geleden. Maar algauw kwamen we in de zone van verval terecht.
Zoals de laatste jaren al even het geval is, pakte de band ook deze keer uit met een resem covers van Pantera, Nirvana, Rage Against The Machine,… Een veel te groot aantal, en sommigen dan ook bijzonder slordig gebracht. Het is dan ook een verademing wanneer Durst de show hervat en Livin’ It Up en Hot Dog op ons loslaat. Ik kan je verzekeren dat er op geen enkel moment zoveel beweging was voor het podium, als op dit moment het geval was. Het mocht duidelijk zijn, Limp Bizkit kan het nog steeds.
Na deze songs kwam er wel alweer zo’n ellenlange pauze, waarbij Fred de menigte gaat entertainen met een opblaasbare eend. Dit begon toch stilaan te irriteren, en enkelingen hielden het hier al voor bekeken. Na nog enkele covers, waarbij de band stilaan te verwarren valt met het eerder geziene Bizkit Park, en intermezzo’s van DJ Lethal volgde plots de eigen versie van Behind Blue Eyes. Een cover van The Who, die Limp Bizkit in 2003 uitbracht als soundtrack voor de film Gothica. Dat moet zowat het laatste noemenswaardige wapenfeit van deze band geweest zijn dacht ik plots, en dat is toch ook alweer vijftien jaar geleden. Op dezelfde eend die plots op het podium stond, gooide Durst nog My Way uit zijn strot, wat het vuur toch weer even deed aanwakkeren. Hijzelf en Wes Borland gingen zowaar het publiek in de moshpit opzoeken. De terugkomst naar het podium verliep voor de laatstgenoemde niet naar wens, wat nog voor een opstootje zorgde. Blijf dan veilig op je podium staan zou je dan gaan denken?
Gelukkig was er nog meer, want met een laatste bom, getiteld Take A Look Around blies Limp Bizkit ons nog eenmaal van onze sokken, waarna ze vooral zichzelf lijken te feliciteren voor de schitterende show die ze hier speelden. Let wel, ook het publiek genoot met volle teugen! Als wij zelf echter de balans opmaken is een zevental eigen nummers toch net iets te weinig in 70 minuten. Waar bleef Nookie, Boiler, Re Arranged of misschien een nummer van Three Dollar Bill Yall$? Een gemiste kans als headliner, maar vergis u niet, want die eigen songs klonken nog steeds geweldig en het publiek ging op die momenten dan ook uit zijn dak. (BV)

Ufomammut – Swamp Stage (00u45 – 01u35)
Het was alweer laat op de avond wanneer we ons voor een laatste keer een weg richting de Swamp baanden voor een potige portie psychedelische stoner/doom, getekend Ufomammut. Hoewel dit driekoppige Italiaanse gezelschap al sinds 1999 op actief staat, was deze band ons voorheen minder bekend. Net als vorig jaar wist Alcatraz ons op zaterdagavond te verrassen met een uitstekende band, dito show! Ufomammut pakte uit met een verwoestende sound die loeihard door de Swamp galmde. Ook de Psychedelisch getinte projecties achter het trio wisten constant de aandacht te trekken. Een mens zou er haast het ontiegelijk late uur van uit het oog verloren zijn. Wat een pletwals! (BV)

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

april

Geen concerten

mei

Geen concerten

X