Steven Demey

Evocation heeft een lange aanloop gekend. De Zweedse death metal band bracht al in 1992 een eerste demo op de markt, om pas in 2007 met een volwaardig debuut op de proppen te komen. Tales From The Tomb was trademark Zweeds metaal in de stijl van Grave en Dismember. Juist omdat de band de trein al lang geleden had gemist, kregen ze niet de verdiende aandacht. Vrij kort daarna verscheen het verdienstelijke Dead Calm Chaos en de klepper Apocalyptic. Met Illusions Of Grandeur ging het echter de verkeerde richting uit. Verblind door het succes van Amon Amarth dachten de heren er goed aan te doen het in die richting te gaan zoeken. Het resulteerde in een goedkope rip-off van de Zweedse grootmeesters en het leverde hen flink wat hoongelach op. De broertjes Vesa en Janne Kenttakümpu zagen de bui hangen en hingen hun respectievelijke gitaar en drumstel aan de wilgen. Zowat iedereen zag het einde van de band naderen. Dat was echter buiten Evocation zelf gerekend. Na een broodnodige rustpauze laten ze met The Shadow Archetype namelijk een frisse wind waaien doorheen hun sound.

Na een eerste luisterbeurt werd het al snel duidelijk dat Evocation uit is op revanche. Wat de productie betreft werd niets aan het toeval overgelaten. Er werd in maar liefst drie studio’s aan het geluid gesleuteld. Het is er aan te horen. De sound is groots. Mede door die grootse sound is de algemene sfeer van het album een stuk logger en donkerder dan op voorgaand werk. Er passeren ook meer trage stukken dan voorheen. De opzet van de songs is meer melancholisch in de stijl van de Britse grootmeesters Paradise Lost en My Dying Bride. Dit neemt echter niet weg dat er nog voldoende old school Zweedse death metal te horen is.

Na een overbodige intro zet Condemned To The Grave meteen de toon. De song wisselt mid tempo af met trage, logge stukken. Het is een patroon dat ook in vele andere nummers gevolgd wordt. Modus Operandi gaat een stuk sneller van start. Het is een woeste brok death metal met in de mid tempo stukken heel wat melancholie in de gitaarlijnen. Children Of Stone begint als een doom song om het dan toch in de snellere regionen te zoeken. Mede door die epische gitaarstukken waar het hele album mee doorspekt is, krijgt het nummer toch een doomy inslag. The Coroner is een typisch stukje Zweedse old school death en leunt nog het meest aan bij het oudere werk van de band. De titelsong is erg donker met een hoofdzakelijk slepend en groovy ritme. Mede door de zware toon is het één van de ‘hardste’ songs op de plaat. Blind Obedience zorgt voor een rustpuntje. Het is een akoestisch intermezzo met wat spoken words in verwerkt. Met Survival Of The Sickest zetten ze er zoals verwacht weer de beuk in. De song kon evengoed op Illusions Of Grandeur gestaan hebben met zijn typische aan Amon Amarth verwante harmonieën. Onze favoriet is echter Sulphur And Blood, een Bolt Thrower achtige song met rollende basdrums en een machtig refrein dat we zo graag nog eens van Bolt Thrower zelf zouden horen. Imperium Fall valt daarna wat tegen. Niet dat het een slechte song is, maar het beste hebben we dan al gehad. Het afsluitende, doomy Dark Day Sunrise voegt daar nog weinig aan toe.

Evocation is er in geslaagd om zich na vier jaar stilte in stijl terug aan het front te melden. De Zweden zullen nog steeds geen originaliteitsprijzen winnen, maar de degelijkheid van de eerste platen is wel terug en daar zijn we al blij mee. Apocalyptic blijft echter onovertroffen!

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Upcoming concerten

april

Geen concerten

mei

Geen concerten

X